Mandela, apartheid en de Tweede Kamer
ANALYSE - Nelson Mandela en het ANC werden door Nederlandse politici niet altijd even positief bekeken. Inmiddels lijkt de herinnering daaraan grotendeels verdwenen.
Bij het overlijden van Nelson Mandela durfden maar weinigen kritiek te hebben op de voormalige leider van het ANC en Zuid-Afrika. Dat was anders toen hij nog gevangen zat op Robbeneiland. Naar verluid duidde Margaret Thatcher hem aan als that grubby terrorist. Zeker is in ieder geval dat Thatcher, kenmerkend voor de Britse Conservatieven, het ANC a typical terrorist organisation vond.
Ronald Reagan, wiens beleid ten opzichte van Zuid-Afrika door Desmond Tutu werd omschreven als immoral, evil and totally un-Christian, plaatste het ANC op een lijst van terreurgroepen, een situatie welke tot 2008 zou voortduren.
Ook in Nederland werden Mandela en het ANC niet altijd in een positief licht gezien. Weliswaar werd op 21 juni 1983 een motie (pdf), ingediend door CDA’er Jan Nico Scholten, in de Tweede Kamer aangenomen waarin werd opgeroepen tot vrijlating van Nelson Mandela, maar met name tegen concrete maatregelen om de apartheid te bestrijden bleef veel verzet bestaan.
Klein rechts (SGP, GPV, RPF)
Op dezelfde dag dat de motie-Scholten werd aangenomen, werd, zoals blijkt uit het kamerverslag (pdf), tevens gedebatteerd over de vraag of Nederland eenzijdige economische sancties tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime zou moeten treffen. Vooral de houding van de kleine christelijke partijen SGP, GPV en RPF was daarbij opvallend.