Wat is Airbnb?

Wie heeft zich dat weleens afgevraagd? Je bezoekt misschien weleens de site en huurt, of verhuurt een huis. Net als vele anderen ken je het en gebruik je het. Maar wat is het? Airbnb is niet waar het zich voor uitgeeft. Eenvoudig gesteld bestaat een economie uit twee onderdelen. Je hebt economische spelers en je hebt een prijsmechanisme. Die economische spelers zijn bedrijven, of individuele personen. Met het produceren en afnemen van producten en diensten genereren zij vraag en aanbod. Het prijsmechanisme zorgt er voor dat vraag en aanbod bij een bepaalde prijs, de marktprijs, in evenwicht zijn. De ruimte waarbinnen dat prijsmechanisme functioneert noemen we de markt. Airbnb doet zich voor als zo’n economische speler. Hier kun je zien dat ze zichzelf identificeert als bedrijf, of eigenlijk als meerdere bedrijven. De provider van de website heet Airbnb Ireland UC en is een private unlimited company en voor de betalingen heeft ze twee bedrijven. Airbnb Payments UK Ltd., gevestigd in Londen en Airbnb Payments Luxembourg S.A., gevestigd in Luxemburg. Allemaal geregistreerd in de betreffende handels- en bedrijfsregisters. Die verschillende onderdelen hebben natuurlijk een directie, een kantoor en werknemers. Je zou daardoor zomaar de indruk kunnen krijgen dat Airbnb ook daadwerkelijk een bedrijf is. Wat is Airbnb Airbnb doet zich dus voor als bedrijf, maar het is geen bedrijf. Het is een organisatie van een andere categorie, die samen met vergelijkbare tech-organisaties, de structuur van onze economie verandert. Maak je zelf weleens gebruik van Airbnb, dan weet je dat Airbnb zelf geen bed & breakfasts aanbiedt. De site is de plek waar anderen hun aanbod plaatsen, zodat jij als vragende partij naar een Bed & Breakfast kan zoeken. Of andersom. Je verhuurt af en toe je huis en biedt hem via Airbnb aan. Airbnb zelf is geen vrager of aanbieder. Het is een digitale ruimte waar vraag en aanbod samenkomen, of beter gezegd, het is een markt. Een geprivatiseerde markt. Dat is geen geheim. We kunnen het op Wikipedia lezen. De Engelse Wikipedia noemt Airbnb ‘a company that operates an online marketplace’. De Nederlandse Wikipedia spreekt simpelweg over ‘een online marktplaats’. Airbnb is de digitale variant die we analoog al eeuwen kennen in de vorm van het marktplein in dorpen en steden. En zoals je daar gespecialiseerde markten hebt, zoals de kaasmarkt, de vogeltjesmarkt en de stoffenmarkt. Zo is Airbnb de digitale Bed and Breakfast-markt. Een geheim is het dus niet, maar over wat dat betekent wordt nauwelijks nagedacht. De publieke markt en de geprivatiseerde markt Voor Airbnb was er ook al een markt voor Bed & Breakfasts. Daar was de overheid marktmeester. Op basis van democratisch vastgestelde wetgeving bepaalde ze de regels van het economisch verkeer. Regels over de registratie, administratie en belasting van Bed & Breakfast-houders bijvoorbeeld. En regels over het vastleggen van contractuele voorwaarden en verplichtingen over en weer. Ze organiseerde ook de rechtspraak, waar disputen tussen verhuurder en huurder juridisch kunnen worden beslecht. B&B’s opereerden, en dat doen ze nog steeds, binnen die door de publieke marktmeester gestelde grenzen. Wat Airbnb vervolgens heeft gedaan is dat ze binnen de grenzen van de publieke markt, een private markt heeft ingericht, waarvan ze zelf de marktmeester is. Voor het functioneren van de B&B-markt was dat nuttig. Want tot dat moment was dat een onoverzichtelijke en gefragmenteerde markt. Veel kleine aanbieders, die gevonden moesten worden via lokale VVV’s, advertenties in toeristische blaadjes en zelf gebouwde websites. Airbnb heeft de digitale infrastructuur gemaakt om dat gefragmenteerde aanbod centraal te ontsluiten. Dat is nu veel sneller en beter vindbaar, waardoor er waarschijnlijk meer transacties plaatsvinden en deze markt dus beter werkt. Dat organiseren van infrastructuur is overigens typisch iets voor een marktmeester. Overheden hebben zich in de afgelopen eeuwen voortdurend beziggehouden met het aanleggen van marktpleinen, wegen, bruggen, kanalen, havens en sluizen. Infrastructuur die het in de eerste plaats mogelijk maakte om producten van het platteland in dorpen en steden te verkopen. Maar die, op grotere schaal, in de loop der eeuwen lokale markten met elkaar heeft verbonden, tot nationale en internationale markten. Dat bracht meer vragers en meer aanbieders met elkaar in contact waardoor ook meer concurrentie en specialisatie mogelijk werd. Wetten en belasting in de private markt Dat private marktmeesterschap van Airbnb gaat wel verder. In tegenstelling tot veel reguliere markten bepaalt marktmeester Airbnb welke persoonsgegevens en informatie over vrager en aanbieder bekend en zichtbaar zijn. Daaraan heeft ze ook een recensie- en beoordelingssysteem gekoppeld dat nog meer informatie verschaft over zowel het product en de verhuurder als over de (potentiële) huurder. Verder bepaalt ze hoe transacties verlopen en onder welke voorwaarden ze worden afgesloten. Bovendien loopt de transactie zelf via Airbnb en wordt de precieze locatie van het gehuurde pas bekend nadat de transactie is afgerond. Anders dan de publieke marktmeester bezit Airbnb dus ook alle informatie over alle transacties in deze markt. Net als overheden die belasting heffen om infrastructuur aan te leggen en te onderhouden, heft Airbnb ook een vorm van belasting. Daarmee kan ze haar infrastructuur in stand houden en winst maken. Want het betreft hier een marktmeester met winstoogmerk. Die belasting heet ‘service-fee’ en wordt, zoals bij BTW, over de transactie geheven. De rechtbank over Airbnb Toch wordt Airbnb niet als een markt herkend. Dat valt bijvoorbeeld af te leiden uit dit vonnis van de Amsterdamse rechtbank uit 2020. Daar wordt (los van de inhoud van de zaak) één en ander gezegd over de economische identiteit van Airbnb. In de samenvatting staat: (a) ’Website Airbnb handelt in strijd met de wet door bij zowel huurders als verhuurders bemiddelingskosten in rekening te brengen’. Even verder, waar ze als gedaagde wordt aangesproken, lees je: (b) ’de vennootschap naar buitenlands recht AIRBNB IRELAND UC’. Onder ‘Feiten’ wordt bij 1.1 gesteld: (c) ’Airbnb exploiteert een digitaal platform waarop accomodaties wereldwijd te huur worden aangeboden’ en bij ‘Vordering en verweer’ staat dat: (d) ’3.[…] Airbnb een platform exploiteert gericht op het tot stand brengen van huurovereenkomsten tussen verhuurders van onroerend goed of een gedeelte daarvan en huurders. Airbnb int voor de verhuurder bij de huurder de huursom. Verhuurder moet daarvan 3% bemiddelingskosten aan Airbnb betalen’ Dat Airbnb de juridische vorm van een bedrijf heeft gekregen was al duidelijk. Blijkbaar een vennootschap naar buitenlands recht (zie b). Maar wat wordt er verder gezegd over de organisatie die zich in deze juridische huls bevindt? Het is een website (a), een platform (d) dat wereldwijd accomodaties te huur aanbiedt (c) en is gericht op het tot stand brengen van huurovereenkomsten tussen verhuurders […] en huurders, waar ze bemiddelingskosten voor in rekening brengt (a,d). Een private markt wordt ze nergens expliciet genoemd, al wijzen (c) en (d) wel duidelijk in die richting. Op twee woorden, die de rechtbank hier gebruikt om de activiteiten van Airbnb te kwalificeren, wil ik iets verder ingaan. Airbnb bemiddelt en ze exploiteert een platform. Bemiddelaar Airbnb wordt betaald door wat de rechtbank in haar vonnis bemiddelingskosten noemt. Dat impliceert dat ze een bemiddelaar is. Maar is dat zo? Een vergelijking met een andere bemiddelaar in vastgoed kan helpen die vraag te beantwoorden. Die bemiddelaar is de makelaar, die bemiddelt bij verkoop van een woning. Dat bemiddelen betekent dat de makelaar tussen aan- en verkopende partij in zit en probeert de partijen tot elkaar te brengen. Normaal gesproken in opdracht van één van beide partijen. En dan gaat het meestal om een enkele transactie. Die makelaar heeft meer kennis over en zicht op de fysieke staat van een woning dan zijn, of haar opdrachtgever. Bovendien weet hij, of zij meer over de marktwaarde van vergelijkbare woningen in dezelfde omgeving. Kortom, bij dat bemiddelen draait het om een persoonlijke relatie en betaal je voor kennis, inzicht, ervaring en het netwerk van de bemiddelaar om een specifieke transactie tot stand te laten komen. Dat is niet wat Airbnb doet. Airbnb bemiddelt evenveel bij het tot stand komen van een huurovereenkomst als Funda dat doet voor een koopovereenkomst. Beide slagen er uitstekend in om het aanbod te ontsluiten, met afbeeldingen en specifieke informatie over de woning of het verblijf. Maar dat doen ze voor iedereen, voor de hele markt. Het verschil tussen beide is dat Funda louter informatie verstrekt, terwijl Airbnb de plek is waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten en transacties worden afgesloten. Maar zowel voor Funda als voor Airbnb geldt dat er geen sprake is van een persoonlijke relatie, hulp gericht op een bepaalde transactie, specialistische kennis, of een bepaald inzicht in de markt. Dat wat een bemiddelaar kenmerkt, heeft Airbnb niet in huis. Het lijkt er op dat de rechtbank simpelweg geen beter woord ter beschikking had dan bemiddelingskosten. Terwijl het eigenlijk een private vorm van belastingheffing is. Platformeconomie Verder exploiteert Airbnb volgens de rechtbank een platform dat gericht is op het tot stand brengen van huurovereenkomsten. Maar wat is dat, een platform? In de afgelopen jaren werden de termen platformeconomie en platformkapitalisme veel gehoorde begrippen. Mede dankzij het boekje Platform Capitalism van Nick Srnicek waarin hij een groot deel van de gedigitaliseerde economie onder die noemer schuift. De eerste vraag die dan bij je op komt stelt hij zelf ook: What are platforms? Zijn antwoord: At the most general level, platforms are infrastructures that enable two or more groups to interact. [p.43] En even verder: Platforms, in sum, are a new type of firm; they are characterised by providing the infrastructure to intermediate between different user groups, by displaying monopoly tendencies driven by network effects, […] and by having a designed core architecture that governs the interaction possibilities. [p.48] Wat aan deze beschrijving gelijk opvalt is dat zijn definitie van een platform praktisch identiek is aan een definitie van wat een markt is. Platforms en markten zijn vormen van infrastructuur waarop vragers en aanbieders elkaar kunnen vinden. Het woord govern wijst ook op de gelijkenis met taken die van oudsher bij de overheid liggen. Je kunt hem dus best gelijk geven dat de categorie organisaties waar hij Airbnb onder schaart [1] inderdaad ‘a new type of firm’ is. Daar hebben we echter geen nieuw woord voor nodig, omdat het bestaande woord, markt, prima voldoet. Dus laten we dat om verwarring te voorkomen gewoon gebruiken. Airbnb is een nieuw type bedrijf, dat het best als een geprivatiseerde markt beschreven kan worden. Conclusie Het is natuurlijk niet aan rechtbanken om zich met economische categoriseringen bezig te houden. Dus dat ze daarvoor in haar vonnis gangbare begrippen hanteert is niet zo vreemd. Maar wat duidelijk wordt is dat die gangbare begrippen op Airbnb niet van toepassing zijn. Airbnb is een geprivatiseerde markt - één van de zuiverste voorbeelden van dit fenomeen - in het juridische lichaam van een bedrijf. Een ander bekend voorbeeld, dat ook door Srnicek in dezelfde categorie als Airbnb wordt geplaatst, is Uber. Daarnaast bestaan er ook verschillende hybride economische organisaties met kenmerken van markten en bedrijven. Daarover later meer. Dat onze economie niet louter uit bedrijven bestaat, maar ook uit geprivatiseerde markten, zou tot politieke vragen moeten leiden. Hoe verhouden onze publieke marktmeesters zich bijvoorbeeld tot deze private marktmeesters? Is er een algemeen belang in het geding als markten worden geprivatiseerd? Willen we dat wel? En moet we niet in ieder geval een formeler onderscheid maken tussen bedrijven en geprivatiseerde markten? [1] Srnicek onderscheidt vijf categorieën platforms. Onder de vijfde categorie, lean platforms, schaart hij Airbnb en Uber. Het type bedrijven waar het hier over gaat. --------- Dit artikel is onderdeel van de serie Workshop Nieuw Kapitalisme. Deze serie verschijnt tevens op Substack. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief, die bij elk nieuw artikel wordt verstuurd. 

Foto: Aaron Parecki (cc)

‘Delen’ is helaas duurbetaald

COLUMN - Na de jubelverhalen over de deeleconomie kwamen de barsten. Uberchauffeurs lieten zien hoe absurd veel ze moesten werken om een karig loon bij elkaar te sprokkelen. Steden klaagden over ‘deelfietsen’ die als strooigoed op stoepen werden geplempt en als wrak werden achtergelaten. De rolkoffertoeristen die gezellig kwamen airbnb’en, dreven de prijs van woningen op, en legden beslag op de beschikbare woonruimte voor de vaste bevolking.

Delen bleek niet langer: gul zijn, uitlenen wat je zelf even niet nodig hebt, of samen iets onderhouden, maar: als bedrijf winst willen maken door andermens’ dienst te verhuren onder gratis gebruikmaking van de openbare ruimte en publieke voorzieningen, onderwijl de infrastructuur ontwrichtend.

Zo kreeg de deeleconomie de trekken van een zwerm sprinkhanen die, vermomd als hipsterbedrijfjes, op een stad neerdaalt.

‘De aanbieders van deze diensten hebben een buitengewoon agressieve aanpak,’ constateerde Marco te Brömmelstroet, docent stedelijke planning aan de Universiteit Amsterdam, eerder in NRC Handelsblad. ‘Ze willen zo snel mogelijk een marktaandeel verwerven.’ Hebben ze zo’n aandeel eenmaal in handen, dan gaan de prijzen prompt omhoog, zo liet Time afgelopen week in een grondig artikel zien. De ‘deelbedrijven’ zijn immers veelal opgericht met geld van durfinvesteerders, en die willen uiteindelijk rendement zien. Maar haast niemand maakt winst: Uber, de grootste ‘speler’ op dit terrein, leed het afgelopen kwartaal liefst 5,4 miljard dollar verlies en kampt met een dalende omzet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.