KOZ | Kleinkunst
In de vorige KOZ kwam u al wat kleinkunst tegen. Het hoeft allemaal niet groots te zijn om kunst te heten. Sterker nog: er zijn kunstenaars voor wie het niet klein genoeg kan zijn. Al eeuwen lang priegelen kunstenaars werk in zo klein mogelijke dimensies. We kennen het van de middeleeuwse letterkunst en van schilderwerk op pillendoosjes. Vandaag hedendaagse miniatuurtjes.
Wat Bansky in het groot doet, presteert Pablo Delgado in het klein. Minifiguurtjes op de gevels langs stoepen en straten. Hoertjes op de stoep of figuren die van de gevel vallen.
In de vorige KOZ kwam Isaac Cordal al langs. Zijn Cement Eclipses is een project van betonnen figuurtjes die hij in het stadsbeeld plaatst. De met cementstof bepoederde mensen die wegvluchtten van de ingestorte Twin Towers brachten hem op het idee. De afbeelding boven dit artikel is van hem en dit zijn waarschijnlijk bankiers, die het water aan de lippen staat.
Miniatuurleven in de stad is geen nieuw idee. Ook Slinkachu gebruikt kleine mensjes en ensceneert ze op straat, zoals in ‘They’re no pets’. En als hij mensen zat is. Laat hij de ‘inner city snail’ zijn werk vervoeren.
Sargasso-collega The Presurfer schreef over de kunst van het potloodslijpen. De autodidact Dalton M. Ghetti heeft daar zo zijn eigen idee over. Hier zijn potloodpuntversie van de Twin Towers. De aanslag op de torens inspireerde hem overigens om tranen van grafiet te maken. Niet groter dan een korrel rijst. In 10 jaar produceerde hij 3000 tranen, die nu als een herdenkingsmonument te zien zijn in het New Britain Museum of American Art.