Sargasso 15 jaar – de lezingen (3): Dimitri Tokmetzis
Dit is een verslag van de lezing van Dimitri Tokmetzis. Dimitri is redacteur van De Correspondent en was jarenlang betrokken bij Sargasso en heeft hier een belangrijke basis gelegd voor datajournalistiek [1].
Hoewel alleen feiten onvoldoende zijn om mensen te overtuigen is Dimitri toch optimistisch. De afgelopen jaren is veel veranderd. Over twintig jaar zal de journalistiek er heel anders uit zien dan nu, en we kunnen nu al contouren zien van die toekomst.
Journalisten praten graag over zichzelf maar zijn niet in staat om hun eigen mythes door te prikken. Hij zal vandaag enkele van die mythes bespreken.
Objectiviteit
De eerste mythe is die van objectiviteit. Daar gebeuren rare dingen mee. Ja, feiten zijn belangrijk, maar het is onmogelijk om objectief te zijn. Ook journalisten zijn niet objectief. Bij De Correspondent zeggen we dat we ‘feitelijk-subjectief’ werken. De zogenaamde ‘enerzijds-anderzijds journalistiek’ – waarbij men twee tegengestelde meningen tegenover zet – werkt niet goed omdat soms ongelijkwaardige feiten tegenover elkaar worden gezet. Dit is vooral een probleem bij de klimaatdiscussie. Tegenover de kritische noot van een wetenschapper wordt dan een klimaatgekkie gezet. Die twee standpunten zijn echter in het geheel niet gelijkwaardig.
Hoe het op een andere manier fout kan gaan met objectiviteit liet Rick Nieman onlangs zien met zijn interview van Geert Wilders (Wakker Nederland op Zondag, 12 feb). Hij ziet de journalist als doorgeefluik en laat Wilders aan het woord om een schets te geven van de man. We weten echter allang wat voor man Wilders is. De taak van de journalist is om juist moeilijke vragen te stellen en daarmee te filteren. Dat is geen objectiviteit zoals veel journalisten het bedoelen. Objectiviteit is geen methode, waar het om gaat is eerlijkheid.