Politiek medeverantwoordelijk voor moordpartij?
Een parlementslid in het hoofd geschoten, 12 anderen gewond en zes doden. Dat is de treurige balans nadat een man zijn pistool leeg schoot in een menigte die was komen kijken naar Gabrielle Giffords, het Democratische parlementslid dat werd neergeschoten.
Het parlementslid stond op een ‘hitlist’ van Sarah Palin. Een lijst met Democratische parlementsleden die voor de omstreden gezondheidshervormingen van Obama hadden gestemd. Deze moesten vervangen worden volgens Palin. Een legitieme oproep, maar bij de lijst stond een kaartje waarop met schietschijven de ‘slachtoffers’ stonden aangegeven.
Een van die schietschijven kan nu dus verwijderd worden, of is al verwijderd, want Palin heeft – waarschijnlijk geschrokken – álle schietschijven van de lijst gehaald na de aanslag. Wat er nu gebeurd is zal niet haar bedoeling geweest zijn, maar wat ze deed kan wel hebben bijgedragen aan de gebeurtenissen. Misschien is het logisch voor een natie die al bijna een decennium constant in oorlog is, maar oorlogs- en geweldsretoriek heeft zich daar de laatste tijd sterk vermengd met de gewone politieke retoriek. De Tea Party is daar een goed voorbeeld van.
Van de huidige dader is het motief nog niet bekend, maar wat wel bekend is dat hij het specifiek op Griffords gemunt had. Er is bekend geworden dat hij was de laatste tijd online politiek actief was, wat zou kunnen duiden op een politieke aanslag vanuit de rechter hoek. Anderen koppelen hem aan een anti-zionistische groep – Giffords was joods.