COLUMN - Zijn zwarten minder intelligent dan witten? Thierry Baudet weet het niet. En alhoewel politiek correct Nederland vervolgens enthousiast over hem heen viel, heeft Thierry natuurlijk gelijk. We weten het niet.
We hebben een test die met behulp van een breed pakket aan heel verschillende vraagjes iets zou meten, iets van vaardig omgaan met abstracte systemen, en daarin is niet iedereen even vaardig. Niet bij iedere vraag. Maar die totaaluitslag noemen we ‘intelligentie’. En we weten dat een keurige opvoeding, goed voedsel, slimme ouders, veel spelen en lezen een hogere score oplevert. Dus wat constateer je dan wanneer een bepaalde subgroep des mensheid (ik zeg: Inuit) nou net even wat lager scoort? Ligt dat dan aan ‘intelligentie’?
Eén factor heb ik dan nog niet genoemd. De verbeelding. De score wordt ook beter wanneer de deelnemer dénkt dat hij of zij beter zal scoren. Beter dan gemiddeld, of beter dan de buurman. Meisjes scoren bijvoorbeeld traditioneel minder op wiskundetoetsen. Natuurlijk, want wiskunde is ‘niks voor meisjes’. Dat weten ze. Ze horen niks anders. Met die instelling gaan ze van start. Maar als je ze nu voorafgaand aan de test vertelt dat meisjes nou net bij déze vragen beter scoren, beter dan jongens, en dat dat nu vast ook weer zal blijken, ziet: dan gaan de scores fraai omhoog. Dan is de start: wij zijn beter, wij zij ‘intelligent’, dus we zijn scherper, of doen nét iets meer moeite.