Syriër heeft recht op bescherming

De Syrische burger is het slachtoffer van de strijd tussen het regime van Assad en de rebellen. Ondanks het oplopende dodental en de groeiende vluchtelingenstroom grijpt de internationale gemeenschap niet daadkrachtig in, terwijl de wereldleiders in 2005 op een VN-top het Responsibility to Protect-beginsel ondertekenden. Er zijn te veel factoren die een consequente uitvoering daarvan in de weg staan. Begin augustus brak de Syrische ex-premier Riad Hijab met het bewind van Assad. Hij beweerde vanuit zijn nieuwe onderkomen in Jordanië dat het regime in Syrië ‘militair, economisch en moreel op instorten staat’. Het laat weinig twijfel dat het Assad-regime van het repressieve soort is, dat heeft de Syrische president het afgelopen jaar met harde hand duidelijk aan de wereld laten zien. Hijbab’s overlopen heeft dan ook vooral de schijn van een opportunistische poging om het eigen hachje ruim op tijd te redden. Vooralsnog is er weinig zinnigs te zeggen over hoe lang de strijd nog gaat duren en welke kant uiteindelijk de overhand zal krijgen. Eén ding is wel zeker, het Syrische regime staat niet moreel op instorten, het ís moreel allang ingestort, zoals dagelijks op de journaals te zien is. Journalisten melden het ene incident na het andere incident in de bloedige burgeroorlog en de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties luiden al maanden de noodklok.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022
Foto: Riccardof (cc)

Syrië: geen eenvoudige uitweg

,,Ik lees het nieuws over Syrië, de berichten over de grote aantallen slachtoffers. Op papier zijn ze statistieken. Maar als ik jou zie, dan zijn het mensen.’’

Het gesprek ging over de vraag hoe het geweld in Syrië kan worden gestopt en we zagen het somber in. We waren net als Robert Fisk bang dat de slachtoffers van Houla al snel weer vergeten zullen zijn. Tegenover mij zat een vrouw van wie de ouders jaren geleden naar Nederland vluchtten voor het regime van Hafez Al-Assad. Ik keek haar aan en dacht: ,,hoe kunnen wij haar vertellen dat we niks doen? Wat als ook haar familie en vrienden slachtoffer worden?’’

Vandaag drie artikelen die ingaan op de vraag welke mogelijkheden er nog zijn om in te grijpen.

Het eerste artikel is een vraaggesprek van NPR News met Rami Khouri en Joshua Landis. Zij zien een neerwaartse spiraal in de richting van een burgeroorlog langs etnische lijnen. ,,There’s just no easy option, and people are as frustrated as they are outraged.’’ Het Jemen-scenario van Obama – Assad vertrekt, de vice-president blijft en er wordt over een vreedzame transitie onderhandeld met de oppositie – werkt alleen als Assad denkt dat het voor hem ,,game over’’ is. Tot die tijd houdt men vast aan het vredesplan van Kofi Annan. In de tussentijd leiden de sancties tot toenemende schaarste en honger. Het leger raakt steeds meer controle kwijt en wordt afhankelijk van de shabiha, ongeregelde troepen. Intussen wordt de oppositie bewapend. Daardoor wordt het conflict steeds meer sektarisch en ontwikkelt zich een ,,regime change through civil war’’. Het artikel gaat uitgebreid in op de rol van Rusland, Turkije, de VS en Saoedi-Arabië: iedereen wacht op elkaar. Ook aan de orde komt de vraag of het conflict zal overslaan naar Libanon. Khouri, zelf uit dat land afkomstig: ,,the Lebanese are not stupid enough to allow themselves to fight a proxy civil war for somebody else, and they’ve had their civil war.’’

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

En als de dictator weg is, wat dan?

Het is het soort vragen dat je regelmatig tegenkomt in gesprekken over de Arabische landen die hopen op een mooie Arabische Lente. Net als: Gaan islam en democratie wel samen? Moeten we niet bang zijn voor sektarisme? Is de kans niet groot dat orthodoxen aan de macht komen? Leidt het niet tot een verslechtering van de positie van christenen?

Haitham Al-Maleh spreekt de demonstranten toe - Den Haag, 5 augustus 2011 (foto: Wim Lankamp)

Dit soort vragen gaat er impliciet van uit dat het voor inwoners van Arabische landen beter is om onder een dictatuur te blijven leven, dat zij niet willen leven in vrijheid en democratie, en dat dat ook onmogelijk is. Vragen ook die impliciet de beweegredenen van de demonstranten ter discussie stellen, even als hun kracht om hun eigen toekomst vorm te geven. De vraag is of dat terecht is. Want wat is het alternatief? Moeten we dan, zoals Martin Janssen in de Volkskrant suggereerde, bang zijn dat jihadisten zich meester maken van de Syrische revolutie? Moeten we, zoals Paul Brill ter discussie stelde, het regime van Assad blijven steunen uit angst voor ‘the devil you don’t know’?

De meesten van ons hebben geen ervaring met het leven onder een dictatuur en daardoor realiseren we ons onvoldoende wat de modus operandi van een dictator is. Een dictator regeert met geweld namens een minderheid over de meerderheid, die hij onderdrukt. Dat kan hij alleen maar zolang de bevolking niet in opstand komt, of zolang hij opstanden de kop in kan drukken. Hij kan het ook alleen maar zolang de internationale gemeenschap niet ingrijpt, of zelfs zaken met hem doet.