Wetenschap helpt Olympische droom
Een bijdrage van Eva Teuling van Sciencepalooza.
Het Nederlands Olympisch Comitee (NOC*NSF) heeft de ambitie uitgesproken om Nederland bij de top-10 van beste topsport-landen van de wereld te brengen. Als kikkerlandje met slechts 16 miljoen inwoners moeten we daarvoor wat harder ons best doen dan landen als Canada en de VS, die uit een veel grotere vijver van talenten kunnen vissen. Maar, wie niet sterk is moet slim zijn! Eén van de slimme maatregelen om deze ambitie te bereiken is om wetenschappers zich met de sport te laten bemoeien. Hiervoor richtten NOC*NSF en TNO in 2006 de Stichting InnoSportNL op, die samenwerkingen heeft met onder andere de TU Delft, chemieconcern DSM en de Faculteit Bewegingswetenschappen van het VUMC.
Sportlabs
Landelijk zijn nu een vijftal sportlabs verrezen waar (top)sporters trainen onder professionele begeleiding van – jawel – een wetenschapper. Onder de naam Wetenschappelijke Ondersteuning Topsport (WOT) wordt kennis uit allerlei vakgebieden toegepast op sporters, zoals medische verzorging, voedingsadviezen en mentale en fysieke begeleiding. Ook hulpmiddelen zoals klimaatkamers en hoogtekamers om atleten voor te bereiden op andere weersomstandigheden worden niet gevreesd. Maar nieuw zijn de embedded scientists: wetenschappers die meedraaien in het dagelijkse leven van de topsporter, net als hun persoonlijke begeleider en voedingsadviseur al jaren doen.
Met het krijgen van kinderen komt ook de goede raad. Familie en vrienden vertellen wat je moet doen en laten, waarna je al dat advies beleefd laat verstoffen. Voor de onzekere ouder staat ook een online leger klaar om op alle boertjes-, voeding- en slaapvragen antwoord te verschaffen. Populair zijn ook de hulpboeken, meestal geschreven in een quasi-grappig toontje. Ik heb me ook aan een paar gewaagd, maar na adviezen als ‘vader, zorg dat je genoeg eten in de vriezer hebt, want mama kan voorlopig niet koken’ haakte ik snel af. Uiteraard hebben wij ook het min of meer verplichte