Een nieuwsberichtje uit de Volkskrant:
Als een vrouw in Iran zonder hoofddoek de straat opgaat, kan ze daar zeventig zweepslagen en zestig dagen gevangenisstraf voor krijgen. Tientallen vrouwen nemen dat risico door snel een foto van zichzelf te maken terwijl ze even ongesluierd zijn en die op de Facebookpagina (https://www.facebook.com/StealthyFreedom) 'Mijn geheime moment van vrijheid' te zetten. […]
Een andere vrouw vertelt dat ze niet alleen bang was betrapt te worden, maar zich ook zorgen maakte over de reactie van sommige van haar vrienden. 'Maar het is geen zonde', zegt ze. 'De sneeuw in mijn haar is geen zonde.'
'Een van de mooiste momenten die ik ooit heb gevoeld in Iran', vindt weer een ander.
Als het even niet dragen van een hoofddoek 'een van de mooiste momenten ooit' is, laat dat zien dat een hoofddoek – althans in Iran en andere streng-islamitische landen – meer is dan een kledingstuk.
Behalve een lap textiel, is een hoofddoek ook een instrument van onderdrukking: een manier om vrouwen hun individualiteit te ontnemen, te objectificeren als onvolwaardige buitenstaander: de spreekwoordelijke 'Ander', in de woorden van Simone de Beauvoir.
In Iran, zo lijkt het haast, vervult de hoofddoek een vergelijkbare functie als de middeleeuwse voorloper van de gele davidster, namelijk als een manier om de uitsluiting van de drager in de openbare ruimte te garanderen.