Spanje heeft een sterke feministische beweging. Al jaren wordt er gedemonstreerd tegen allerlei uitingen van de traditionele 'machocultuur'. De groepsverkrachtingszaak in Pamplona heeft veel losgemaakt. Internationale Vrouwendag, 8 maart, is in Spanje een actiedag tegen huiselijk geweld geworden. In de nieuwe socialistische regering zet de minister voor Gelijkheid Irene Montero zich in voor de rechten van vrouwen en transgenders. Het heeft onlangs geresulteerd in de goedkeuring van een pakket wetten waarmee het land, waar het fascisme nog steeds aanwezig is, een flinke voorsprong neemt in Europa bij de bevordering van gendergelijkheid.
Een opvallend onderdeel van de nieuwe wetgeving is het menstruatieverlof. Wie hevige pijn lijdt tijdens de ongesteldheid, mag zich hiervoor ziekmelden. Dat wordt dan na goedkeuring van een arts als medisch verlof beschouwd en betaald door de ziektekostenverzekering. Scholen en gevangenissen stellen gratis maandverband beschikbaar. Het verlof is tot nu toe uniek in Europa. In Nederland voelt de politiek (met uitzondering van BIJ1 ) nog weinig voor een dergelijk wetsvoorstel. Ondanks alle voordelen, zowel voor de werknemer als de werkgever.
Zelfbeschikking
Een ander onderdeel van het wettenpakket van Montero betreft een versoepeling van de abortuswetgeving. Jongeren kunnen nu vanaf 16 jaar een abortus kunnen laten uitvoeren, zonder toestemming van hun ouder of voogd. Ook wordt in de wet verankerd dat een abortus in een openbaar ziekenhuis moet kunnen plaatsvinden, zodat patiënten niet hoeven uit te wijken naar privéklinieken.
Spanje loopt ook voor inzake de zelfbeschikking van transgenders. Nu is in vele landen de tussenkomst van een arts nodig als mensen hun identiteit in het paspoort willen wijzigen. Argentinië schafte de deskundigenverklaring in 2012 als eerste af, Denemarken volgde in 2014 als eerste Europese land. Het gaat hier ook om de bevoegdheid van de staat inzake de identiteit van individuele mensen. Zoals de internationale lhbt-emancipatieorganisatie ILGA over zelfbeschikking zegt: 'Het is niet de taak van de staat om mensen te vertellen in welke hokjes ze thuishoren en ze daar dan ook nog met geweld vast te houden.' In Nederland is de zelfbeschikking van transgenders er nog niet door. Afgelopen najaar bleek er onenigheid in de coalitie over een wijziging van de transgenderwet. Uit conservatieve hoek kwamen principiële bezwaren.
Verschillende rechten
Verschillen in de wetgeving tussen verschillende Europese landen kunnen de nodige problemen opleveren. In Bulgarije krijgt de in Spanje geboren Sara geen paspoort. Sara heeft twee moeders, een Bulgaarse en een Britse. Ze heeft wel een geboortebewijs van de gemeente Barcelona, maar kan niet als Spaanse ingeschreven worden omdat haar ouders niet Spaans zijn. Haar biologische moeder heeft op grond van haar roots een Brits paspoort, maar dat kan Sara niet krijgen, omdat haar moeder niet in het Verenigd Koninkrijk is geboren en haar nationaliteit buiten het Koninkrijk niet kan doorgeven aan een volgende generatie. En nu hebben de autoriteiten in Bulgarije, waar Sara inmiddels al drie jaar woont, geweigerd om haar de Bulgaarse nationaliteit te geven. Ze kan dus het land niet uit. Bulgarije erkent het homohuwelijk van haar ouders ook niet.
Spanje was in 2005 het derde land waar het huwelijk van mensen met hetzelfde geslacht werd erkend. Nederland was in 2001 het eerst. In Italië, Griekenland, en de meeste Oost-Europese landen is dat nog niet het geval. Bij een huwelijk tussen partners van hetzelfde geslacht is registratie elders momenteel ook nog steeds niet overal mogelijk. Dat kan allerlei praktische en juridische problemen opleveren als homostellen naar een ander land verhuizen of er op vakantie willen gaan. Een met zijn of haar kind reizende niet-biologische ouder kan verdacht worden van kinderontvoering, bijvoorbeeld.
Nazaten van ballingen
De Spaanse regering heeft eind vorig jaar nog een geheel ander familierechtelijk probleem opgelost: het herstel van de nationaliteit van Spaanse ballingen die gevlucht zijn voor het fascisme. Er is een wet goedgekeurd, bekend als de "kleinkinderenwet", die het de afstammelingen van mensen die verbannen zijn tijdens de Spaanse burgeroorlog van 1936-1939 en tijdens de dictatuur van Francisco Franco van 1939-1975, mogelijk maakt om de Spaanse nationaliteit te verkrijgen. De wetgeving hangt samen met de Ley de Memoria Democrática, waarmee de Spaanse regering wil afrekenen met het fascistische verleden. In verschillende Latijns-Amerikaanse landen melden zich nu mensen die van de gelegenheid gebruik willen maken om naar Spanje te emigreren. Op het Spaanse consulaat in Buenos Aires, de thuisbasis van het grootste aantal verbannen Spanjaarden ter wereld - ongeveer 350.000 - hebben volgens de consul-generaal ongeveer 42.600 mensen afspraken gemaakt om het staatsburgerschap aan te vragen.