serie

Filosofie van de Oudheid

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (8): Anaxagoras

ACHTERGROND - We gaan nu drie filosofieën behandelen die probeerden het probleem van Parmenides op te lossen. Parmenides stelde: hoe kan verandering plaatsvinden in een wereld waarin iets niet zomaar kan veranderen in iets anders?

De Milesiërs

De eerste is de filosofie van Anaxagoras, een reizende goeroe die werkte als filosoof en astronoom.

Het zal lezers opvallen dat de naam van deze man irritant veel lijkt op zijn collega’s Anaximandros (die van die oerchaos) en Anaximenes (die van dat water). Alle drie waren ook afkomstig uit de regio van Milete. Anaxagoras bracht de filosofie daarvandaan naar Athene, waar hij zich als eerste grote filosoof zou vestigen.

Anaxagoras was wat jonger dan zijn bijna-naamgenoten en zag zich geconfronteerd met de vraag van Parmenides: hoe kan verandering bestaan als iets niet zomaar in iets anders kan veranderen, verdwijnen of verschijnen?

Alles zit in alles

Om te beginnen sloot Anaxagoras zich aan bij zijn filosofische voorvader Anaximandros, door te stellen dat de wereld is ontstaan uit een soort oerchaos. Maar het onbestemde element apeiron waarmee Anaximandros die oerchaos probeert te omschrijven laat Anaxagoras verder links liggen.

De oerchaos, beredeneert Anaxagoras, moet eruit hebben gezien als een ongeordende hoeveelheid minuscule deeltjes: de onveranderlijke elementen. Zij zijn oneindig klein en hebben altijd bestaan en zullen altijd bestaan.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (7): Zenon van Elea

Een gelopen wedstrijd

ACHTERGROND - Achilleus en een schildpad besluiten een hardloopwedstrijd te houden. Natuurlijk gaat Achilleus ervan uit dat hij deze met gemak zal winnen. Hij weet immers dat hij meer dan twee keer zo snel rent als de schildpad.

Als het dier vraagt of hij met een voorsprong van een meter of tien mag starten, gaat Achilles dan ook welwillend akkoord. Hierop barst de schildpad echter in lachen uit en beweert hij de wedstrijd hierdoor al gewonnen te hebben.

‘Waarom?’ vraagt Achilleus natuurlijk.

‘Welnu,’ zegt de schildpad: ‘op het moment dat jij op de plek bent gekomen waar ik gestart ben, dan ben ik alweer een stukje verder nietwaar?’

‘Dat klopt,’ lacht Achilleus, ‘maar de afstand tussen ons is dan al veel minder geworden dan die tien meter!’

‘Inderdaad,’ zegt de schildpad, ‘Maar als je aangekomen bent op dat punt waar ik toen was, dan ben ik weer net een stukje verder gekropen, toch?’

Achilleus knikt.

‘En telkens zal je naar de plek hollen waar ik het laatst was,’ stelt de schildpad. ‘Maar in de tijd die jij nodig hebt om daar te komen, ook al is die nog zo kort, zal ik altijd een stukje verder kunnen lopen. Telkens lig ik een klein stukje voor, en moet je weer een heel klein stukje inhalen. En het aantal stukjes dat je in zal moeten halen, is oneindig, ook al zijn ze nog zo klein. Je kunt me dus nooit inhalen,’ lacht de schildpad.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (6): Parmenides

ACHTERGROND - Even een waarschuwing: we zijn nu toegekomen aan misschien wel de moeilijkste denker uit de Oudheid. We gaan proberen te begrijpen wat metafysica is, en wat transcendente metafysica is. Veel mensen worden al gillend gek als ze die woorden horen. Misschien niet voor niets. Maar we gaan proberen het te begrijpen.

Het zijn kan niet veranderen

Aan het eind van die inmiddels bekende zesde eeuw voor onze jaartelling leefde in de stad Elea, niet ver van het huidige Napels, de filosoof Parmenides. Waarschijnlijk was Parmenides een leerling van Xenofanes, de filosoof die we eerder zagen die zoveel lol had om de Griekse goden. Parmenides kwam echter met een geheel eigen filosofie, die hij uitschreef in één lang gedicht. In dit gedicht beschrijft hij hoe ‘een godin’ hem onderwijst wat ‘de waarheid’ nu eigenlijk is.

Parmenides’ gedicht bleek een ware hersenbreker, waarvan de interpretatie anno nu nog eens extra lastig is omdat er slechts fragmenten van bewaard zijn gebleven. Het uitgangspunt is echter duidelijk: verandering is in werkelijkheid niet mogelijk. Iets dat is, kan volgens Parmenides niet zomaar veranderen in iets anders. En iets dat er niet is, is volgens Parmenides ook een onmogelijkheid. We kunnen niet eens aan ‘niets’ denken. Als we eraan denken, is het immers al iets. Om kennis te krijgen van de werkelijkheid, is het daarom volgens Parmenides een doodlopende weg om het niets als uitgangspunt te nemen.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (5): Herakleitos

De kluizenaar uit Efese

ACHTERGROND - De filosoof Herakleitos minachtte de hele mensheid. Hij leefde het liefst in eenzaamheid, als kluizenaar. Hij schreef een of meerdere boeken, maar die zijn helaas verloren gegaan. Net als eigenlijk alle voorsocratische boeken kennen we hem uitsluitend via citaten bij latere schrijvers.

Zijn tijdgenoten noemden Herakleitos onnavolgbaar, omdat hij zich bediende van korte, cryptische uitspraken. “’s Mensen karakter is hun lot” is niet meteen een toegankelijk citaat. Van zijn tijdgenoten kreeg hij daarom de bijnaam ‘de Duistere’.

Herakleitos leefde in Efese, een Griekse stad niet ver van Milete, ook aan de westkust van Turkije. Hij leefde daar net als de eerder besproken filosofen in de zesde eeuw voor onze jaartelling, maar dan in het staartje van die eeuw.

Tegenstellingen

Net als Anaximandros gaat ook Herakleitos uit van tegenstellingen. Die ontstaan uit elkaar. Zo ontstaan warmte en koude volgens hem altijd tegelijkertijd. Zonder warmte kan er immers geen koude bestaan, en zonder koude geen warmte. Ook kan zonder donker geen licht bestaan, en zonder licht geen donker.

Waar Anaximandros deze theorie echter alleen toepaste op de fysische wereld, trekt Herakleitos haar door. Ook boven en beneden kunnen niet zonder elkaar bestaan. Een trap naar boven is immers precies hetzelfde als een trap naar beneden, afhankelijk van waar je staat.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (4): Anaximandros

ACHTERGROND - Zijn naam viel vorige week al: Anaximandros. Ook hij leefde in de zesde eeuw voor onze jaartelling en ook hij leefde in Milete, aan de westkust van het huidige Turkije. Hij was de belangrijkste leerling van Thales, en de leraar van Anaximenes.

Wereldkaart

Anaximandros is de eerste denker van wie bekend is dat hij heeft getracht een wereldkaart te tekenen. Deze ziet er voor ons uit als een nogal koddig geval: een ronde schijf waarop we de kusten van Zuid-Europa, West-Azië en Noord-Afrika herkennen. Deze werelddelen eindigen in een keurige ronding, waar een gezellige slotgracht omheen ligt. Er mankeert dus wel iets aan de realiteitswaarde, maar voor die tijd was het een baanbrekend werk.

Een ander oerelement

De reden waarom we hier Anaximandros bespreken, is echter een andere. We hebben gezien dat Thales en Anaximenes beiden het bestaan van een fysiek oerelement aannamen, een element dat de oorsprong moest zijn van alles. Voor Thales was dat water, voor Anaximenes was dat lucht.

Ook Anaximandros  nam aan dat er een fysieke oerstof moest zijn. Maar volgens hem was dat geen stof die in onze huidige wereld kan bestaan. Hij nam aan dat het oerelement iets onbegrensd en onbepaalds moest zijn.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (3:) Thales van Milete en Anaximenes

Tijd der onwetendheid

ACHTERGROND - In de archaïsche periode was de wereld voor de Grieken nog grotendeels onontdekt. Hun wereld bestond uit weinig meer dan het Middellandse Zee-gebied. Geografische kennis ontbrak. Men had wel enige weet van wat er in het Nabije Oosten en Egypte aan de gang was. Richting het noorden leefden volgens de Grieken alleen barbaarse volken.

Naar wat zich boven hun hoofden, in de lucht en de hemel afspeelde, konden de Grieken bovendien alleen maar raden. En wat er zich onder hun voeten bevond? Geen idee. Ook hadden ze maar weinig instrumenten om zaken op micro- of macroniveau te onderzoeken.

Zij wisten dus eigenlijk bijna niets van de wereld zoals wij die nu kennen. Niets over de vorm van de aarde, van het leven daarop, en niets over de samenstelling.

Je zou kunnen denken dat dit frustrerend is. In de tijd waarover we nu spreken werd dit gebrek aan kennis kennelijk zo frustrerend, dat in de Griekse koloniën een grote wetenschappelijke nieuwsgierigheid ontstond. De eerste echte filosoof die wij kennen, was gelijk ook de eerste echte wetenschapper.

Thales van Milete

De allereerste Griekse denker die filosoof genoemd wordt is Thales van Milete. Hij leefde in de zevende en zesde eeuw voor onze jaartelling en aanschouwde het levenslicht zo’n vijftig jaar voor Pythagoras en Xenofanes. Zoals zijn naam al aangeeft, kwam hij uit Milete, een machtige Griekse stad aan de westkust van het huidige Turkije.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (2): Pythagoras

ACHTERGROND - Pythagoras. We kennen hem allemaal nog wel van zijn welbekende stelling, waarmee we de lengte van de zijden van een rechthoekige driehoek kunnen berekenen. Op basis van de lengte van twee zijden, berekent Pythagoras’ stelling de lengte van zijde nummer drie. Best handig in bijvoorbeeld de bouwkunde. Maar wie was deze man?

Wie was Pythagoras?

Pythagoras leefde net als Xenofanes in de zesde eeuw voor onze jaartelling. Over zijn leven doen de wildste verhalen de ronde. Hij is hoogstwaarschijnlijk geboren op Samos, en heeft vervolgens flink wat van de wereld gezien. Zo zou hij een flink deel van het Middellandse Zeegebied hebben verkend, en ook Perzië en Egypte hebben bezocht. Volgens sommige bronnen is hij zelfs tot in India gekomen. Maar hij zou ook geboren zijn met een gouden dijbeen, zijn tijd hebben verdreven met het verrichten van wonderen, en bovendien goddelijk zijn. We hoeven niet alles te geloven.

Wat we van Pythagoras weten is beperkt. De grap is dat we niet eens met zekerheid kunnen zeggen of Pythagoras zelf zijn bekende stelling wel heeft bedacht, of dat die op het conto van een van zijn volgelingen kan worden gezet. Binnen zijn beweging was het namelijk heel normaal dat iedere briljante vondst aan de meester zelf werd toegeschreven. Dus wellicht heeft Pythagoras zitten pronken met andermans veren.

Foto: daisy.images (cc)

De eerste filosofen (1): Xenofanes

ACHTERGROND - Als mensen worden geconfronteerd met verschillende soorten geloven en gebruiken, ligt het voor de hand dat zij stil gaan staan bij het nut van en de redenen achter die gebruiken. De eerste filosofen waren dan ook vaak reizigers: vluchtelingen en rondtrekkende handelaars, die veel van de toenmalige wereld hadden gezien.

Xenofanes: de eerste empirist

Eén van de vroegste reizende filosofen was Xenofanes. Hij leefde vijf eeuwen voor onze jaartelling en werd geboren in een Griekse stad aan de westkust van het huidige Turkije. Hij vluchtte voor Perzisch oorlogsgeweld naar een Griekse kolonie op Sicilië en leefde vervolgens in verschillende Griekse handelssteden in zuidelijk Italië. Zodoende kreeg hij veel van de verschillende Griekse culturen te zien.

Xenofanes stak openlijk de draak met de Griekse kijk op religie. Hij maakte zich er vrolijk over dat de goden er net zo uitzagen als mensen: met een stem, een gestalte, met menselijke kleding en werktuigen. Sterker nog: ieder volk geloofde dat de goden eruit zagen als zijzelf. Zo hadden de Ethiopische volken zwarte goden met stompe neuzen, en de volken uit het noorden hadden weer goden met blauwe ogen en rood haar. Dat vond Xenofanes reuze komisch. Als ossen, paarden en leeuwen handen bezaten en kunstwerken konden scheppen, grapte hij, zouden ze waarschijnlijk goden verzinnen die eruit zien als ossen en paarden en leeuwen.

Foto: daisy.images (cc)

Plato & daarna

ACHTERGROND - Dit is de laatste aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie was, zoals we in deze reeks hebben gezien, breder en gaat dieper.] 

Zoals eerder ter sprake kwam is Plato de meest invloedrijke filosoof uit de Oudheid gebleken. Een van de redenen is ongetwijfeld dat zijn filosofie zo goed in elkaar zit. Alle aspecten van zijn denken hangen samen. Plato’s kritiek op verschillende politieke systemen loopt parallel met zijn kritiek op de menselijke psyche. Plato’s ideale psyche hangt weer samen met zijn beeld van de vrijgemaakte geest. En de veronderstelde onsterfelijkheid van de geest correspondeert op zijn beurt met Plato’s denken over een hogere abstracte werkelijkheid.

Plato als inspiratiebron

Talloze ideeën van Plato vonden hun weerklank in de latere westerse beschaving. Zo werd zijn idee van de ziel als gekooid door het lichaam geadopteerd door de kerk.

Zeer belangrijk voor de ontwikkeling van het westerse denken is dat Plato geloofde in het bestaan van een absoluut ‘goed’. Hij plaatst zich daarmee lijnrecht tegenover het relativisme van de sofisten, die juist stelden dat alles relatief is en dat goed en slecht feitelijk niet op zichzelf bestaan. Het goede duidt Plato aan met de metafoor van het licht. Ook deze metafoor is letterlijk door de kerk overgenomen.

Foto: daisy.images (cc)

Plato (15): De ideeënleer, of vormenleer

ACHTERGROND - Dit is de vijftiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper. 

Wat betreft de onsterfelijkheid van de ziel meende Plato een rationeel bewijs te hebben gevonden. Zijn argumentatie gaat ongeveer als volgt:

Wat maakt dat wij een mens als een mens zien, een paard als een paard, en een tafel als een tafel? Iedere individuele verschijning verschilt toch wel iets van het beeld dat we van die dingen bij ons dragen? En toch herkennen we al die voorwerpen meteen als dat wat ze zijn.

De ideeën

Kennelijk, zegt Plato, herkennen wij in de verschillende waarnemingen iets van een abstract begrip. We hebben klaarblijkelijk een blauwdruk in ons hoofd van hoe een mens, een paard en een tafel eruit moeten zien. En dat geldt niet alleen voor het idee van een mens, van een paard en van een tafel, maar ook voor abstracte ideeën als ‘het goede’ en ‘het schone’.

Maar hoe zijn we aan die ideeën gekomen? Volgens Plato is alle kennis bij onze geboorte al in de geest aanwezig. Iets nieuws leren is volgens hem niets meer dan iets herkennen.

Foto: daisy.images (cc)

Plato (14): De grot

ACHTERGROND - Dit is de veertiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

Plato vergelijkt de levende mens met een persoon die geketend in een grot naar een schaduwspel op de diepste rotswand kijkt. De schaduwen zijn afspiegelingen van vormen die eeuwig en onveranderlijk zijn. De schaduwen zijn imperfect, omdat ze worden vervormd door het flakkeren van het licht achter de personen, dat de schaduwen werpt. Het probleem is dat de meeste mensen denken dat de door hen waargenomen schaduwen een accurate weergave van de werkelijkheid zijn.

Wij moeten volgens Plato onze zintuigen continu wantrouwen. De filosofie is er om mensen te helpen hun ketenen af te werpen en zich niet tot de verschijnselen te richten (de schaduwen op de rotswand), maar tot de abstracte ideeën zelf, en het licht daarachter dat de projecties veroorzaakt. Dit licht staat symbool voor het Goede, het Hogere. Alleen door zich daarop te richten komt een mens tot ware kennis die niet vluchtig is, zoals de verschijnselen, maar onveranderlijk en vast als abstracte ideeën, vormen.

Foto: daisy.images (cc)

Plato (13): Reïncarnatie en dualisme

ACHTERGROND - Dit is de dertiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

Plato geldt als de filosoof die zich afwendde van het fysische en zichtbare en op zoek ging naar een hogere, achterliggende waarheid. Maar dit was geen nieuw idee in de Griekse filosofie. We zagen het al eerder bij Parmenides. Die meende dat beweging en verandering in wezen niet bestaan. De werkelijkheid achter de verschijnselen was volgens hem een bewegingloos en onveranderlijk iets.

Reïncarnatie

Plato combineert dit idee met het idee van zielsverhuizing, dat we eerder tegenkwamen bij Pythagoras. Volgens Plato zitten het geestelijke en rationele deel van de mens gekluisterd in een lichaam.

Het lichaam schenkt de mens zijn hartstochten. Maar lichamelijke verlangens kennen geen verzadiging. De mens die zijn lichamelijke verlangens volledig de vrijheid geeft en najaagt, is geneigd te vervallen in onmatigheid. Het lichaam is bovendien gebrekkig en gaat op den duur onherroepelijk ten onder. Het najagen van de platte behoeften kan daarom geen blijvend geluk opleveren.

Vorige Volgende