Het vaderschap is meer dan een dag per week voor de kinderen zorgen

Al jaren probeer ik collega’s en vrienden uit te leggen dat de woensdag niet mijn papadag is, maar dat ik gewoon vrij ben. Papadag impliceert dat ik de overige dagen niet voor mijn kinderen zou zorgen, terwijl ik in mijn taakopvatting als vader juist uitga van 24 uur per dag, zeven dagen per week. Gelukkig hoef ik als vader niet altijd veel te doen. Af en toe een spelletje spelen, een pannenkoek bakken of een pleister plakken. Het ouderschap is toch vooral een kwestie van aanwezig zijn. Dat is voor veel Nederlandse mannen al moeilijk genoeg. De eigen carrière gaat vaak voor. Opvallend is dat vooral vrouwen mijn vrije dag als papadag bestempelen. Bang als zij zijn dat vaders zich straks echt meer met de opvoeding gaan bemoeien en zich dus op het domein van de moeders begeven. Maar als mannen hun rol in de opvoeding willen pakken dan lopen ze keihard aan tegen wat Renske Keizer, bijzonder hoogleraar pedagogiek en de Universiteit van Amsterdam, de sterke Nederlandse moederschapsideologie noemt. Vrouwen zorgen nu eenmaal beter voor kinderen dan mannen is de heersende gedachte. Daar kan geen kinderopvang of vader tegenop. Een fulltime werkende moeder staat in Nederland gelijk aan slecht moederschap. Dat zit nu eenmaal in onze cultuur ingebakken.

Door: Foto: Roel Wijnants (cc)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.