Het einde van ‘het product’?
In de Tegenlicht-uitzending van vorige week over ‘Cleantech’ kwam led-lamp-pionier Frans Otten aan het woord (40:00). Otten – achterkleinzoon van Anton Philips trouwens – gaf aan waarom hij zijn technologie deelde met een Chinees staatsbedrijf. De veelgehoorde redenering is dat Chinezen er meteen mee weglopen, maar Otten zette zijn angst overboord: zijn doel is immers dat China energiezuinige lampen gaat gebruiken, en of hij daar nou wel of niet financieel beter van wordt is van ondergeschikt belang. De toekomst van technologie is zo snel en zo veel mogelijk delen. Goed van Tegenlicht om dat nog eens te benadrukken.
Maar Otten hintte nog iets over de toekomst: aangezien een led-lamp 30 jaar meegaat, is het model van ‘zoveel mogelijk lampen produceren’ ook passé. Een bedrijf als dat van Otten zou misschien eerder de dienst ‘verlichting’ moeten gaan leveren, door bijvoorbeeld led-lampen te leasen. Een verschuiving van product naar dienst, van kwantiteit naar kwaliteit, van ‘output’ naar ‘outcome’. Is dat iets wat we meer gaan zien?
We leren allemaal op school dat meer economische ontwikkeling gepaard gaat met een verschuiving van de primaire- (grondstoffen) en secundaire- (industrie) naar de tertiaire- of dienstensector, met de dienst als het ongrijpbare broertje van het goed, niet vast te pakken, niet te verplaatsen of op te bergen. Dat zou goed nieuws zijn: allemaal naar een gedematerialiseerde ‘ontkoppelde’ economie waarbij voor elke euro aan waarde steeds minder grondstoffen en uitstoot nodig is.