"Restrepo is opgeheven maar er is nog steeds een belangrijke Amerikaanse aanwezigheid nabij de Korengal Vallei. De Amerikanen hebben verharde wegen aangelegd, scholen en klinieken geopend. Meisjes kunnen weer onderwijs volgen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het aantal burgerslachtoffers enorm gedaald sinds 1980. In de tien jaar van de sovjetbezetting zijn er tussen de één en de anderhalf miljoen mensen omgekomen.
In de tien jaar burgeroorlog en warlordism die volgden op de terugtrekking zijn er vierhonderdduizend mensen omgekomen. In de tien jaar na de Amerikaanse interventie zijn er ruwweg dertigduizend mensen omgekomen. Als de Navo zich terugtrekt, zal dit cijfer weer naar de vierhonderdduizend omhoogschieten. Ik kan begrijpen dat men terugtrekking van westerse troepen wenselijk vindt, maar ik kan me niet voorstellen dat men dat overweegt met het belang van het Afghaanse volk voor ogen." (Groene Amsterdammer, 20 januari 2011)
Sebastian Junger windt er geen doekjes om. 'Restrepo', de rauwe oorlogsdocumentaire die hoge ogen gooide in het progressief-intellectuele circuit, wordt door velen gezien als een reportage die laat zien hoe hopeloos de strijd tegen de Taliban in Afghanistan is. Maar de journalist die in 2007 en 2008 maandenlang onderdeel uitmaakte van een peloton Amerikaanse mariniers dat de Korengal Vallei moest pionieren, is lang niet zo anti-oorlog als je wel zou verwachten. Sinds de Amerikaanse machtsovername van Afghanistan heeft Al Qaeda geen grote aanslagen tegen Amerikaanse doelen meer gepleegd, zegt Junger. "Of dit komt door onze aanwezigheid in Afghanistan, kan ik natuurlijk niet met zekerheid zeggen."