serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Anti-Piet in het Hinterland

Kijk, ik weet dat er een hoop gematigde pro-Pieten zijn. Ik woon in de provincie, ziet u. Het stikt hier van de pro-Pieten. En dat zijn echt niet allemaal volbloed racisten die niet kunnen wachten om brandende kruizen in de tuin van hun zwarte buurman te zetten. De meesten zijn brave burgers die niets kwaad in de zin hebben en die ik met de beste wil van de wereld geen racist zou willen noemen. Ze begrijpen alleen niks van die Pietendiscussie. Ze zien het probleem niet. Ze denken dat het een kleine, fanatieke minderheid is, de anti-Pieten. Beroepsslachtoffers die zich zwaar gesubsidieerd vanuit de Randstad over de rest van het land verspreiden om een kinderfeest te verpesten.

Nu helpt het natuurlijk ook niet dat wij, de anti-Pieten die zich hier in het Hinterland bevinden, tot nu toe gedeisd hebben gehouden. We leven een ondergronds bestaan. Komen bijeen in schuilkelders om alternatieve Sinterklaasbijeenkomsten te vieren. Onze Pieten gaan als Zwarte Piet over straat en veranderen pas in Roetveeg Piet als ze de voordeur achter zich dicht hebben gedaan en Sinterklaas heeft gecontroleerd of de gordijnen inderdaad dicht zijn. 

Ik ken één openlijke anti-Piet hier, mijn dappere buurvrouw. Zij bezoekt de plaatselijke intocht al jaren met haar gezicht in provocerend zilver geschminkt. Vreemd genoeg leeft ze nog. Toch ken ik geen enkele andere anti-Piet hier in Zwolle die hetzelfde durft te doen. We hebben het er wel over in de nazit van onze Sinterklaasbijeenkomsten. Maar het risico is nog steeds te groot, vrezen wij.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Sinterklaas en Bonifatius

Deze zondag kwam ik samen met mijn kinderen thuis van een lange en vermoeiende reis. Mijn oudste zette de televisie aan waarop het grote Sinterklaasfeest uit 2014 A.D. te zien was. In dat jaar kwam het Sinterklaasjournaal met Peter Faber in de rol van Opa Piet op de proppen. Aan het slot van dat jaar reed de pikzwart geschminkte Opa Piet gebroederlijk naast de ongeschminkte Sinterklaas weg, de duisternis tegemoet. Diezelfde avond zat Dieuwertje Blok bij De Wereld Draait Door waar zij, samen met Matthijs van N., de loftrompet over de schrijvers liet klinken. Dat jaar viste het Sinterklaasjournaal net naast een Nipkow-schijf. De jury vond dat het Sinterklaasjournaal de angel uit de zwartepietendiscussie had gehaald en alle ruziënde volwassenen in hun hemd had gezet.

Dat was het begin van het grote pappen en nat houden. Met een zwart geschminkte Sinterklaas was het probleem namelijk helemaal niet opgelost. Integendeel zelfs. Bovendien, in het jaar erna was opa Piet in geen velden of wegen meer te bekennen. Er werd toen een magische steen geïntroduceerd waarmee de Pieten alle deuren konden openen, zodat ze niet meer door de schoorsteen hoefden. Wie dacht dat dit een opmaat was naar Natuurlijke Pieten (in alle kleuren die een mens kan aannemen), had buiten het Sinterklaasjournaal gerekend. Die magische steen bestaat enkel nog in het hoofd van mijn kinderen. 

Foto: daisy.images (cc)

Abraham vs. Nimrod – Een joodse vertelling uit de late Oudheid

LONGREAD - Abraham, wie kent hem niet? De hoogbejaarde herder die van zijn God de opdracht kreeg zich in de Kanaän te vestigen. De vader die bereid was zijn eigen zoon te offeren, maar uiteindelijk stamvader werd van zowel de Israëlieten als de Arabieren. De eerste monotheïst, die door joden, christenen en moslims wordt vereerd. Wanneer Abraham voor het eerst wordt opgevoerd in het boek Genesis is hij al 75 jaar oud. Over de jonge jaren van Abraham wordt vrijwel niets verteld. Toch vroegen veel joden zich in de late oudheid af wat hun illustere voorvader in zijn jeugd had gedaan. Dit was aanleiding voor de rabbijnen van die tijd om het volgende verhaal te vertellen.

De dood van Haran

Omstreeks 200 n. Chr. werd aan de bekende rabbijn Hiyya de Grote gevraagd de volgende passage te becommentariëren:

GENESIS 11:

27) Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; 28) hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad in het land van de Chaldeeën, in zijn geboorteland.

Men vroeg zich af hoe het kwam dat Abraham’s broer Haran nog tijdens het leven van zijn vader Terach gestorven was. Hierover staat niets in de Tora. De auteur lijkt er vanuit te zijn gegaan dat zijn publiek wel wist waar hij op doelde, maar omstreeks 200 n. Chr. was de Tora al enkele eeuwen oud en waren de meeste joden de context van dergelijke passages vergeten.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Louis CK en Valerie S

COLUMN - ‘Hoe groter de geest, hoe groter het beest’, zei een vrouw in een of ander programma van Filemon Wesselink. De vrouw in kwestie maakt peeskamertjes schoon op de Amsterdamse Wallen. Daar moest ik aan denken toen vorige week bleek dat Louis CK zich geregeld had afgetrokken voor vrouwelijke collega’s, terwijl deze vrouwelijke collega’s daar niet van gediend waren. Louis CK deed er alles aan om het in de doofpot te stoppen. Of liet z’n manager er alles aan doen.

Huilende fans. Hun onvolkomen held die hun held was geworden omdat hij zijn eigen onvolkomenheden zo meedogenloos onder het vergrootglas durfde te leggen, bleek nog onvolkomener dan hij onder dat vergrootglas had doen voorkomen. Men voelde zich verraden. In de Volkskrant vond Rutger Lemm (die meer van Louis CK had geleerd dan van zijn eigen ouders, zijn professoren, Bassie en Adriaan en de Dalai Lama bij elkaar) dat Louis toen #metoo nog slechts een beginnend puistje was, zijn misstappen had moeten toegeven en grappen had moeten maken over zijn misstappen. Maar dat lijkt me onmogelijk. In een kast masturberen omdat je nergens in huis nog privacy hebt, is grappig. Masturberen voor een bewonderende collega is dat niet. Misschien kon Louis CK ook alleen maar zo meedogenloos over zijn eigen onvolkomenheden zijn omdat hij een kant had die nog perverser was. Net als iedereen deed Louis CK zichzelf beter voor dan hij was.

Foto: daisy.images (cc)

De verspreiding van de Bantoetalen

ACHTERGROND - In geheel Zuidelijk Afrika – van de Kameroen tot aan de Kilimanjaro en van het Grote Merengebied tot aan de Kaap – leven volken die zichzelf ‘Bantoe’ noemen. De talen van deze Bantoevolken zijn nauw aan elkaar verwant en hebben een gemeenschappelijke oorsprong die rond 2000 v. Chr. moet worden geplaatst. Een reeks migraties heeft de Bantoetalen naar de zuidelijke en oostelijke kusten van Afrika gebracht. Hieronder een reconstructie van deze migraties.

De Bantoetalen

De Bantoetalen vormen een tak van de Niger-Congo talenfamilie; vandaag de dag de op twee na grootste talenfamilie, na de Sino-Tibetaanse en de Indo-Europese talenfamilies. De Niger-Congotalen werden oorspronkelijk alleen in West-Afrika gesproken, langs de Guinese kust en de rivier de Niger, waar de talenfamilie de grootste interne diversiteit vertoont. De sprekers van het proto-Niger-Congo waren waarschijnlijk vroege landbouwers. Zeker is dat de beoefening van landbouw heeft bijgedragen aan hun succes. Het lijkt erop dat de Bantoetalen de meest oostelijke tak van de Niger-Congo talenfamilie vormden. De meeste geleerden zijn het erover eens dat het oorspronkelijke thuisland van de Bantoes in het grensgebied van Nigeria en Kameroen moet worden gelokaliseerd. 

De proto-Bantoes

Het proto-Bantoe werd waarschijnlijk gesproken rond 2000 v. Chr. Door hun kennis van de landbouw hadden de proto-Bantoes een voorsprong op hun oostelijke en zuidelijke buren, die in het regenwoud en op de savanne als jagers-verzamelaars leefden. Rond 1000 v. Chr. begon het proto-Bantoe zich te verspreiden en splitste de taal zich op in twee takken. De eerste tak trok oostwaarts, over de savanne ten noorden van het Kongobekken. De tweede tak trok zuidwaarts, langs de Atlantische kust.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Robo Sapiens

COLUMN - Hij zag er slecht uit, Jelle Brandt Corstius. Grijze huid, zwarte randen rond de ogen. Maar waarschijnlijk ziet hij er altijd slecht uit. Ik keek naar Robo Sapiens, het programma waarin hij onderzoekt wat de robotisering van de samenleving betekent voor de mensheid. Ik zag z’n hoofd ook een paar keer van opzij. Dat had ik niet vaak gezien, de zijkant van het hoofd van Jelle Brandt Corstius. Hij begint op z’n vader te lijken, viel me op.

Normaal kijk ik nooit zo goed naar iemands fysiek. Maar nu wel. Ik wist namelijk dingen. Dingen die ervoor zorgden dat ik anders naar Jelle Brandt Corstius keek. 

Jelle Brandt Corstius beschrijft zichzelf in Robo Sapiens als iemand die loopt alsof hij nog steeds moet wennen aan zijn ledematen. En inderdaad, daar loopt een sterk vermagerde gorilla over straat. In slow motion, lijkt wel. De opnames van Robo Sapiens vonden plaats in een tijd dat Jelle Brandt Corstius nog geen idee had van alle ellende die hij zich op de hals zou halen. Toch kan ik hem alleen nog maar zien in het licht van de laatste weken.

Jelle Brandt Corstius heeft een vrij ingewikkelde constructie gekozen om zijn verhaal te vertellen: deels vertelt hij het verhaal zelf, deels vanuit het oogpunt van zijn 85-jarige dochter die in het jaar 2100 terugkijkt op het begin van het robottijdperk. Volgens mij verschillen de zienswijzen van JBC en zijn 85-jarige dochter niet heel veel van elkaar. Van iemand die in het jaar 2100 leeft in een jaartje of 85 heeft gehad om terug te kijken op het robottijdperk, had ik iets meer afstand verwacht.

Foto: daisy.images (cc)

Fact check: De Cyrus Cylinder als mensenrechtendocument

FACTCHECK - In 539 v. Chr. veroverde de Perzische krijgsheer Cyrus de stad Babylon. Babylon was destijds de grootste stad ter wereld en bovendien de hoofdstad van het tot dan toe oppermachtige Babylonische Rijk. Cyrus stond voor de taak om de hearts en minds van de Babyloniërs te winnen. In deze context vaardigde hij een bouwinscriptie uit: de zogenaamde Cyrus Cylinder. In dit document rechtvaardigt Cyrus zijn greep naar de macht en presenteert hij zichzelf als een vrome koning.

Na de herontdekking van de Cyrus Cylinder in 1879 is het document veelal geprezen om het milde beleid dat erin beschreven zou staan. Vanaf de jaren ’70 van de twintigste eeuw wordt het document – als gevolg van een propagandacampagne van de Sjah Mohammed Reza Pahlavi – zelfs beschreven als de Eerste Verklaring van de Rechten van de Mens. Deze benaming wordt door vele Iraniërs gekoesterd en is onder meer overgenomen door de Verenigde Naties. De vraag is alleen: is deze benaming terecht?

Criteria

Om te kunnen beoordelen of de Cyrus Cylinder een mensenrechtendocument is, is het noodzakelijk om toetsbare criteria op te stellen. Aangezien de voorstanders van bovengenoemde claim expliciet de vergelijking maken met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, is het passend om dit document als uitgangspunt te nemen. Om als voorloper van UVRM te worden beschouwd, dient de Cyrus Cylinder daarom aan de volgende criteria te voldoen:

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Charlotte Mutsaers en de kinderporno in de kist van Hugo de Groot

COLUMN - Mijn kinderen waren met hun opa en oma naar Slot Loevestein geweest. Ze hadden daar gehoord hoe Hugo de Groot gevangen was genomen en was ontsnapt door in een boekenkist te kruipen, om zo uit de gevangenis gesmokkeld te kunnen worden. Mijn dochter wist te vertellen dat Hugo de Groot in die boekenkist in slaap was gevallen.

Afgelopen zaterdag las ik dat de broer van Charlotte Mutsaers deze kist gebruikte om zijn pornoverzameling in te bewaren. Dat vertelde Charlotte Mutsaers in een interview met de Volkskrant, naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek Harnas van Hansaplast, over haar broer Barend die in 2001 overleed. Ik wilde het aan m’n kinderen vertellen, maar had nog geen zin om uit te leggen wat porno precies is. Laatst moest ik ook al uitleggen wat een hoer was. En waarom dat precies een scheldwoord is, terwijl, als je sec uitlegt dat een hoer geld krijgt voor seks, dit niet direct duidelijk is. Het klinkt als een eerzaam beroep. Afijn, ik liep vast. En ging over tot de orde van de dag.

Barend Mutsaers was 51 geworden. Hij leidde een teruggetrokken bestaan. Verslaafd aan Fisherman’s Friend en masturberen. Hij waste zijn kleren nooit. Als iets vies was, trok hij iets nieuws uit de kast. Hij had een nieuw pyjamajasje aan toen hij dood werd aangetroffen te midden van zijn porno. 

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | I shot my parents

Hij was een doodgewone jongen. Intelligent, sociaal, populair, goed in sport, de meisjes vonden hem leuk. Kortom: het leven lachte Nathon Brooks toe. En toch besloot hij op een nacht in 2013, op 14-jarige leeftijd, zijn ouders in hun slaap door het hoofd te schieten.

Omdat zijn vader de bewakingscamera’s binnenshuis had opgehangen, wist de politie diezelfde nacht nog wie de dader was. We zagen Nathon in de verhoorkamer zitten. Aanvankelijk houdt hij nog een verhaal op over een man die hun huis was binnengedrongen, maar toen de agent hem vertelde over de camera’s gaf hij meteen toe dat hij het was geweest. ‘Wat heb ik gedaan?’, vroeg hij zichzelf wanhopig af. ‘We maken allemaal fouten’, zei de agent. 

Anders dan in de meeste van dit soort gevallen, hebben beide ouders van Nathon de moordpoging overleefd. Waarna zij verder moesten met de vraag: waarom? Wat hebben we fout gedaan? Waarom wilde onze zoon ons vermoorden? Ze krijgen geen antwoord. Waarschijnlijk zullen ze het nooit krijgen. Hun zoon weet het ook niet. Ze blijven wel van ‘m houden. Net als z’n opa en oma, die blijven ook van hem houden.

Het waren jagers. Nathon was een jager. Zijn ouders waren jagers. Zijn grootouders waren jagers. ‘We don’t kill’, zegt zijn oma, ‘we hunt.’ Aan het begin van de documentaire I shot my parents laat de vader van Nathon het pistool zien waarmee hun zoon hen had geprobeerd te vermoorden. Het is de Smith and Wesson van opa. ‘This was it’, zegt hij terwijl hij het pistool laat zien, om zichzelf meteen enigszins te corrigeren: ‘Well, it’s not like the gun did it, but, it was thát gun’. Oftewel, het eeuwige NRA-riedeltje: guns don’t kill people, people kill people.’ Zelfs nu hun eigen zoon de dader was, hielden ze het vol. Zij het aarzelend, ik meen zelfs lichtelijk verontschuldigend.

Foto: daisy.images (cc)

Verloren Oudheid – Sanskriet in Syrië

COLUMN - Het Sanskriet staat bekend als de heilige taal van India. In deze taal zijn de vier Veda’s opgetekend, evenals latere hindoeïstische en boeddhistische werken. Later werd het Sanskriet de taal van wetenschap, filosofie en literatuur (denk aan de Mahabharata en de Ramayana). Toch is het niet in India waar het Sanskriet voor het eerst opduikt, maar in Syrië. In een koninkrijk genaamd Mitanni heersten eens koningen die namen droegen als Artasmara, Artadhama en Tvaisharatha en die goden aanriepen als Indra, Mitra en Varuna. Stuk voor stuk Indo-Arische namen in een dialect dat taalkundig dicht bij het Sanskriet van de Veda’s staat. Hoe komen deze Sanskriet sprekende koningen in Syrië terecht?

Het koninkrijk Mitanni

Om dit te begrijpen eerst wat informatie over het koninkrijk waarover deze koningen heersten. Mitanni was een koninkrijk met een hoofdzakelijk Hurritische bevolking. De Hurrieten leefden in stadstaten in noordelijk Mesopotamië en spraken een taal die noch Semitisch, noch Indo-Europees was. Lange tijd vormden ze geen politieke eenheid, waardoor ze keer op keer werden onderworpen door hun beter georganiseerde Assyrische en Hittitische buren. Rond 1500 v. Chr. verandert er echter iets. Na de val van de Oud-Assyrische en de Oud-Babylonische koninkrijken verenigen de Hurrieten zich plotseling in één groot koninkrijk genaamd Mitanni, dat zich kan meten met de machtige Egyptische en Hittitische koninkrijken. Op zijn hoogtepunt beslaat Mitanni vrijwel geheel Syrië, het noorden van Irak en het zuidoosten van Turkije. De vraag hoe deze plotselinge bloei van dit Hurritische koninkrijk mogelijk was blijft onbeantwoord. Het ligt echter voor de hand dat de Indo-Arische koningen hier een belangrijke rol in speelden.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | De verdediging

COLUMN - Ergens aan het begin van deze eeuw, liep ik op een zekere vrijdag in het gezelschap van een stevige kater een broodjeszaak te Amsterdam binnen. Nadat ikmijn bestelling had opgenomen, ging ik naar de leestafel om een tijdschrift uit te zoeken. Aan de leestafel zat het kantoor van Hammerstein en Spong te lunchen, inclusief de twee naamgevers. Een stuk of tien dames en heren. Strak in het pak, hoog bretelsgehalte. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik enigszins onder de indruk was en daarom ook niks scherpzinnigs wist te antwoorden toen een van de advocaten, nadat ik al een kleine anderhalve minuut bezig was de stapel tijdschriften door te worstelen, vroeg of ik de Donald Duck aan het zoeken was.

Aan deze kleine gebeurtenis in mijn verder bijzonder boeiende leven, moest ik denken toen ik gisteren naar De Verdediging keek, een documentaireserie van Monique Nolte over de strafpleiters van ‘het spraakmakende advocatenkantoor’ Ficq & Partners. Ik keek altijd op naar advocaten die de nobele taak op zich hebben genomen zware criminelen te verdedigen. Maar sinds gisteren is dat anders. IJdele aanstellers van het ergerlijkste soort, dat zijn het. 

Naamgever Bénédicte Ficq mocht ik overigens wel. We volgen haar terwijl ze op het punt staat de tabaksindustrie aan te klagen. Ze opent de aanval in RTL Late Night, waar haar partners in het publiek plaatsnemen. Met name Nico Meijering heeft er moeite mee dat hij zijn tas moet inleveren bij de garderobe. Dezelfde tas die hij zijn eigen vrouw niet toevertrouwt. In die tas zit namelijk zijn laptop met het voltallige dossier over de strafzaak rond Dino Soerel erop. Dat voltallige dossier heeft hij ook nog eens op vier usb-sticks bewaard. Hij is als de dood dat hij het kwijtraakt. Vertelt hij aan Christian W. Flokstra, zijn sparring-partner in de zaak Soerel.

Foto: daisy.images (cc)

Yama – De Eerste Man

LONGREAD - De god Yama wordt over geheel Azië vereerd. Volgens de hindoes was hij de eerste mens. Volgens de boeddhisten is hij koning van de Onderwereld. De Perzen kennen hem als een van hun eerste koningen en de Noeristanen zien hem als niemand minder dan de Schepper. Wie is deze Yama en wat is zijn herkomst?

Yama in de Vedische godsdienst

Yama wordt voor het eerst genoemd in de Rigveda. De Rigveda is een verzameling ceremoniële teksten samengesteld door de Indo-Arische stammen die tussen 1400 en 1200 v. Chr. in de Punjab leefden. Volgens de Rigveda was Yama de zoon van de zonnegod Vivasvat. Hij was de eerste sterveling, samen met zijn tweelingzus c.q. geliefde Yami (Rigveda 10.10).

In de Rigveda staat dat Yama mensen naar ‘verheven hoogtes’ leidt, dat hij ‘aan velen de weg wijst’ en dat hij ‘als eerste een plaats voor ons vond om te verblijven, een weide die ons nooit kan worden afgenomen’ (Rigveda 10:14). Al deze frases wijzen erop dat Yama de eerste mens was die stierf en overstak naar de Andere Wereld. In zijn rol als eerste mens die de Grote Reis maakte, riepen de Vedische Ariërs hem aan om hun overleden geliefden naar een vredig onderkomen in de Andere Wereld te leiden.

Vorige Volgende