Coöperaties erkend in Energieakkoord

“Samen sta je sterk” is het idee achter de coöperatie. Nederland is van oudsher een coöperatieland, met de Rabobank als bekendste voorbeeld. Deze week besteden De Nieuwe Pers en Sargasso in het weekthema aandacht aan Oud-Hollandsch Coöpereren. Decentrale energie, dat zijn burgers die samen een energiebedrijf oprichten door lokaal energie op te wekken en af te zetten. Jolt Oostra noemde de landelijke opkomst van deze energiecoöperaties toen een stille revolutie met als doel onafhankelijk te zijn: 'Daarbij speelt het sentiment dat je als gemeente jezelf kunt voorzien van duurzame lokale energie en niet afhankelijk bent van grote multinationals, waarvan je de winst naar het buitenland ziet verdwijnen.' Duurzame energie, daar moeten de makers van het energieakkoord enthousiast van worden. Vorige week maakte de SER bekend dat er overeenstemming is bereikt over een Energieakkoord voor duurzame groei. Is er in dit akkoord ook aandacht voor al die lokale projecten en coöperaties? Daarover sprak ik met Igor Kluin, activistisch ondernemer, die begin van dit jaar stevige kritiek gaf op de plannen van het ministerie van Economische Zaken wat betreft de decentrale energie in het akkoord.

Foto: Astrid (cc)

EZ snoert decentrale energie de mond

NIEUWS - De nieuwe plannen van EZ voor een wetswijziging zijn een paard van Troje die werkelijke hervormingen van de energiemarkt nog jaren zullen vertragen. Daarom willen ze waarschijnlijk niet dat er over bericht wordt, schrijft Igor Kluin.

Vorige week maandag presenteerde het ministerie van Economische Zaken (EZ) de plannen rond decentrale energie aan diverse leden van eDecentraal. Het ministerie vroeg iedereen nadrukkelijk om alle informatie binnen die vier muren te houden omdat het anders hun proces zou verstoren. Dat is voor mij reden te meer om het bij deze open op internet te bespreken.

Ik zat mij continu af te vragen waarom EZ nou zo graag wil dat hun plannen niet naar buiten komen. Dit is toch de Nederlandse overheid, niet de Cubaanse? Waarom zou je als overheid zo’n merkwaardige, riskante eis stellen tijdens nota bene een inspraaksessie?

En toen, in een onbekommerd moment van de presentatie, liet EZ terloops vallen dat lokale energie geen factor is bij het behalen van de doelstelling voor 16 procent duurzame energie in 2020. Met andere woorden, de zaal was gevuld met mensen en initiatieven die verder geen impact vertegenwoordigen, volgens EZ.

Kortom, een wetgevingstraject, inspraaksessies, geheimhoudingsverzoek en druk op de ketel, allemaal voor iets dat irrelevant wordt geacht. Noem mij maar naïef, maar ik vind dat opvallend. Het wordt nog opvallender als je bedenkt dat precies op dit moment in de SER aan een groot energieakkoord wordt gewerkt dat wanneer het slaagt, allesbepalend zal zijn voor de energiehervormingen die Nederland tot 2020 zal doorvoeren. Waarom zou je dan nu snel nog even een mini-akkoordje er doorheen proberen te jassen?

Om dat antwoord te vinden wil ik het even over de inhoud van het voorstel hebben, omdat dat wellicht duidelijk maakt waarom EZ zo’n haast heeft en niet wil dat we het verder vertellen. Twee dingen zijn daarbij cruciaal en verraden mogelijk de motieven.

Verlaging energiebelasting op zelflevering

EZ stelt voor om de belasting op zelf of samen opgewekte energie iets te verlagen en zo dus gunstiger te behandelen. Daarbij wordt geheel voorbij gegaan aan de nog volop lopende discussie dat je over eigen stroom helemaal geen belasting kunt heffen. Energiebelasting wordt geheven over ‘levering’ en als één partij zowel opwekt als afneemt, dan is er geen sprake van levering. Als je zelf die beroemde tomaten kweekt en vervolgens ook weer op eet, zit er ook geen belasting tussen. Gelukkig maar.
EZ weet dat diverse partijen dit technische argument van ‘geen levering’ aanwenden. Door nu akkoord te gaan met een laag belastingtarief op zelflevering laten we dus een zeer fundamenteel principe los: wat je zelf maakt en zelf gebruikt is gewoon onbelast. Het voorstel van EZ vormt daarmee (als ‘t er door zou komen) zeer belangrijke, schadelijke jurisprudentie voor alle nieuwe energiemodellen die we nog gaan bedenken met z’n allen.  Ik begin die haast al een beetje te snappen.

Geografische begrenzing 

Een ander belangrijk fundamenteel punt dat EZ in haar voorstel introduceert is onderscheid tussen ‘decentrale energie’ en ‘lokale energie’. EZ erkent weliswaar dat al die zogenaamd ‘irrelevante’ lokale initiatieven met elkaar moeten kunnen samenwerken. En dat energie die binnen een coöperatie wordt opgewekt onder gunstige voorwaarden ook weer binnen die coöperatie moet kunnen worden gebruikt. ‘Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat heel Nederland energie met elkaar deelt.’ Daar zitten volgens de ambtenaren van Economische Zaken nu eenmaal grenzen aan.

Maar welke grenzen zijn dat dan? Hoe bepaal je die? EZ vertelde in een deelsessie dat misschien wel tien manieren van grensbepaling de revue gepasseerd zijn. Daarmee is meteen de armoede van de uiteindelijke keuze wel verklaard: postcodes. Dat samenwerken met energie is allemaal wel leuk, maar niet verder dan de volgende postcode. Tja, dat is vragen om ellende. In het eigen voorbeeld dat EZ toonde, was meteen al pijnlijk zichtbaar dat het dan voor kan komen dat je in sommige gevallen wel samen mag werken met iemand dertig kilometer verderop, maar dat iemand tien kilometer verderop buiten de grens valt. Postcodes zijn nu eenmaal gemaakt voor handige postroutes, niet voor energiesamenwerkingen. Het enige argument voor een postcodebegrenzing was volgens EZ het feit dat de Belastingdienst met alle andere afbakeningssystemen administratief  niet overweg kon. Wat een armoe.

De rechtsongelijkheid die hieruit volgt zal diverse rechtszaken tot gevolg hebben. Maar dat is niet het ergste. Veel erger is dat een fantastisch populair initiatief als de Windcentrale hiermee wordt gepasseerd terwijl daar is gebleken dat het een enorme aanjager kan zijn voor de verduurzaming van Nederland. Daarvoor is participatie en investering door burgers cruciaal en de Windcentrale is een bewezen kaskraker. Helaas valt die wel net buiten de volgende postcode, erg jammer.

Betrokkenheid

Het gaat niet om lokaal in geografische zin, maar om betrokkenheid. Dichtbij betekent hier dichtbij je hart en ziel. Nabijheid is dus geen postcode maar een emotionele binding. Dat is waarom energiecoöperaties zo krachtig zijn en dat is waarom ze een gigantische bijdrage kunnen leveren aan het halen van de duurzame doelstellingen voor 2020. Alle mensen die een zonnepaneel willen delen op het dak van de school verderop, of die mensen die een stukje van hun eigen windmolen hebben kunnen kopen, al die mensen zijn in één klap part of the solution geworden. Niet alleen die zelf opgewekte kilowattuurtjes tellen daarbij mee, maar vooral ook de bewustwording en commitment aan het energievraagstuk. Energie zit bij die mensen voor in hun hoofd en dat maakt dat ze zuiniger met hun energie omspringen, meer zullen besparen en zelfs een zuinigere auto kopen als het zo ver is. Echt, mensen die zelf opwekken zijn de beste bespaarders. Als je zelf iets maakt, ga je er zuiniger mee om.

Ik vind dat EZ een gigantische vergissing begaat door bottom-up energie als irrelevant te bestempelen. Dan ga je volledig voorbij aan de kracht en energie van de mens.

Maar nog veel kwalijker vind ik de overduidelijke tactiek om snel een ogenschijnlijk sympathiek wetje er doorheen te drukken. Dit vermoeden werd bevestigd toen ik uit de wandelgangen van het SER-akkoord vernam dat EZ daar duidelijk te kennen heeft gegeven dat over dit plan niet onderhandeld gaat worden.

Noem mij een doemdenker, een zeur, een fanaat. Maar als u mij niet gelooft, geloof dan Herman Wijffels. Die twitterde op 5 februari: ‘Is EZ met nieuwe en overhaaste wetgeving decentrale energie aan t frustreren en het SER traject de pas aan het afsnijden? Lijkt er wel op.’

Dit is geen sympathieke eerste stap naar een hervorming van ons energiestelsel. Het is het paard van Troje dat echte energie-hervormingen voor vele jaren zal vertragen. Ik hoop dat het bestuur van eDecentraal daarom kritischer wordt in haar lobbyrol, want de huidige gezellige samenwerking met EZ leidt tot geen enkele verbetering voor haar leden.

Via Energieplus.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.