serie

Kunst op zondag

Foto: Joan (cc)

De langst lopende serie op Sargasso. De kunstredactie zorgt voor wat kunsteducatie op de vroege zondagochtend. Lezersbijdragen worden zeer gewaardeerd.


Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Vernietigen

Kunst vernietigen is een ambacht apart. Beheers je dat niet, dan faal je als destructie-kunstenaar. Dat is sinds kort wel van toepassing op Banksy. Vijf oktober jl. presenteerde hij in veilinghuis Sotheby’s zijn wellicht grootste mislukking.

Wat een vernietigende daad als kritiek op de kunsthandel heette te zijn, werd een succes voor diezelfde handel. De voor een vette miljoen euro geveilde Banksy is door de halfslachtige vernieling waarschijnlijk een paar miljoen meer waard geworden.

Of was dat tóch de bedoeling van de kunstenaar? Volledige vernietiging of opzettelijke beschadiging van eigen werk is geen onbekend fenomeen in de kunstgeschiedenis. Het kan onderdeel zijn van het scheppingsproces.

De papiervernietiger, de ‘shredder’,  speelt wel vaker een  rol. Meestal om materiaal te verkrijgen waarmee een nieuw kunstwerk wordt gemaakt, soms ook als symbool voor de een of andere boodschap. De kunstenaar kan zelf de ‘shredder’ zijn en materiaal aan reepjes snijden.

Nathalie Boutté – portret Esther, 2014.
cc Flickr rocor photostream Nathalie Boutté Esther (Face), 2014. Japanese paper, ink. Bedford Gallery, WC

Detail van portret Esther.
cc Flickr rocor photostream Nathalie Boutté detail Ester (Profile), 2014. Japanese paper, ink. Bedford Gallery

Ivano Vitali scheurt krantenpapier aan reepjes en slaat er mee aan het breien.

Ivano Vitali – performance/modeshow, 2015.

Georgia Russel versnijdt soms ook de complete kunstgeschiedenis. Of dat een middel is tegen de strapatsen van de kunsthandel?

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Koepelbouw

Het plaatje hierboven toont de noordelijke koepel van de Vrijdagsmoskee in Isfahan. Een inscriptie vertelt dat het gewelf is gebouwd door een voorname hoveling, Taj al-Molk, in het jaar dat wij 1088 noemen. De constructie heeft een doorsnede van ongeveer negen meter: niet heel groot, maar toch noemde de architectuurhistoricus Arthur Pope het in zijn boek Persian Architecture “perhaps the most perfect dome known”.

Hij had het ook over “the perfection of a sonnet”, en hoewel ik die vergelijking niet zo goed begrijp, is wel duidelijk dat hij onder de indruk was van deze koepel. Daar is ook alle reden toe, want dit gewelf kan eigenlijk niet bestaan. Dat vergt wat uitleg.

Rond en vierkant

Koepels hebben de onhebbelijke eigenschap rond te zijn. Als je de koepel op de grond zet, levert dat geen problemen op, denk maar aan een iglo. Het wordt anders als je de koepel bovenop een gebouw wil zetten. De Romeinse architect die het Pantheon bouwde, ontweek het probleem door onder het gewelf een eveneens rond gebouw te plaatsen, maar dit is vaak geen praktische vorm. Bouw maar eens een kast voor een ronde kamer.

Kortom: hoe plaatsen we een ronde koepel op een vierkante ruimte, een iglo bovenop een kubus? De simpelste oplossing is dat je in het dak van de kubus een rond gat maakt en daaromheen de koepel bouwt. Dat is ook wel eens gedaan, zoals in het charmante vijfde-eeuwse jachtpaleisje te Sarvestan in het zuiden van Iran. Er kleeft echter een heel groot nadeel aan deze constructiewijze: het gewicht van de koepel rust op slechts vier plaatsen, namelijk daar waar de onderrand van de koepel rust op de verticale muren. De koepel kan daarom nooit al te groot worden, omdat het gewicht de muren uit elkaar duwt.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Idee of kopie

In de vorige Kunst op Zondag zagen we een fenomeen voorbij komen dat de hele kunstgeschiedenis lang onuitroeibaar blijkt:  één idee door meerdere kunstenaars uitgevoerd.

Het ging toen om ‘kauwgomhoofden’. Het idee het publiek te vragen een hoofd vol te plakken met kauwgum blijkt in de hoofden van meerdere kunstenaars gespeeld te hebben. Zonder dat ze het van elkaar wisten?

Voor zo ver we kunnen nagaan verscheen in 2012 het eerste hoofd (dus het meest oorspronkelijke idee?) in Vancouver (Canada).

Drew Shaffer en Chris von SzombathyYou complete me,  2012.
© Drew Shaffer and Chris von Szombathy You complete me 2012

Niet lang daarna, in 2014, verscheen eveneens in Vancouver een tweede kauwgomhoofd, nu van een andere kunstenaar.

Douglas CouplandGumhead, 2014.
cc Flickr Ted McGrath 2014 - Vancouver - Mr. Gumhead

En een oplettende Sargasso-lezer wees ons op de kauwgumkop die in 2016 in Arnhem was te zien. Deze keer van een Filipijnse kunstenaar.

Louie CorderoThe Happy Camper, 2016.
cc Flickr harry_nl Arnhem Happy Camper by Louie Cordero

Het hoofd in Arnhem mocht ook met klei worden beplakt. Overigens meent de kunstenaar nog geld tegoed te hebben voor de aankoop van twee andere kunstwerken die tijdens dezelfde expositie te zien waren.

Eén van de kunstenaars van het oorspronkelijke kauwgomhoofd reageerde laconiek op het kopiëren van zijn idee.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Ego pretpark

Musea denken jonge bezoekers te trekken door meer Instagramwaardige kunst te exposeren.

Jonge bezoekers worden voor musea steeds belangrijker. Zo belangrijk zelfs dat tentoonstellingen zo worden ingericht dat je er de ideale foto voor Instagram kunt maken.

Raar bericht van de NOS, want je zou denken dat alle kunst de moeite van het fotograferen waard is. Zou er verschil zijn tussen wat jonge en oudere museumbezoekers graag fotograferen? Geen idee.

Dat musea al jaren zich in allerlei bochten wringen om meer publiek trekken is vooral sinds de economische crisis van 2007- 2009 een gegeven. Overheden verminderden de toch al schamele financiële ondersteuning maar musea behielden de plicht kunst toegankelijk te houden voor een breed publiek.

En toen kregen we meer museale attracties.

Pardon, we bedoelen: meer beleving. Bijvoorbeeld glijbanen die we al kenden van o.a. zwempretbaden. Je zou zeggen dat zo´n glijbanenwerk prima past op het terrein van een design museum…..

… maar wat doet zoiets in een museum voor moderne kunst?

U zag de glijbanen van kunstenaar Carsten Höller, die volgens een van onze trouwe lezers gezegd heeft dat  de kermiservaring volledig wordt onderschat en dat een glijbaan een sculptuur is waarin je kunt reizen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Voelen

Kunst mag jou raken, maar jij mag kunst niet (aan)raken. Dat is begrijpelijk, maar jammer.

Begrijpelijk omdat anders veel kunst zou bezwijken onder de zweetdruppeltjes en bacteriën die kunstliefhebbers aan hun klamme jatten hebben hangen. Jammer, want sluit ook maar één zintuig uit en de “totale beleving” is  onmogelijk geworden.

Maar alle weerloze waarde “wordt van aanraakbaarheid rijk”, sprak de dichter. En daarom is het goed dat beeldhouwster Roelie Woudwijk een tentoonstelling ‘Voelbare Kunst’ organiseerde (gisteren geopend, tot 13 oktober te zien).

Misschien niet zo gek dat juist een beeldhouwer op zo’n idee komt. Velen zullen het herkennen: bij sculpturen is er, eerder dan bij schilderijen en tekeningen, een neiging ze te willen aanraken. Toch is dat ook bij sculptuur niet altijd toegestaan.

Bij de Britse Henry Moore Studios & Gardens mag je alleen de beelden die buiten staan aanraken. De organisatie waarschuwt wel: “On very bright, sunny days the bronzes can be quite hot, so be careful!

Henri Moore – Double Oval. 1966.
cc Flickr Peter O'Connor aka anemoneprojectors GOC Much Hadham 131 Double Oval, Henry Moore

In 1960 zei Henry Moore in een interview (te lezen in Henry Moore– Writings and Conversations):

Tactiele ervaring is zeer belangrijk als esthetische dimensie in de beeldhouwkunst. Onze kennis van uiterlijk en vormen blijft, in het algemeen, een mengsel van visuele en tactiele ervaringen… sculptuur met tactiele overdrijvingen kan zo veel spannender.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Kunst hoef je helemaal niet te ‘snappen’

ANALYSE - Vandaag in Kunst op Zondag een gastbijdrage van Clinton P. Verdonschot, een artikel dat eerder verscheen op Bij Nader Inzien.

Toen afgelopen 5 mei Childish Gambino (a.k.a. Donald Glover) de single “This is America” uitbracht, ontplofte het internet. Iedereen, zo leek, had vrij genomen voor een bijzondere sessie muziekvideo bingewatchen. Dat leek mij niet eens zo gek: de eerste keer dat ik de clip zelf zag, voelde als een lawine van subtiele en minder subtiele verwijzingen naar de kwestie van racisme in de V.S. Ik heb meteen die avond de video nog minstens drie keer bekeken, daarna heb ik een nieuwsartikel gelezen over de vele verwijzingen in de clip, en toen heb ik de clip nóg maar een keer gekeken. Dit is de clip, voor degenen die hem nog niet hebben gezien:

Waar ik het nu vooral over wil hebben is dat nieuwsartikel en de talrijke interpretaties die worden aangeboden op YouTube. Die variëren namelijk van zinnige observaties tot wilde fan-theorieën over de ‘diepere’ betekenis van de song.

Nu wil ik niemand het plezier ontzeggen om eindeloos te speculeren over wat Childish Gambino misschien wel/niet bedoelde te zeggen met (bijvoorbeeld) zijn vreemde danspasjes, maar ik wil wel beargumenteren dat die mindset niet noodzakelijk is om de clip te bekijken. Met andere woorden, je hoeft de clip helemaal niet te zien als een uitdaging om allerlei verborgen verwijzingen te ontdekken. Sterker nog, ik denk dat die mindset je soms ook blind kan maken voor wat de kracht van een kunstwerk kan zijn.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Een bezoek aan de Hermitage

Onze vaste KOZ redacteur Peter is even weg. Ter opvulling van het gat een verslag van een museumbezoek.

Deze zomer bezocht ik de Hermitage in Sint Petersburg. Een enorme massa kunst, verdeeld over twee gebouwen: het Winterpaleis, met onder andere een hele zaal vol Rembrandts en het gebouw van de Generale Staf aan de overkant van het plein waar je meesterwerken van Picasso, Gauguin, Renoir, Matisse, Rodin en vele anderen  kunt bewonderen. Ook in aantallen die vrijwel nergens anders worden geëvenaard. Terwijl het Winterpaleis bomvol was met grote groepen, vooral Japanse, toeristen, konden we de moderne kunst in het gebouw van de Generale Staf in alle rust bekijken. En fotograferen.

Sinds vrijwel alle museumbezoekers met een smartphone op zak kunst komen kijken worden er in de museumzalen meer plaatjes dan ooit geschoten. Als dat mag, of, als het niet mag, als de suppoost even weg is. Ik zie soms mensen gewoon alles fotograferen. Wie dat niet doet kan zichzelf de vraag stellen wat de selectie heeft bepaald: de bekendheid van het werk, wat je zelf het mooiste vindt, of wat je graag aan een ander laat zien (zoals de ansichtkaart die je in de museumwinkel koopt om nog eens bij gelegenheid te versturen).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Joana Vasconcelos

Om nog even op kitsch terug te komen: Joana Vasconcelos (Portugal) verheft kitsch tot kunst.

Neem ‘De Bruid’: Een kroonluchter die bij nadere beschouwing uit duizenden tampons blijkt te bestaan. Vasconcelos bedoeling is de hypocrisie rond de onderdrukte vrouwelijke seksualiteit op ironische en dubbelzinnige wijze aan de orde te stellen.

A Noiva (The Bride), 2001-2005.
cc Flickr rummenigge photostream The Bride Joana Vasconcelos (2001)

Zou het hart van die bruid gewoon een pomp zijn (zei Eric Wiebes in Zomergasten) of een orgaan waar in de hoeken van elke kamer gevoel ligt opgestapeld?

In Coração independente vermelho (rood, onafhankelijk hart) verbindt Vasconcelos goedkoop rood plastic bestek met de Portugese fado. Het hart wordt begeleid door drie fado’s, Estranha Forma de Vida (Vreemde manier van leven), Gaivota (De zeemeeuw) en Maldição (De vloek), gezongen door Amália Rodrigues.

Ik sprak ooit een Portugese die niets had met de fado. Ze legde uit: voor ons is de fado wat voor jullie André Hazes is. Volksmuziek dus. Is dat kitsch of kunst? Het is in ieder geval ook een verwijzing naar de Viana hartjes, traditionele filigraan juwelen uit het stadje Viana de Castelo, toont Vasconcelos hiermee haar betrokkenheid bij de Portugese cultuur.

Coração Independente Vermelho, 2005, in dit filmpje met de fado Gaivota (de meeuw).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Kitsch

Kitsch heet geen kunst te zijn, ook al ontroert het een groot publiek. Kitsch is dus een soort nepkunst?

Een quote uit “Tussen nep en kitsch”.

Kitsch is een eigenaardig soort kunst. Noem het postmodern en het is al weer uit de tijd. Noem het vintage en het is trendy, commerciële uitmelkerij. Noem het retro en het is museumwaardige hype.

Edelkitsch of kunst? Paul McCarthy – Piggies, 2007.
cc Flickr Laure Wayaffe photostream Paul McCarthy

Kunst of überkitsch? Jeff Koons – Seated Balerina, 2017.
cc Flickr Andrew Dallos photostream Artist Jeff Koons 45 foot fall inflatable sculpture Seated Ballerina in Rockefeller Center

Nepkitsch of gejat?

Jeff Koons werd er van verdacht de ballerina te plagiëren van een porseleinen beeldje gemaakt door de in 1993 overleden Oekraïnse kunstenares Oksana Zhnikrup. Het klopt dat die Oekraïnse kitsch door Koons werd opgeblazen. Maar hij had wel de rechten op dat beeld verkregen.

Die heisa én het werk van Koons en McCarthy heeft misschien een andere Oekraïnse kunstenaar geïnspireerd. Kijkt (klikt) u eens bij Oleksandr BalbyshevBallerina Lenochka with Piggies, 2018.

Nu worden er Russen verdacht nogal wat nep de wereld in te sturen om onrust en verdeeldheid te zaaien in ons zo kalme en harmonieus bestaan. Maar bij kitsch moet u toch meer op uw hoede zijn voor Chinezen. Die kopiëren zo veel, zo vaak dat een kitschwinkel in Canada zich genoodzaakt zag tot deze reclame.
cc Flickr Rob Taylor photostream Kitsch 'n Swell in Montreal

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | B(l)a(a)smuziek

Na de ode aan schuifmuziek en de trompet maken we vandaag een drieluik compleet met de tuba.
En om niet meteen met al te “moeilijke” muziek te komen: als een vioolstukje van Paganini op trompet kan (in onze vorige KoZ door Alison Balsom vertolkt), waarom dan ook niet op tuba? Hier in een uitvoering door de in 2006 overleden Griekse tubaïst Giannis Zouganelos.

Behoorlijk virtuoos en toch niet beroemd geworden als de “Paganini van de tuba”. Als zodanig zijn de Amerikaan Harvey Philips en de Fransman Thomas Leleu wel bekend. Harvey Philips speelt tuba achter de paarlen poorten.

Thomas Leleu, toch al wat jaartjes bezig, wordt geafficheerd als `de jonge wereldster op tuba`. Tja, wie op zijn 17e naar het conservatorium gaat, op zijn 19e al een baan in een orkest heeft en op zijn 25e een leuke prijs wint, mag op zijn 30e inderdaad verschrikkelijk jong worden genoemd. Maar goed, luister naar zijn kwaliteiten in:

Finale – Rondo alla tedesca: Allegro uit het Concert voor Tuba, gecomponeerd door Ralph Vaughan Williams.

De in Oostenrijk wonende en werkende jazzmuzikant Jon Sass is minder jong maar kent eveneens een schitterende carrière. Hier een improvisatie met live electronica en video projecties.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Toeter

Ter aanvulling op onze dagsluiters, dé muziekhoek van Sargasso, wat meer kunst en muziek (waar we hier slechts een enkel keertje over schreven).

In vervolg op de Closing Time met trombone brachten we vorige week een ode aan schuifmuziek. Vandaag nog wat koperen blaasmuziek. Gewoon uit bewondering voor wat er uit een pijp metaal kan komen.

Lucian Berio heeft bewezen prachtige solostukken te kunnen componeren (de Sequenzas). Hij heeft voor de meeste orkestinstrumenten een Sequneza gecomponeerd. Uit de strijkersgroep is er een Seqenza voor viool, een voor altviool en een voor cello (die later is bewerkt voor contrbas). Voor alle houtblazers is er een Seqeunza.

Voor de koperblazers is er dus de Sequenza voor trombone. Maar niet voor hoorn, niet voor tuba. En voor trompet kwam er pas een Sequenza na lang aandringen van de directeur van het Los Angeles Philharmonisch Orkest.

In Sequenza X wordt de trompet begeleid door de piano, die tot klinken wordt gebracht door de trompet. In de ‘jijbuis’-filmpjes is het slecht te horen, maar de trompet toetert af en toe in de open vleugel en brengt zo de snaren aan het trillen. Voor een fraaie analyse, tekst en uitleg klikt u hier.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Schuifmuziek

Onze dagsluiters vormen dé muziekhoek van Sargasso en in Kunst op Zondag weiden we daar een enkel keertje over uit.

Maar ik hou van blaasmuziek, bekende ik in deze Closing Time met trombone. Eerder had ik van dezelfde componist (Berio) al een stukje fagot en hobo doorgegeven.

Ik hou bovenal van koperen blaasmuziek en dus kom ik, zoals in die Closing Time verkondigd, terug op de trombone. Het klinkt heel goedkoop als ik zeg: laat die maar schuiven, maar de voor die schuiftoeter zo karakteristieke, deuntjesoverstijgende kwaliteiten, tref je weinig bij andere instrumenten aan.

Met de juiste muzikanten is duidelijk te maken wat die eigenaardige kwaliteiten zijn. Met de uiterst selectieve concerten hieronder doe ik zoveel andere schitterende trombonisten te kort, maar de ruimte is nu eenmaal beperkt,

Om meteen op deze reactie door te gaan: Hier Conny Bauer, solo tijdens de Groninger Zomer Jazz Fietstoer 2017.

Dat doet me denken aan een andere Duiste trombonist.

De in 2005 overleden Albert Mangelsdorff. Beroemd geworden met zijn multiphonics (door een toon te blazen en tegelijk te zingen ontstaan boventonen).

Albert Mangelsdorff – Do Your Own Thing,

Wordt u er wat nerveus van? Dan klinkt u zo:

Vorige Volgende