ESSAY - van Marina Lacroix, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling”, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)
Toen ik van de week mijn fiets uit de stalling bij de Zuidas wilde halen, liep voor mij op de brede, betonnen trap een zakenman. Oortjes in, beige trenchcoat, tas in de ene hand, een blikje in de andere. Halverwege plaatste hij het blikje met een soepele beweging op de trapleuning.
Ik versnelde en liep met hem op, tot hij me wel moest opmerken. Met een lach, deed hij zijn oortjes uit. Ik lacht terug: “Hoi! U zette net uw blikje op de trap neer”, opende ik. Even haperde hij. Toen begon hij zijn koptelefoon terug in zijn oren te frommelen en zei: “Dat was ik niet. Dat was iemand anders.”
Waarom deed hij dat? Ik kon me er wel wat bij voorstellen. Hij had net een werkdag in onze kapitalistische economie achter de rug (Excel-sheets gevuld, processen geoptimaliseerd, uren geschreven, contracten getekend) en handelde conform de logica daarvan.
Full disclosure: ook ik werkte in het grootbedrijf. Dat deed ik zonder scrupules. De vraagstukken waren leerzaam en relevant. Mijn collega’s en klanten inspirerend. De waardering voor eigen initiatief ruimhartig. Het gaf me meer voldoening dan ik bij ngo’s of in de publieke sector vond. Hartelijk dank dus aan ons kapitalistische systeem, dat zo’n gesmeerde werkplek opleverde.