Hulspas weet het | Een lot uit de kosmische loterij
COLUMN - Zo’n anderhalf miljard euro heeft de eerste detectie van zwaartekrachtgolven gekost. En volgens vrijwel iedereen die er een mening over heeft, was elke euro daarvan welbesteed. Astronomen hebben nu een nieuw ‘venster op de kosmos’ (die metafoor kwam ontelbare malen voorbij) en kunnen nu nóg dieper doordringen in de Oerknal. En dat is dringend noodzakelijk.
Niet omdat zoiets nieuwe onverwachte praktische toepassingen gaat opleveren (uitvinders hebben de komende eeuw meer dan voldoende aan de ontdekkingen van de vorige eeuw), maar om een steeds nijpender probleem op te lossen. Nijpend voor astronomen – maar daarom niet minder dramatisch. Sinds een aantal jaren begrijpen ze namelijk niks meer van het heelal.
Twee onoplosbare problemen
Twee problemen blijken onoplosbaar. Ten eerste (in niet-chronologische volgorde) is daar het fenomeen dat de uitdijing van het heelal niet langzaam vertraagt, zoals je zou verwachten (ten gevolge van de aantrekkingskracht van de kosmos) maar juist versnelt. Iets ‘duwt’ de expansie naar grotere snelheden. Dat probleem is mathematisch snel op te lossen door een enorme dark energy in de vergelijking te stoppen die deze stuwkracht kan leveren. Simpel en mathematisch doeltreffend – maar in fysisch opzicht is zo’n ingreep natuurlijk heel lelijk.