KSTn – Medicijnen en gezondheid
De Tweede Kamer mag dan wel met reces zijn (net zoals een groot deel van de redactie alhier en waarschijnlijk ook veel mensen in het land), de stroom kamerstukken gaat gewoon door. Zo viel deze week het verslag van het overleg over het geneesmiddelenbeleid op de mat. Dit overleg was naar aanleiding van de notitie van Minister Klink waarin hij zijn langetermijnvisie geneesvoorzieningen uiteen zette.
Met de komst van de zorgverzekeraars als mede-stuurder van de gezondheidskosten, de veranderingen in de keten farmacie tot patiënt en de toegenomen druk op de gezondheidskosten vliegen de wijzigingsvoorstellen je om de oren. Iedereen ziet wel ergens nog wat geld liggen dat bespaard kan worden. Maar zomaar besparen gaat natuurlijk niet als je het hebt over zorgverlening aan patiënten. Dan moet dus wel duidelijk zijn of die besparing niet ten koste gaat van de patiënt.
En dat maakt het tot zeer complexe materie waar ook nog eens wat vermogende partijen via-via proberen mee te praten.
Ik vind het heel moeilijk om uit de discussie naar boven te krijgen wat nu goed en wat nu slecht is. Maar aan de hand van drie stukjes van Kamerleden wil ik het toch in ieder geval iets levendiger maken, alvorens het even een wending te geven.
Mevrouw Schemers:
“De CDA-fractie steunt het baseren van de pakketkeuze op richtlijnen en protocollen van professionals en zij is het eens met het hieraan toevoegen van de factor doelmatigheid, maar zij zet wel vraagtekens bij het gebruik van Quality Adjusted Life Years (QALY’s) als meetinstrument in de assessmentfase, omdat de gezondheidswinst moeilijk precies te berekenen is.”