Droom
OPINIE - Ik rommelde vanmorgen tegen een interessante vraag aan. In de huidige wetenschappelijke praktijk wordt kwaliteit vooral gemeten door wetenschappelijke publicaties te tellen. De gevolgen zijn bekend: publicatiedwang, een stortvloed aan artikelen over kleine onderwerpen en een neiging tot specialisme. De meeste artikelen worden vervolgens nauwelijks geciteerd.
Ik herinner me hoe, toen de publicatienorm werd geïntroduceerd, deze in eerste instantie was: publiceren in een internationaal tijdschrift. Al snel verschenen dus tijdschriften met titels als Münstersche Beiträge zur Antiken Handelsgeschichte, zodat er voor iedereen gelegenheid was om van elk belang gespeende bijdragen te publiceren. Ik koester “Der Waren- und Dienstleistungsaustausch zwischen dem Römischen Reich und dem Freien Germanien in der Zeit des Prinzipats – Eine Bestandsaufnahme”: ofwel een artikel waarvan de eigenlijke analyse nog moest beginnen. Destijds ging het gerucht dat de universiteiten waren gedwongen soortgelijke tijdschriften uit te geven, om die tegen andere pulpblaadjes te kunnen ruilen. Om dit soort excessen te vermijden ontstond een rating-systeem, werd vastgesteld welke tijdschriften er echt toe deden. Zo veranderde de eis in: publiceren in de tijdschriften met de grootste impact.
Kwaliteit werd zo een kwantiteit, en dat is niet per se wat we willen hebben. Maar is een puur kwalitatieve beoordeling eigenlijk wel mogelijk? De KNAW denkt van niet, getuige het adviesKwaliteitsindicatoren voor onderzoek in de geesteswetenschappen (2011). Men blijft hangen in het tellen van zaken, en wel van