Klimaatbeleid: aanbodbeperking in de praktijk

[caption id="" align="alignright" width="256"] By TripodStories- AB, CC BY-SA 4.0, from Wikimedia Commons.[/caption]Vorige maand schreef ik over de kansen die aanbodbeperkend klimaatbeleid volgens onderzoekers biedt. Afgelopen week toonde Bloomberg de kracht er van bij kolen. Al wordt de aanbodbeperking niet alleen veroorzaakt door overheidsbeleid, maar ook door een groeiend aantal financiers dat niet meer in bedrijven en projecten wil investeren die met kolen samenhangen. Bloomberg beschrijft hoe het beleid van China om vervuilende kolenmijnen te sluiten en het opdrogen van financiering voor nieuwe kolenmijnen leidt tot een kleiner aanbod aan kolen, waardoor de prijs voor kolen stijgt en de winstgevendheid van kolencentrales onder druk staat. De winstgevendheid van kolenmijnbouwbedrijven stijgt ondertussen fors. Anglo American heeft zijn inkomsten uit kolen sinds 2015 zien verdrievoudigen, Glencore heeft ze zien verdubbelen en BHP Biliton rapporteert een verzesvoudiging van inkomsten uit kolen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Type klimaatbeleid copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Vergeten klimaatbeleid: aanbodbeperking

Binnen de milieubeweging en onder activisten is het beperken van de winning van fossiele brandstoffen al langer een thema. Economen en beleidsmakers geven meestal de voorkeur aan in hun ogen optimale beleidsinstrumenten, zoals beprijzing van CO2 emissies. Nieuw onderzoek van Green en Denniss laat zien dat er zowel politieke als economische argumenten zijn voor het beperken van het aanbod aan fossiele brandstoffen.

Vier vormen van beleid

Volgens Green en Denniss zijn er vier soorten klimaatbeleid te onderscheiden. Waarbij de auteurs aan de ene kant onderscheid maken tussen restrictief beleid en stimuleringsbeleid, en aan de andere kant tussen beleid dat zich richt op de aanbodzijde en beleid op de vraagzijde. Visueel vatten de auteurs de mogelijkheden in de volgende matrix samen:

Tabel met 4 mogelijke soorten van klimaatbeleid.

Typen klimaatbeleid

Een Nederlands voorbeeld van aanbod gericht stimuleringsbeleid zijn de subsidies voor duurzame energie, maar ook het kleine veldenbeleid voor gaswinning. Een voorbeeld van stimuleringsmaatregelen gericht op de vraagzijde is de ISDE subsidie, waar bewoners subsidie krijgen als ze overschakelen op een (hybride) warmtepomp of een zonneboiler installeren. Voorbeelden van restrictief beleid gericht op de vraagzijde zijn de CO2-emissienormen voor auto’s en de Europese emissiehandel in CO2 (ETS).

Voordelen aanbodbeperking

Vanuit economisch oogpunt is het voordeel van aanbodbeperkend beleid dat er minder administratieve lasten zijn, de winning van fossiele brandstoffen wordt om andere redenen al bijgehouden en er zijn minder bedrijven bij betrokken. Een tweede argument is dat het beprijzen van CO2 in theorie lijdt tot optimale keuzes, doordat de CO2 emissie op de goedkoopste manier wordt beperkt. In de praktijk dekt CO2 beprijzing zelden de volledige economie en wordt er met regelmaat een beroep gedaan op de angst voor het waterbed effect. Bovendien zorgt de lagere vraag naar fossiele brandstoffen als gevolg van hogere CO2 prijzen voor een lagere brandstofprijs, wat weer zorgt voor meer vraag. Het beperken van het aanbod kan dit effect tegengaan.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Antoon Kuper (cc)

Herstel koopwoningmarkt zet niet overtuigend door

DATA - Technologiebedrijf Calcasa kwam deze week (pdf) met een hoop cijfertjes over het vierde kwartaal van 2013, voordat ze over anderhalve week een jaarrapport publiceren. Het onderschrijft vrijwel geheel wat ik dacht, namelijk dat de markt nog altijd naar een goedkoper segment aan het verschuiven is:

lagersegment

Voor zover er sprake is van een toename in het aantal transacties, kwam dit volledig voort uit het segment met transactieprijs onder de 150 duizend euro. Dat kan goed komen omdat het aanbod daar toenam door woningen die voorheen duurder waren onder deze grens zakten. Boven de 150 duizend zakt de markt nog altijd verder in het moeras, terwijl we nu toch echt al ruim een jaar horen dat starters ‘steeds meer’ hun slag slaan, waardoor ‘de doorstroming’ naar duurdere segmenten op gang zal komen.

De eerste indicator zou zoals bekend ‘het vertrouwen’ zijn, waarna de transacties toenemen, waarna de prijzen volgen. Best raar om dat mantra keer op keer te horen, als je bedenkt dat vertrouwen nu dus indirect tot prijsstijging zou gaan leiden. Waren het niet dezelfde mannen die bij hoog en bij laag beweren dat er geen bubble was omdat psychologische effecten geen enkele rol speelden bij onze huizenprijzen?

Calcasa merkt terecht op dat de verhouding tussen koopaanbod en transacties weliswaar voor verkopers iets gunstiger is geworden, ook tekent ze aan dat dit vooral komt door een afname van het aanbod (-3,9%) en niet zozeer een toename in transacties (+0,6%). Hierbij gaat men van de cijfers van de NVM uit, want volgens het Kadaster was vorig jaar het slechtste jaar ooit.