Ergens aan het begin van deze eeuw, liep ik op een zekere vrijdag in het gezelschap van een stevige kater een broodjeszaak te Amsterdam binnen. Nadat ikmijn bestelling had opgenomen, ging ik naar de leestafel om een tijdschrift uit te zoeken. Aan de leestafel zat het kantoor van Hammerstein en Spong te lunchen, inclusief de twee naamgevers. Een stuk of tien dames en heren. Strak in het pak, hoog bretelsgehalte. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik enigszins onder de indruk was en daarom ook niks scherpzinnigs wist te antwoorden toen een van de advocaten, nadat ik al een kleine anderhalve minuut bezig was de stapel tijdschriften door te worstelen, vroeg of ik de Donald Duck aan het zoeken was.
Aan deze kleine gebeurtenis in mijn verder bijzonder boeiende leven, moest ik denken toen ik gisteren naar De Verdediging keek, een documentaireserie van Monique Nolte over de strafpleiters van ‘het spraakmakende advocatenkantoor’ Ficq & Partners. Ik keek altijd op naar advocaten die de nobele taak op zich hebben genomen zware criminelen te verdedigen. Maar sinds gisteren is dat anders. IJdele aanstellers van het ergerlijkste soort, dat zijn het.