Kinderen houden het simpel. Ze vragen als ze iets niet snappen, ze kennen weinig gene en zeggen wat ze willen. Volgende week is het Sint Maarten. Dan gaan we hier de wijk in met een hele zwik kinderen en zingen ze de longen uit hun lijf om zo veel mogelijk snoep te scoren. Dit doen we al jaren. Eerder belden we aan bij een mevrouw dat verliep zo:
De deur ging open en daar zat ze, een mevrouw in een rolstoel. Mijn jongste deed een stapje terug. Dat moest hij even goed bekijken. De jongens zongen uit volle borst Sint Maarten, de koeien hebben staarten, maar ik zag hem loeren. Hij vond die rolstoel heel interessant. De vrouw die erin zat nog meer. Hij bekeek haar tijdens het zingen van top tot teen. Nadat hij zijn snoepje had uitgekozen liep hij op haar af, wees naar haar benen en vroeg: 'Kun jij soms niet meer lopen, dat je in die stoel zit, eigenlijk?'
'Nee', antwoordde de dame, 'ik kan niet meer goed lopen.'
'Zijn allebei je benen stuk dan?' vroeg hij, terwijl hij zachtjes over haar benen wreef. Hij wilde dat wel eens goed bekijken, benen die het niet meer doen. Hij kneep even zacht in haar linkerbeen.