Hulspas weet het | Wat leerde Hitler van Wagner?

Wie zullen we de schuld geven voor Hitlers racisme en antisemitisme? In de afgelopen halve eeuw zijn verschillende potentiële daders aangewezen. Hitler zélf suggereerde in Mein Kampf dat hij al vóór de Eerste Wereldoorlog ‘inzag’ dat de joden de bron waren van alle kwaad, met als gevolg dat latere auteurs op zoek gingen in Wenen, bij de beruchte burgemeester Karl Lueger (die de verkiezingen won dankzij een antisemitisch programma maar eenmaal aan de macht geen enkele antisemitische maatregel nam), of bij Weense randfiguren als Jörg Lanz von Liebenfels. Maar het is inmiddels duidelijk dat Hitlers antisemitisme pas ná de Eerste Wereldoorlog ontstond. Mein Kampf geeft (dus) geen inzicht in zijn bronnen, en ook een analyse van de tekst biedt geen helderheid. Hitler las alles wat los en vast zat, of zoals Ewoud Kieft in Het verboden boek schrijft (zie hier mijn eerdere recensie) (p. 139): Met lezen bedoelde Hitler grasduinen, het doorbladeren van een boek totdat je iets vindt wat je wereldbeeld bevestigt. (…) Hij verzamelde wat hem te pas kwam, rukte het uit zijn verband en legde het in het mozaïek van zijn wereldbeeld. (…) Van iemand die welbewust zijn intellectuele bronnen aanpast om zijn eigen standpunten te bevestigen, val moeilijk te zeggen wat nu werkelijk zijn denken heeft beïnvloed.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

De wereld van Mein Kampf

RECENSIE - Twee dingen vielen Ewoud Kieft op, nadat hij de Duitse recensies van Mein Kampf verzameld en gelezen had. Ten eerste dat het boek aanvankelijk door de ‘democratische kranten’ genegeerd werd. Hij interpreteert dat als een teken van minachting. Dat boek van Hitler deed er niet toe, want die hele völkische beweging lag immers op zijn gat. Het was een verzameling schreeuwers, meer niet.

Toen de conservatieve Deutsche Zeitung een slechte recensie afdrukte (de krant vond Hitler zelfingenomen en ‘onverdraaglijk opdringerig’) publiceerden dezelfde kranten ineens lange stukken over het boek waarin ze honend de kritiek van de Deutsche Zeitung citeerden – om nog maar eens te benadrukken dat het daar op rechts nooit wat zou worden. ‘De verleiding,’ aldus Kieft, ‘om de völkische politiek te beschouwen als een beweging die zichzelf zou vernietigen, bleek eens te meer hardnekkig.’

Maar er viel hem al lezend nóg iets op (blz. 197):

De woorden “jood” of “antisemitisme” kwamen in de meeste besprekingen van Mein Kampf niet of nauwelijks voor.

Antisemitische bladen stonden er hooguit zijdelings bij stil en

de gevestigde liberale en socialistische kranten gingen in hun eerste recensies al helemaal niet op Hitlers antisemitisme in.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

Oorlogsenthousiasme? Ach, kom nou toch!

OPINIE - ‘Het oorlogsenthousiasme leeft weer (en het pacifisme is dood)schrijft Thomas Vanheste op De Correspondent. Ik blijf me er altijd over verbazen hoe belezen, intelligente mensen knoeperts van denkfouten kunnen maken. Bij Vanheste lijkt het een geval van kokervisie.

Vanheste bespreekt een recent uitgekomen boek van NIOD-onderzoeker Ewoud Kieft over oorlogsenthousiasme in de aanloop van de eerste wereldoorlog. Oorlog werd destijds door een keur aan intellectuelen gezien als een zuiverend vuur, dat Europese landen nieuwe bezieling zou kunnen geven in een door falende democratieën, materialisme en individualisme getekende moderniteit.

De correspondent staat uitgebreid stil bij de door Kieft beschreven anarchist Erich Mühsam, die zich als pacifist verzette tegen de demonisering van de tegenpartij in oorlogspropaganda, maar langzaam aan steeds meer een eenling werd. Met lede ogen constateert Vanheste dat het pacifisme vandaag de dag echter zo goed als dood is.

Maar dat het pacifisme haar geloofwaardigheid heeft verloren, betekent natuurlijk nog niet automatisch dat het oorlogsenthousiasme weer leeft. Integendeel: oorlog wordt in het Westen vandaag de dag doorgaans als noodzakelijk kwaad gezien, maar wel een kwaad dat liever vermeden wordt.

Hoe succesvol een propagandafilm als American Sniper ook mag zijn, ze kan niet verhelen dat het Amerikaanse publiek in den brede na twee oorlogen in de islamitische wereld oorlogsmoe is en cynisch over de redenen om ten strijde te trekken en wat die oorlogen nu helemaal hebben opgeleverd.