Afschrijvingen | Een Rawlsiaans walhalla

Het is goed toeven onderaan de Nederlandse samenleving. John Rawls zou trots zijn. Er zijn zorgen over het Nederlandse onderwijs: docenten zijn lager geschoold en vaker onbevoegd. Dat stond afgelopen zaterdag in een nieuwe aflevering van de reeks ‘Hoe goed is Nederland?’ in de Volkskrant, die deze keer onze onderwijsprestaties keer. Maar er zijn ook opstekers: het percentage universitair geschoolden in de beroepsbevolking steeg van 2,7 procent in 1980 naar 9,4 procent in 2010. Een meer dan verdrievoudiging in één generatie. Zei er iemand volksverheffing? Maar mijn oog bleef pas echt haken bij de onderwijsprestaties in wiskunde, wetenschap en lezen van de Nederlandse scholier. Wat blijkt? Onze 1 procent slechtst presterende leerlingen zijn de beste slechtst presterende van de wereld. En uit een berekening van het CPB (pdf, p.8) zijn de zwakste leerlingen ook de enige die hun toetsscores aan het verbeteren zijn. Dit ten nadele van onze studenten met het meeste koppie-koppie – die doen internationaal eigenlijk niet mee. Nederland doet dus eigenlijk wat de politiek filosoof John Rawls rechtvaardig vond: de samenleving zo inrichten dat de minst bedeelden er het best van afkomen.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

John Rawls en de grenzen van de tolerantie

Paul Cliteur en Patrick Loobuyck verschillen van mening over de mate waarin John Rawls, icoon van het progressieve liberalisme, onredelijke doctrines zou tolereren die een bedreiging vormen voor democratische instituties.

In hoeverre dient de ‘open samenleving’ volgens Rawls ruimte te bieden aan haar vijanden?

h/t Eli

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom Links?

Wouter Leenders stelde mij op twitter een vrij simpele vraag: Of ik wel eens wat had geschreven over liberalisme en economie. En dan specifiek over de vraag waarom de overheid wel mag interveniëren in de economische sfeer en niet in de culturele sfeer.

De vraag is of mijn epistemische liberalisme, dat uitgaat van de centrale stelling dat we niet weten wat het beste individuele levensplan is te verenigen is met linkse sociaal-economische politiek. De overheid kan mensen misschien niet opleggen hoe ze moeten leven, de overheid moet wel interveniëren om de vrijheid van mensen te beschermen: we rechtvaardigen de interventie van de politie door te stellen dat we zo inbreuken op individuele vrijheid kunnen voorkomen. Maar kunnen we ook economische interventie zo rechtvaardigen?

Er zijn denk ik drie lijnen van argumentatie waardoor we individuele vrijheid en economische interventie kunnen verenigen. Ik laat me uiteindelijk inspireren door drie filosofen: de ideeen van John Rawls, over gerechtvaardigde ongelijkheid,de ideeen van Dworkin, over gelijke uitgangsposities en verdiende en onverdiende ongelijkheden, en die ideeen van Van Parijs over ‘echte’ vrijheid:

Ten eerste om individuele negatieve vrijheid te beschermen. Er is een grote machtsongelijkheid tussen werkgevers en werknemer (en tussen producenten en consumenten): in een ‘vrije markt’ kunnen werkgevers werknemers uitbuiten. Omdat bedrijven veel machtiger zijn dan individuele werknemers en omdat werknemers voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van die bedrijven kunnen bedrijven in een ‘vrije markt’ werknemers dwingen om vrijheden in te leveren, te werken onder gevaarlijke omstandigheden of lonen te accepteren die lager zijn dan het bestaansminimum. De overheid moet ingrijpen om ervoor te zorgen dat de rechten van werknemers en consumenten, – de zwakkere partijen – worden beschermd. Denk aan het minimumloon, het recht op collectieve onderhandeling door werknemers, wetten over arbeidsomstandigheden.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.