Eurlings zet CDA op scherp

De handen hoeven even niet meer uit de mouwen gestoken worden, de schoppen gaan niet zo rap meer de grond in: de minister die van “aan de slag” zijn nieuwe doopnaam had gemaakt gaat met vervroegd politiek pensioen. Dat maakt meteen een einde aan de geruchten dat CDA’er Camiel Eurlings de tweede positie op de kieslijst voor de tweedekamerverkiezingen zou krijgen, maar het zwengelt nieuwe speculaties aan.
Het is bijzonder dat een politicus die al vanaf zijn twintigste levensjaar een steile opmars door de leemlagige CDA-kaders maakt en al jaren geldt als opvolger van Jan Peter Balkenende er zo plotseling de brui aan geeft. Het kan natuurlijk goed zijn dat Eurlings er tegenop zag onder Balkenende nog een aantal tropenjaren door te brengen op een ministerie als Verkeer en Waterstaat, een ministerie waar ambitie en daadkracht doorgaans sneuvelen op politieke verdeeldheid en massatraagheid. Niet een slechte reden om te kiezen voor een rustiger bestaan met meer nadruk op het privéleven. Misschien zelfs in Maastricht. Denkend aan de situatie waar het CDA nu in verkeert, dringt zich echter een cynischer verklaring voor het vertrek van Eurlings op.
Het CDA verloor 192 zetels in gemeenteraden, staat op fors verlies in de peilingen na nóg een gevallen kabinet-Balkenende en intern gemor werd gesmoord door Balkenende vrijwel meteen na de gemeenteraadsverkiezingen CDA-leider te benoemen. Het zijn tekenen van een onzeker leiderschap van Balkenende en niets is zo stekend als een jonge, ambitieuze pretty boy die zelfs in de eigen achterban populairder is en waarvan iedereen binnen het CDA weet dat hij een troefkaart is in de zuidelijke provincies, waar het CDA veel concurrentie van de PVV verwacht. Zo’n concurrent kan maar het beste een beetje uit de buurt gehouden worden. Om het beeld dat Eurlings besluit een “eigen keuze” en “onverwacht” was te schetsen, worden de geruchten dat Eurlings de tweede man na Balkenende zou zijn de wereld in geholpen.