De huidige stedenbouw reflecteert onze afhankelijkheid van olie. Nu die opraakt of onbetaalbaar wordt, heeft dat grote gevolgen voor ons wonen en werken. Bouw daarom piramidesteden, zegt architect Aad Breed in dit pleidooi.
Het bouwen van aparte woonsteden en -wijken ver van de werkplek heeft er na de oorlog voor gezorgd dat een leven zonder de auto vrijwel onmogelijk is geworden. Hierdoor zijn er talloze milieuproblemen ontstaan, zoals files, vervuiling, stank, verkeersongevallen en -lawaai, een steeds groter beslag op natuur en landbouwgrond, de verrommeling van het platteland, maar ook de klimaatverandering en een mogelijke zeespiegelstijging. Als de olieprijzen door de schaarste straks onbetaalbaar worden, kunnen veel mensen niet makkelijk meer naar hun werk, de landbouwproductie neemt af en wordt het een stuk moeilijker om met vliegtuigen landbouwproducten uit verre landen naar Nederland te krijgen. Alle woon-werkverkeer en vrachtvervoer wordt problematisch.
Het einde van de stad
Na de oorlog is er geen echte stad meer gebouwd. Datgene waardoor een stad juist een stad is, verdween. In de nieuwe steden kwam er een gedeelte waar je uitsluitend kon wonen, een gedeelte waar je uitsluitend kon winkelen, een gedeelte waar je uitsluitend kon werken en een gedeelte waar je uitsluitend kon ontspannen. Het zijn de grootschalige slaapsteden en nieuwbouwwijken van na de oorlog met aparte winkelcentra en daarbuiten een bedrijven- of kantorenterrein, die we nu saai, onherbergzaam, onveilig en ongezellig noemen, en die eigenlijk het etiket “stad” niet meer waard zijn.