Mannen weten exact hoe roofzuchtig hun soortgenoten kunnen zijn
COLUMN - Hij begrijpt het gewoon niet. Die gedachte overheerste aanvankelijk toen ik naar John de Mol luisterde, terwijl Tim Hofman hem voorlegde wat zich in zijn bedrijf had afgespeeld. En daarna: hij wil het niet begrijpen. Want daar had hij geen belang bij.
Liever beriep De Mol zich op zijn papieren werkelijkheid. Getergd verzuchtte hij: er waren toch procedures, vertrouwenspersonen en volop loketten? Zolang die vrouwen daar geen gebruik van maakten, kon hij toch helemaal niet weten wat zich op zijn werkvloer (en daarbuiten) afspeelde?
Ik dacht aan het onbenul van veel mannen. Aan hun systematische blinde vlek, hun onvermogen – en soms: hun aperte onwil – om zich in een ander te verplaatsen, met name in iemand die bang is. Je hoefde er niet in mee te gaan! Je kon toch weglopen? Je kunt gewoon ‘nee’ zeggen. Je kunt na afloop zelfs klagen bij een loket.
Ik dacht aan al die mannen die geen idee hebben dat veel vrouwen, als ze ’s avonds op straat lopen, op voorhand hun sleutelbos in hun vuist klemmen, het scherpe metaal tussen hun vingers naar buiten gericht. Aan al die vrouwen die buitenshuis oordopjes dragen, als voorwendsel om niet te hoeven reageren op invitaties en ‘complimentjes’. Aan al die vrouwen die vrezen dat de man met wie ze de relatie willen verbreken, ‘uit zijn dak’ zal gaan. Aan al die vrouwen die een ‘kennis’ op bezoek krijgen en hem vervolgens met geen mogelijkheid hun huis uitkrijgen. Aan al die vrouwen die toegeeflijk blijven, uit angst dat wanneer ze dat niet doen, het geweld alsnog losbarst.