Het einde van de zachtmoedigheid

De zachtmoedigen waren niet langer te handhaven. Hoezeer de neoconservatieven, de marktwerkinggoeroes, de nieuw-spirituelen en de financieel toezichthouders ook probeerden – de zachtmoedigen kónden niet kijken met de sociaal-econcomische bril die hen met kracht op de neus werd gedrukt. De zachtmoedigen waren blind voor de waarheid: dat alles, werkelijk alles, in financiële waarde kon worden uitgedrukt. Het was de grootste prestatie van de mens: een systeem ontwerpen waarop alles wat bedacht kon worden – nee sterker nog, de gedachten zelf – op waarde beoordeeld konden worden. Alles had immers sociaal-economische waarde, uitgedrukt in euro's. Op die schaal kon alles worden gewogen, bekeken en geanalyseerd. Beleidsmakers werd aangemoedigd vooral strikt te budgetteren en te streven naar kosten-efficiëntie. Wat het beleid moest doen, was zo slank en elegant mogelijk zo min mogelijk kosten, en zo veel mogelijk opleveren. Dit was niet nieuw. In alle tijden was er sprake geweest van een economische afweging, maar dat het door iedereen werd omarmd als als wereldlijke kenwijze was wel nieuw. Het oversteeg de vroegere scheidslijnen in het maatschappelijk debat want iedereen deed mee: confessionelen, liberalen, zelfs socialisten en sociaal-democraten. Iedereen had het over geld, en bij elk interessant plan of leuk voorstel stelde men in de vraag: 'Leuk, maar wat kost dat?'

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.