Kritisch op AI, maar het toch gebruiken: hypocrisie of noodweer?

Stel je voor: je woont in een land waar iedereen een wapen mag kopen bij de supermarkt, en je buurman, die gelooft dat de aarde plat is en Obama een hagedis, heeft er inmiddels dertien. Jij gelooft in hopeloze 'nance, democratische instituties en het nut van dialoog. Maar ja, jij hebt geen geweer. Op een dag barst de boel: burgeroorlog. Wie wint er, denk je? Juist. Niet degene met het pamflet over geweldloos verzet. Dit is het dilemma van de AI-kritische mens in 2025. De algoritmische pandemie is niet meer te stoppen. Elk bedrijf, van de lokale fietsenmaker tot de internationale datahoer, plugt nu AI in alsof het wifi is, onder het mom van "je moet wel mee, anders blijf je achter." En wat doet de kritische burger? Die overweegt... om toch maar ChatGPT te gebruiken. Of Gemini. Of wat er deze week weer gratis bij de cloudboer zat. En dan komt de existentiële kramp: Mag dat wel? Mag je AI gebruiken als je je zorgen maakt over arbeidsverdringing, culturele verschraling, data-extractie en het feit dat alles wat je zegt nu potentieel trainingsmateriaal is voor een digitale Terminator? Het eerlijke antwoord: natuurlijk niet. Maar ook: natuurlijk wel. Net als die linkse Amerikaan die op zolder een wapenkast heeft “voor het geval dat,” zit ook de AI-criticus met een innerlijke tegenstrijdigheid. Je weet dat dit systeem gebaseerd is op het stripminen van menselijk werk, taal en creativiteit. Je weet dat de modellen zonder eerlijke compensatie zijn gebouwd en dat ze draaien op servers die meer energie vreten dan een middelgroot land in een jaar. Maar je gebruikt het tóch. Niet uit gemak, maar uit zelfverdediging. Want kijk om je heen. De CEO’s die praten over “menselijke maat” gebruiken zelf AI om hele afdelingen te vervangen. En de journalist die principieel zijn stukken op een typemachine tikt? Die leest niemand meer, want het is niet “SEO-geoptimaliseerd”, en diens output is zo ondermaats dat die wordt wegbezuinigd. In deze wapenwedloop heet het morele wapen relevantie. En als je dat niet meer hebt, kun je net zo goed flyers uitdelen op de maan. Dus ja, het is ethisch discutabel om AI te gebruiken als je je er zorgen over maakt. Maar het is ook onethisch om stil te blijven terwijl de datatanks over je waarden heen rollen. Misschien is het zelfs laf om het terrein onbewapend op te geven aan de techno-utopisten en marketeers met een godcomplex. Dus pak dat taalmodel. Gebruik het. Misbruik het zelfs, als dat nodig is. Maar blijf schoppen tegen de stroom in. Schrijf kritische stukken. Stel lastige vragen. Laat de machine meewerken aan zijn eigen kritiek. En dat doe ik dus, ook op Sargasso. En vergeet niet: ook in een burgeroorlog mag je principes hebben. Maar je hoeft jezelf niet naar de slachtbank te laten leiden.

Door: Foto: Igor Omilaev on Unsplash

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.