Jonathan Maas interviewt zichzelf!
Vorige week plaatsten wij een fictief stuk waarin we Jonathan Maas interviewden. De echte Jonathan Maas wilde graag zijn versie van het verhaal ook nog geven, en doet ons interview nog eens dunnetjes over, maar dan echt!
GeenCommentaar: Goedemorgen!
Jonathan Maas: Ja, ook goedemorgen!
GC: Nou, u heeft ze mooi te pakken, niet?
JM (lichtelijk verwonderd): Eh, hoe bedoelt u? Wie precies?
GC: Nou, de reaguurders van GeenStijl.
JM: Nou, mijn stuk ging niet specifiek over de reaguurders van GeenStijl, maar over Nederlanders die reageren op nieuwssites in het algemeen. Daarom heb ik bewust de term reageerders gebruikt in plaats van reaguurders. De kop ?Alleen Nederland heeft GeenStijl? was als knipoog bedoeld en sloeg vooral op het gebrek aan stijl waarmee wordt gereageerd op online gepubliceerde nieuwsartikelen. Wat mij vooral is opgevallen is dat GeenStijl geen unicum meer is als het gaat om banale reacties op internet: gescheld en bedreigingen kom je tegenwoordig ook tegen op meer serieuze nieuwssites. In Nederland, wel te verstaan.
GC: Kunt u voor onze lezers nog even melden wat u precies heeft gedaan?
JM: Uiteraard. Ik heb een onderzoek gedaan naar het Nederlandse online debatklimaat. Een journalistiek, en geen wetenschappelijk, onderzoek. Je kunt er dus altijd op afdingen, dat het niet volledig genoeg zou zijn. Als ik er een jaar aan had gewerkt, was het een ander onderzoek geweest. Dat neemt niet weg dat Trouw door het aantal media dat is onderzocht en de variatie ervan (zowel kwaliteits- als populaire media in binnen- en buitenland!) de conclusie kon trekken: Nederlanders reageren op nieuwssites platter en banaler dan andere Europeanen.