Een dagje boem boem boem
OPINIE - Dance festivals in de open lucht zijn populair. De geluidsoverlast blijft zorgen voor klachten van omwonenden en natuurbeschermers.
Het festivalseizoen is weer begonnen. Fijn voor de muziekliefhebbers. Minder plezierig voor omwonenden in de wijde omtrek die urenlang getrakteerd worden op dreunende bassen. En in deze tijd ook nog schadelijk voor de broedende vogels. Protesten en tegenacties (NDSM-terrein Amsterdam-Noord, Zwolle, Leeuwarden, het Soendafestival in Utrecht/De Bilt) halen doorgaans weinig uit. Gemeentebesturen verlenen gemakkelijk vergunningen, maar de daarin gehanteerde geluidsnormen nemen de klachten niet weg. “Niet zeuren” lijkt het antwoord van de organisatoren van de festivals en de meewerkende autoriteiten. “Het is maar een dagje, we zijn zo weer weg.” Natuurlijk is geluidsoverlast erg subjectief. Maar het aantal luidruchtige festiviteiten in de open lucht neemt toe. En het volume neemt niet af. Tot nu toe zijn er ook geen wettelijk vastgestelde grenzen voor de geluidsoverlast van evenementen.
Het verkrijgen van een vergunning voor zo’n festival is overigens geen sinecure, zo blijkt bij navraag naar de gang van zaken bij het Soendafestival waar de Gemeente De Bilt verantwoordelijk voor blijkt te zijn. De organisatoren moeten zelf een inschatting van de geluidsbelasting maken. De aanvrage wordt door de Omgevingsdienst, een extern bureau voor milieumetingen, beoordeeld en van advies voorzien. De burgemeester beslist uiteindelijk. Omwonenden van de Ruigenhoekse polder maken al jaren zonder succes bezwaar tegen het festival. Een van de redenen is de verstoring van vogels in het broedseizoen. De burgemeester van de Bilt zag ook voor dit jaar ondanks uitspraken van de gemeentelijke adviescommissie voor bezwaarschriften en de Nationale Ombudsman geen reden om een vergunning te weigeren. Volgens de omwonenden moet de burgemeester maar eens duidelijk maken welke reden hij heeft om die vergunning wél te geven na afweging van alle belangen.