De kwalijke suggestie is dat de gewone man zich laat leiden door zijn onderbuik, waar de intellectueel, alias de “weldenkende Nederlander”, zich door ratio zou laten leiden. Maar de gewone man kent de realiteit heel goed. Vaak beter dan de academici in hun witte wijken, die hun trendy zienswijzen graag uitdragen als moreel superieur, als de Betere Gedachten. Terwijl er bij hen absoluut eigenbelang meespeelt. De globalisering biedt hoogopgeleiden carrièrekansen, maar is voor praktisch opgeleiden vaak bedreigend.’
In Ode aan het Klootjesvolk haalt historicus en oud-policitus Coos Huijsen de hekel over de zelfgenoegzame, weldenkende hogeropgeleide elite, die de gewone man versmaadt, maar wél de institutionele macht heeft om het leven van die gewone man ingrijpend te beïnvloeden.
Geen nieuw thema voor Huijsen: bijna dertig jaar terug waarschuwde hij in zijn boek Nog is links niet verloren dat het partijkader van de PvdA losgezongen was geraakt van de traditionele achterban: de witte arbeider. De progressieve hogeropgeleiden kregen het voor het zeggen, en meenden te weten wat goed was voor de gewone man. In het Verenigd Koninkrijk zien we hetzelfde proces, met gevolg dat de blanke arbeidersklasse massaal overloopt naar de Conservatieven.
Het Financieel Dagblad heeft een aansprekend interview met Huijsen. Deze slaat spijkers met koppen. Ook de weldenkende elite heeft een onderbuik, en deze schijt op lageropgeleiden.