Ik aarzelde drie seconden

Afgelopen weekend was het dertien jaar geleden dat mijn rechterborst werd geamputeerd. In de dagen voorafgaand aan de operatie vroeg de behandelend arts me of ik een implantaat wilde: tegenwoordig kon de nepperd er vaak in tijdens dezelfde ingreep als waarbij de echte werd verwijderd. Ik aarzelde drie seconden, en zei ‘nee’. Weliswaar zag ik er als een huis tegenop om met één borst verder te moeten – wat gelukkig ontzettend meeviel, ik sta er eigenlijk nooit meer bij stil – maar zo’n pronte nepborst naast mijn al wat hangende echte leek me nog veel raarder. En nu dank ik mezelf op mijn blote knietjes voor die beslissing.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

De strijd voor het behoud van gebarentaal

Intieme technologie  kan emanciperend werken. Maar lang niet altijd. De opkomst van het cochleair implantaat heeft bijvoorbeeld de verspreiding van gebarentaal geen goed gedaan, volgens socioloog Stuart Blume in deze nieuwe aflevering van Intieme Technologie.

Vanuit technisch oogpunt is een cochleair implantaat een prachtig staaltje van technologie. Het implantaat bestaat uit een elektrode die via een operatie wordt ingebracht in het binnenoor (slakkenhuis of cochlea), een microfoon (die eruitziet als een gehoorapparaat) en een ontvanger. Hiermee kunnen doven bij wie een gewoon gehoorapparaat niet werkt, toch op een bepaalde manier horen. Ik heb geen cochleair implantaat, noch iemand anders in mijn familie. Toch heeft deze technologie twintig jaar geleden een belangrijke rol in mijn leven gekregen.

Wondertechnologie

Dit begon in mei 1989, toen bij mijn zoon Jascha, die toen 18 maanden oud was, werd vastgesteld dat hij doof was. De schok en de zorgen die dit nieuws teweegbracht, zullen niet verschillen van wat alle ouders voelen als ze horen dat er iets met hun kind aan de hand is. We begonnen gebarentaal te leren, maar eigenlijk bleven we stiekem hopen dat alles weer in orde zou komen dankzij de medische wetenschap. Wanhopig op zoek in de medische literatuur, kwam ik op het spoor van het cochleaire implantaat. Het was toen net ontwikkeld in Australië, en in Nederland waren nog maar net de eerste implantatieoperaties uitgevoerd. Een krantenkop suggereerde dat het hier om een soort wondertechnologie ging. We besloten een KNO-arts te raadplegen, om te horen of dit iets voor Jascha was. Hij vertelde ons dat dit in de toekomst misschien kinderen als Jascha kon helpen. Maar nu nog niet. Ik besloot de ontwikkelingen nauwlettend te volgen en (niet minder belangrijk) uit te vinden waar de operaties werden gedaan.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.