Een bijdrage van GB van Publiekrecht & Politiek.
Het verhaal van deze zaak is van twee kanten te vertellen. Vanaf een kant het verhaal van Mustafic, de elektricien die al een tijdje voor Dutchbat werkte. Hij was niet officieel in dienst, maar gedetacheerd door de gemeente van Srebrenica. Na de val van Srebrenica vluchten hij en zijn gezinnetje naar het kantoortje op de compound ‘waar hij gewoonlijk werkt.’ Langzaam wordt hem en de Nederlandse blauwhelmen duidelijk dat het echt gruwelijk aan het misgaan is. Er komen verhalen van martelingen, berichten van lijken en het geluid van schoten ‘op executietempo’. Bijna iedereen is al van de compound af. Als de Dutchbatters het vege lijf proberen te redden wil Mustafic het zijne erbij voegen. Maar hij is geen VN-personeel, heeft geen pas, staat niet op lijst en moet dus van de compound af; in de armen van wat nu een sukkelige clown in Scheveningen lijkt, maar die nog altijd is wat hij toen werd: een massamoordernaar. Hij draagt de eerste verantwoordelijkheid. Maar viel er voor Mustafic echt niets te regelen? Pasje maken, plekje in de vrachtwagen? Voor wie het verhaal zo leest en zich een taak als rechter indenkt is het snel duidelijk: onrechtmatig.
Maar er is een ander verhaal. Daarbij moet je niet Mustafic isoleren maar hem laten opgaan in de massa van 8000 slachtoffers. In plaats daarvan krijgt de individuele Dutchbatter die de afweging gemaakt heeft een gezicht. Hij is ook feitelijk in de macht van Mladic. Niet duidelijk is welke aanleiding Mladic precies nodig heeft om ook alle Dutchbatters en het VN-personeel op de bus naar het massagraf te zetten. Het beschermen van moslims die de compound halen is misschien wel zo’n reden. Fatsoenlijke bewapening of luchtsteun is er niet. Wel tijdsdruk, stress en vermoeidheid. Wie het verhaal zo leest en zich voorstelt dat hem gevraagd wordt om als rechter de Dutchbatters met terugwerkende kracht de morele les te lezen omdat en ze feitelijk de verantwoordelijkheid voor de dood van tenminste een gezin de schoenen te schuiven, zal wellicht ook een voorspelbare reactie vertonen: hier wijkt het recht. Heldendom verdient de hoogste onderscheiding, maar is geen juridische plicht. We zijn niet allemaal Oskar Schindlers.
En alsof dit nog niet alles is: de kwestie is ook een heftig politiek wespennest, waarvan niet voorzien kan worden hoeveel woedende wespen aan welke kant zullen uitvliegen en wie ze dan zullen aanvallen. In zulke heftige zaken bedient de rechter zich nogal eens van een arsenaal aan buk & duik mogelijkheden. Zo ook de rechter in eerste aanleg in deze zaak: wat er verder ook over de kwestie gezegd kon worden; we zaten daar als blauwhelmen ons best te doen en dus de klachten graag richting New York. Maar nu richt het Gerechtshof, vlak voor de zomer, ineens een monument van individuele rechtsbescherming op. Het gaat wel over de Nederlandse Staat, en Dutchbat had een plekje voor hun elektricien moeten regelen.
Daarbij slaat de het Gerechtshof een bepaald stevige fundering. De toerekening aan Nederland is geen kwestie meer van een verdrag dat we zouden kunnen opzeggen, maar een ‘algemeen aanvaarde opvatting’ dat degene die ‘effective control’ heeft aansprakelijk is. En Nederland had het in zijn macht om een VN-pasje in elkaar te knutselen en Mustafic de vrachtwagens in te helpen. Dat Nederland het ook verplicht was, is evenmin bij AMvB geregeld. Het hof beroept zich op ‘beginselen die besloten liggen in de artikelen 2 en 3 EVRM en de artikelen 6 en 7 IVBPR (respectievelijk het recht op leven en het verbod op onmenselijke behandeling).’ ‘Deze beginselen, die tot de meest fundamentele rechtsbeginselen van de beschaafde naties behoren, moeten worden beschouwd als regels van internationaal gewoonterecht, die universele gelding hebben en waaraan de Staat gebonden is. Het hof gaat er van uit dat de Staat met zijn betoog dat deze verdragen niet van toepassing zijn, niet heeft willen betogen dat hij de normen die besloten liggen in art. 2 en 3 EVRM en art. 6 en 7 IVBPR niet in acht hoeft te nemen bij vredesoperaties als de onderhavige.’ De grondslag van het oordeel is daarmee ver van de politiek gehouden. Er valt geen wet te wijzigen of een verdrag op te zeggen om deze uitspraak tegen te gaan. Anderzijds is de aansprakelijkheid dus ook niet iets wat uit eerder vastgesteld recht volgt, maar uit ongeschreven internationaal recht en heilige beginselen.
Pijnpunt van deze uitspraak is uiteraard de bredere strekking ervan. Hoeveel verantwoordelijkheid harkt het hof nu precies de compound op? Volgens het hof heeft Dutchbat op een gegeven moment kennis gehad die verantwoordelijkheden met zich meebrachten. Wanneer was dat? En hoe ver gaat die verantwoordelijkheid? Er hebben meer mensen hun toevlucht gezocht op de compound, maar die zijn eerder vertrokken. Er zijn mensen die de compound niet eens gehaald hebben. Hoe zit het met hen? Uit de reactie van de weduwen van Srebrenica, en ook uit de woorden van Zegveld blijkt al wel dat deze uitspraak veel breder geïnterpreteerd wordt dan hij is.
Want het hof trekt zich met grote stelligheid terug uit de algemene vraag. Het ging om de Mustafic. Die had moeten worden gered, hij was een van de laatsten en vertrok onvrijwilliger dan de anderen. Bovendien werkte hij voor Dutchbat, en dat brengt ook naar lokaal recht verantwoordelijkheden met zich mee. Of dat voldoende is om duidelijk te maken wat er in de toekomst wel en niet kan in een internationale missie zal de Hoge Raad straks uitmaken.
Voor nu staat het monument.
Reacties (2)
Voorstel: alleen mensen die GroenLinks en D’66 hebben gestemd, sturen we naar Uruzgan.
Tags: ezel, zelfde steen, stoten, geen tweede keer.
Uruzgan? Daar zijn we al geweest. We gaan naar Kunduz!