Right to Know Day
Dit is een eerste gastbijdrage van Joost Schellevis.
Al sinds begin deze eeuw wordt op 28 september in veel landen de Right to Know Day gevierd, een dag waarop het belang van een transparante overheid wordt benadrukt. Zo niet in Nederland. En dat terwijl ons land met de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) uit 1980 ooit juist een voorloper was als het om transparantie gaat. Reden genoeg voor onder andere onderzoeksjournalist (en enthousiast gebruiker van de Wob) Brenno de Winter, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en een aantal burgerrechtenorganisaties om de handen in een te slaan: dinsdagavond vond in Den Haag het eerste Nederlandse Right to Know Day-programma plaats.
Vol was het restaurant in Den Haag waar de Right to Know Day werd gevierd niet, maar voor een eerste initiatief over een toch vrij abstract onderwerp was de zaal aardig gevuld. De avond ving aan met een documentaire over de Nederlandse Wet openbaarheid van bestuur. Dat zou de rest van de avond grotendeels het onderwerp blijven; het gaat namelijk niet goed met die wet, was de boodschap. De Wob is bedoeld om mensen inzage in beslissingen van de overheid te geven: met een inzageverzoek kunnen documenten worden opgevraagd die anders ergens in een bureaula zouden zijn blijven liggen. In de praktijk zouden indieners van een Wob-verzoek echter nogal eens tegengewerkt worden. Sterker nog: “Van alle landen met vergelijkbare wetten presteert alleen Zimbabwe slechter,” stelde Wob-expert Roger Vleugels, “en dat komt doordat je in dat land kan worden doodgeschoten als je een Wob-verzoek indient.”
Volgens Vleugels is de transparantie van bestuur onder de kabinetten-Balkenende ‘steeds verder afgebroken’; dat schrijft hij in het ‘Zwartboek Wob’ dat hij dinsdag presenteerde. Overheden werken indieners van een verzoek tegen: de behandeltermijn van een verzoek wordt zelden gehaald (zelfs nadat deze vorig jaar werd verdubbeld naar twee maanden) en bepaalde overheidsinstellingen, zoals sommige gemeenten, willen dat mensen betalen voor een Wob-verzoek. Daar komt bij dat verzoeken niet zelden worden afgewezen en er een bezwaarprocedure moet worden gestart; soms is zelfs een gang naar de rechter nodig om inzage te krijgen in overheidsdocumenten.