Geen bal op tv | Leonard Cohen, de opgewekte onheilsprofeet
COLUMN - ‘You want it darker? We kill the flame’, zingt Leonard Cohen op zijn laatste cd. Er klinkt enig plezier in door. Leedvermaak haast. Alsof hij ons met licht sardonisch genoegen achter laat in dit aardse tranendal. Zoek het maar uit met jullie gezeik! Ben je niet blij met wat je hebt? Dan kun je het krijgen ook! I’m ready my lord, zingt hij erna. Dat was me duidelijk.
Niet lang na de release van You want it darker kozen de Verenigde Staten van Amerika de vrolijke sociopaat Donald Trump tot hun president. Voor iemand die klaar was voor zijn Heer, was dit het perfecte moment om er tussenuit te piepen.
Anders dan bij het overlijden van Prince en Bowie duurde het even voordat ik mijn favoriete liedjes op ging zoeken. Bij Nieuwsuur interviewden ze de zanger van de Nits. De voice-over sprak over de melancholische liefdesliedjes van de Canadese bard (weet niet zeker of ze Canadese bard zeiden, maar het zou mij niets verbazen).
Mevrouw Molovich was het niet eens met dat ‘melancholische liefdesliedjes’. Daarvoor was het werk van Cohen te grimmig. En daar had ze natuurlijk gelijk in. Niet in de laatste plaats wat mij betreft omdat Cohen niet alleen voor Suzanne, Like a bird on a wire en Hallelujah zou moeten worden herinnerd, maar vooral ook om First We Take Manhattan, Everybody Knows en The Future. Liedjes waarin Cohen ons op vrolijke toon duidelijk maakt dat het nooit goed komt met de wereld. Als iemand dat ooit al had durven denken.