Goed volk | De cultuur van de elite en de cultuur van het volk
ACHTERGROND - Op 9 juli verscheen het eerste deel van een paar blogs over de theorie van het verschijnsel volkscultuur en de wetenschappelijke bestudering daarvan. Nadat een aantal begrippen de revue waren gepasseerd ging deze aflevering vooral over de ‘ontdekking van het volk’ en de gevolgen daarvan. Nadat tot in de Middeleeuwen de verschijningsvormen van cultuur vrij algemeen waren, ontwikkelde de elite steeds meer eigen, verfijnde vormen van cultuur. De elite eigende zich de resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek toe terwijl het volk min of meer bleef steken in oude tradities van bijgeloof. Dat het hier geschetste onderscheid wel erg kort door de bocht is, voelt de lezer hopelijk op zijn klompen aan. Zoals destijds toegezegd gaat dit vervolgstukje over de verhouding tussen elite- en volkscultuur.
In de oude tribale samenlevingen in gebieden waar nog geen of nauwelijks verstedelijking had plaatsgevonden, bestond er in feite slechts één cultuur waarin alle leden van de gemeenschap deelden. Er waren bijvoorbeeld wel aparte zangers en vertellers, maar hun epen kwamen tot stand in samenspel met de luisteraars. Dit principe noemt men een ‘face-to-face groep’. In de Middeleeuwen was dit letterlijk eenvoudige model niet meer houdbaar, hoewel het voor het platteland nog lang opging. Er was zo langzamerhand sprake van zowel een sociale als een culturele stratificatie. Deze gelaagdheid kwam tot uiting in verschillen in intellectuele en culturele ontwikkeling, arbeid en rijkdom dan wel armoede.