A-politieke rechters
COLUMN - Voor het ‘strafproces Wilders II’ zijn de rechters geselecteerd op het criterium “geen lid (geweest) van een politieke partij”. In zijn column op Ivoren Toga legt strafpleiter Peter Plasman uit dat met deze aanpak volstrekt verkeerde signalen afgegeven worden
Iedereen zal nog de televisiebeelden van het strafproces Wilders I op het netvlies hebben staan. Wat een spektakel was dat. Het had veel weg van een bijeenkomst van acteurs die ieder voor zich in hun eigen voorstelling zaten, zoiets als wel gelijktijdig behandeld maar niet gevoegd.
De aanvankelijke hoofdpersoon Wilders wilde er op voorhand al een spektakel van maken zoals zijn eerst aangezochte raadsman Anker in De Wereld Draait Door suggereerde. Dan de uiteindelijke hoofdpersoon Bram Moszkowicz die de wens van zijn opdrachtgever meer dan waar maakte; hij moest ook wel, als het bericht klopt dat zijn einddeclaratie zich bewoog tussen de 5 en 6 ton. Maar hij wilde ook.
De getuige Schalken die zich totaal verkeek op zijn rol en die van de rechtbank. Hij kwam in de veronderstelling dat hij als getuige terzake relevante vragen moest beantwoorden. Hij wist niet wat hem overkwam toen hij als acteur in dit theater onder de goedkeurende blikken van de rechtbank met Moszkowicz in de slag was over de kleur wijn die hij dronk. Het is wellicht het beeld dat het meest beklijft, dat van deze getuige met de door de rechtbank toegelaten aanval in de rug door Moszkowicz, die zijn (acteer)taak met bravoure uitvoerde.