COLUMN - Het is schipperen als ‘burgemeester in oorlogstijd’. Laveren tussen xenofobe burgers, het COA en het eigen geweten. En toch…
Als er bij ons een leegstaand hotel beschikbaar zou zijn, zoals in Albergen, dan hadden we het gekocht. En daar de opvang geregeld.
In Krimpen aan den IJssel hield burgemeester Martijn Vroom (CDA) eerder, zoals menig collega, ‘de boot wat af’ toen het COA aanklopte. Maar voor een rechtgeaard CDA’er is geweten een lastig ding. Zeker als de dominee daar ook een beroep op doet (bron PZC 2 september) .
Thuisgekomen van kerkgang zag de burgemeester op televisie hoe makkelijk en snel een goed geoutilleerd tentenkamp overeind gezet kon worden om een feestje (Lowlands) mogelijk te maken. En een tijdelijke opvang voor asielzoekers lukt dan niet? Dat knaagt.
Daar klopte de verlossing aan de deur. Het COA moest een boot verplaatsen. Met aan boord zo’n 150 moeders, tieners, kinderen en baby’s uit onveilige landen. Afkomstig uit Middelharnis.
Het bestuur van Middelharnis (met ook een CDA-burgemeester) had daar al wat ervaring mee. Eerder vond men dat er, inclusief twee maanden verlenging, wel voldoende was gedaan aan naastenliefde en internationale solidariteit. Onder het motto ‘afspraak is afspraak’ moest de riviercruiser ‘Poseidon’, met aan boord 75 asielzoekers, vertrekken. Een petitie van een paar duizend Middelharnissers die opriep de asielzoekers in Middelharnis te houden, mocht niet baten.
En nu mag Krimpen aan den IJssel 150 vluchtelingen overnemen van Middelharnis. Welkom geheten door een burgemeester die ze liever in een hotel had gezien. Maar ja, geen leeg hotel beschikbaar in zijn gemeente.
Het zal van niet al te lange duur zijn want 15 december gaan de trossen weer los omdat binnenvaartschippers de aanlegsteiger nodig hebben. De burgemeester kan daar weinig aan doen.
De verenigde zee- en riviercruisers en drijvende hoteliers varen er ondertussen wel bij. Minstens 35 schepen zijn dankzij de asielzoekers de coronacrisis bijna te boven. Zo gaat dat in oorlogstijd.