De overheid, de bijstand en de banaliteit van het kwaad

Of het nu om de zorgtoeslagenaffaire of de keihard falende participatiewet gaat, de klucht die 'overheid helpt mensen de vernieling in' heet keeps on giving. Ook de afgelopen weken stapelden de verhalen zich op. Mensen die naar de klote worden geholpen omdat ze voor een paar tientjes per week boodschappen krijgen van een familielid, terwijl hetzelfde krijgen via de voedselbank wél mag. Mensen waarvan de ex de gezamenlijke kinderen wat zakgeld geeft, dat teruggevorderd wordt omdat het extra inkomen zou zijn. En wat we horen is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Het is makkelijk om dit af te doen als excessen, maar dat zijn het niet. Het is geen overijverige ambtenaar die de regeltjes wat te streng interpreteerde. Nee, het is het beleid. Het zijn de regels. Er zijn zelfs systemen ontwikkeld die dit soort 'fraude' moeten ontdekken en afstraffen. Het ís onze overheid. Een overheid die er het afgelopen decennium onder het mom van 'werken moet lonen' voor koos om niet het werken lonend te maken, maar ons sociale stelsel af te breken zodat de bedragen waar je van moet rondkomen 'niet meer van deze tijd zijn'. Een overheid die een wirwar van regeltjes optuigde die alleen nog maar met een universitaire graad zijn te ontwarren zodat velen niet eens krijgen waar ze recht op hebben. Een overheid die als je een misstap maakt dat per definitie fraude noemt en zo veel geld terugvordert dat je direct de schuldsanering in moet, ware het niet dat je daar als fraudeur niet voor in aanmerking komt en het dus letterlijk game over is. Diezelfde overheid trekt zich steeds verder terug en verwacht dat we meer en meer voor elkaar zorgen - de participatiesamenleving, weet u nog -, maar straft mensen die dat doen tegelijkertijd af. Bijvoorbeeld door te korten op een uitkering als iemand te veel tijd doorbrengt bij de persoon voor wie iemand mantelzorgt, omdat diezelfde overheid de thuiszorg heeft kapotbezuinigd. Of door mensen te straffen omdat ze dat doen waar je ze toe dwingt: het bedrag dat te laag is om van rond te komen aanvullen. Je moet en zal in de bijstand ónder het bestaansminimum moeten leven. Je gaat je bijna afvragen of dit ook is wat Hannah Arendt bedoelde met 'de banaliteit van het kwaad'.

Door: Foto: Tim Green (cc)

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.