UEFA, geef me mijn voetbal terug
COLUMN - Hoera. De Champions League is weer begonnen. Weg met die lange grijze winteravonden voor de houtkachel met een goed boek en een glas rode wijn. Lekker weer de dinsdag- en woensdagavonden voor de buis hangen. Genietend van het neusje van de zalm van de grootste voetbalcompetitie ter wereld. PSG en Chelsea beten het spits af in een toernooi dat alleen nog maar voor superrijke voetbalclubs toegankelijk is. Een uitzondering daargelaten. Vijftig miljoen euro voor een middelmatige speler als David Luiz, wie kan dat nog betalen? Leicester, de nummer laatst van de Engelse competitie wellicht. Dankzij de verkoop van de uitzendrechten van de Premier League. Maar op het Engelse voetbal staat nu eenmaal geen maat.
PSG-Chelsea was van een bedroevend laag niveau. Weinig strijd, nauwelijks kansen en twee ploegen die er geen wedstrijd van wensten te maken. Bang als zij waren om nu al op een onoverkomelijke achterstand gezet te worden voor de return op 11 maart. Chelsea kreeg in negentig minuten tijd welgeteld één hoekschop en schoot twee keer op doel. Statistieken liegen niet. Beschamend. Daar dacht de Special One natuurlijk anders over. Mourinho weigerde toe te geven dat zijn spelers niet goed waren. Hij was zelfs uitermate tevreden over het eindresultaat. ‘It was an important goal for us because a draw with a goal is better than one without.’ Een waarheid als een koe. Cruyff zou het niet beter gezegd kunnen hebben.