Op Sargasso bieden we regelmatig ruimte voor gastbijdragen. Vandaag een bijdrage van Dimitri Tokmetzis, freelance journalist te New York. Het artikel is ook op zijn eigen blog te lezen.
Het is geen verrassing, maar het gaat Rouvoet dit jaar niet lukken om de wachtlijsten in de jeugdzorg weg te werken. Er is 115 miljoen euro uitgetrokken, maar steeds meer ouders kloppen aan bij de overbelaste jeugdvoorzieningen. Volgende week gaat de evaluatie van de wet op de jeugdzorg naar de Kamer. Ik heb het idee dat daar een belangrijke oorzaak van de problemen ontbreekt. Die wachtlijsten zijn de schuld van de overheid en zorgsector zelf en ze zullen alleen maar langer worden door de invoering van het Elektronisch Kind Dossier en allerlei systemen voor vroegsignalering en risicodetectie.
Want, wie problemen zoekt, zal ze vinden. En dat terwijl er helemaal niet zoveel problemen zijn.
De verhalen van het Rowena en Rochelle Rikkers, Savanna de Jong (alweer vijf jaar geleden) en het Maasmeisje suggereren van wel. Ook de volgende cijfers zijn schrikbarend. Ze zijn afkomstig van Jo Hermanns, deeltijd hoogleraar opvoedkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar van de prestigieuze Kohnstammleerstoel.
Voorzieningen en toename
Aanmeldingen Bureaus Jeugdzorg: 58% sinds 2004
Geïndiceerde Jeugdzorg: 104% sinds 1997
Contacten Advies- en Meldpunt Kindermishandeling: 48% sinds 2004
Jeugd GGZ: 16% sinds 2003
Kinderen met een Jeugdbeschermingsmaatregel: 64% sinds 2004
Geïndiceerd speciaal onderwijs: 14% sinds 2000
Politiecontacten jeugdigen: 35% sinds 2002
Verblijf in Justitiële jeugdinrichting: 11% tussen 2003-2007
Bron: Jo Hermanns, Het opvoeden verleert, 2009
Nog meer cijfers: 1 op de 11 kinderen volgt een vorm van speciaal onderwijs. Ongeveer veertien procent van alle kinderen krijgt één of andere vorm van extra hulp of ondersteuning. Daarnaast zijn er ook nog kinderen die niet in de hulpverlening terechtkomen, maar wel gebruik maken van lokale projecten, persoonsgebonden budgetten, ‘rugzakjes’, of andere programma’s waar geen doorverwijzing of indicatie voor nodig is en die dus niet geregistreerd worden.
Toch komt hij tot de conclusie dat het zo slecht nog niet gaat met de jeugd.
Uit een aantal grote nationale en internationale studies blijkt juist dat het heel goed gaat met Nederlandse kinderen. Hoogstens vijf procent van de kinderen heeft te maken met een opeenstapeling van problemen. Problemen rond angst en depressie nemen de afgelopen jaren heel licht toe, maar agressie neemt weer af, of blijft gelijk. Kinderen eten steeds gezonder en bewegen meer. Het comazuipen neemt toe, maar drankgebruik onder jonge kinderen neemt juist weer af. Roken blijft stabiel. Ook jeugdcriminaliteit lijkt wat af te nemen. Als we Nederlandse kinderen vergelijken met hun leeftijdgenoten in het buitenland doen ze het helemaal goed. VN-organisatie UNICEF onderzocht in 2007 het welzijn van kinderen in 21 ontwikkelde landen op het gebied van materiële welvaart, gezondheid, veiligheid, schoolprestaties, kwaliteit van persoonlijke relaties in het gezin en met leeftijdsgenoten, gedragsproblemen, eetgewoonten, seksueel gedrag, vechten, pesten, middelengebruik en het door de kinderen zelf aangegeven welbevinden. De Nederlandse kinderen stonden eervol op de eerste plaats, wat in veel media tot de bewonderende opmerking leidde dat ‘Nederlandse kinderen de gelukkigste kinderen ter wereld zijn’.
Ook de ouders doen het beter dan vaak wordt aangenomen. Het overgrote deel van de ouders heeft een liefdevolle relatie met zijn kinderen. De opvoeding geschiedt in overleg met het kroost, maar grenzen worden ook duidelijk aangegeven. Ouders zijn nog steeds de baas. Met andere woorden: de gezinsopvoeding in Nederland voltrekt zich volgens het boekje.
Hermanns verklaart deze paradox – gelukkige jeugd heeft meer hulp nodig – vanuit de manier waarop we tegenwoordig met opvoedproblemen omgaan. Normaal gedrag dat vroeger bij het opgroeien hoorde, wordt steeds vaker gezien als maatschappelijke overlast. De meeste hangjongeren doen weinig mis, behalve dat ze soms herrie en rotzooi maken. Toch heeft de ‘hangjongerenproblematiek’ in veel gemeenten de hondenpoep verstoten als ergernis nummer één van de burger. Rustzoekers proberen kinderdagverblijven uit hun buurt te verdrijven vanwege de geluidsoverlast. De lat voor wat we storend, ontoelaatbaar of crimineel gedrag noemen, is de laatste jaren flink gedaald.
Daarnaast worden problemen sneller bestempeld tot aandoening. ,,Zorg en goede bedoelingen worden meer dan voorheen vertaald in het inschakelen van gespecialiseerde deskundigen. Het gaat daarbij vooral om orthopedagogen, psychologen en kinder- en jeugdpsychiaters en hun medewerkers. Deze hebben in hun opleiding geleerd een probleem op te lossen door diagnosticeren en behandelen. Daarmee worden tal van opvoedingsproblemen vertaald in psychopathologie, ontwikkelingsstoornissen, handicaps en of disfunctionele gezinsinteracties. Deze leiden vervolgens tot een indicatie en daarna tot een behandeling in één van de instituties voor gespecialiseerde zorg.’’ Een bekend voorbeeld is de wildgroei van het aantal kinderen dat zou lijden aan ADHD of PDNOS. Ook als ouders moeite hebben met de opvoeding wordt dat sneller gezien als een situatie waar professionele hulp gewenst is.
Hermanns vindt deze situatie zorgelijk en waarschuwt voor de ‘zuigkracht van de markt voor welzijn en geluk’. ,,Professionele instellingen formuleren daarin altijd wel nieuwe maatschappelijke problemen waarvoor hun specialistische inzet noodzakelijk is. Het gevolg is in ieder geval dat steeds meer kinderen op een vriendelijke en professionele wijze verpakt, maar toch, impliciet de boodschap krijgen dat ‘er iets met ze is’, dat ‘ze niet gewoon met de anderen mee kunnen doen’, dat ‘ze onacceptabel zijn voor de andere burgers’.’’
Kindergeluk in een moeilijke situatie…
Reacties (9)
Het maatschappijbeeld differentieert, maar beseft eenieder onder ons dat de gritselijke partijen (CU, CDA) en de seculieren PVDA en GL meer met elkaar gemeen hebben dan we wellicht zouden verwachten!
Brrrrr…
Goed en informatief stuk, hier
Hermanns vindt deze situatie zorgelijk en waarschuwt voor de ‘zuigkracht van de markt voor welzijn en geluk’.
neem ik aanstoot van (als dat uberhaupt een correcte formulering is). Het lijken mij juist de politiek en de (semi-)publieke sector die het “probleem” van de falende opvoeding en de ontspoorde kinderen aan de kaak stelt.
Hermanns slaat de spijker heel precies op zijn kop!
Er gaat continue meer geld naar een systeem wat aantoonbaar niet werkt. In veel andere landen hebben ze voor een fractie van de kosten een veiliger en beter systeem.
Jeugdzorg is namelijk verworden tot een geldmachine voor bureaucraten. Niets werkt effectiever voor het laten stromen van de subsidies dan zeggen dat anders kinderen de dupe worden. Het budget voor het ministerie jeugd en gezin was in 2008 6 miljard. Helaas komt het geld niet op de plek waar het hoort maar wordt enkel gebruikt om de zakken te vullen van de bestuurders waar miljoenen worden betaald. http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/binnenland/articleview/)/components/actueel/rtlnieuws/2008/06_juni/19/binnenland/0619_1930_Salarissen_Jeugdzorg.xml
Ook houd de Raad voor de Kinderbescherming zich te vaak bezig met standaard scheidingen, daar doet ze in 9 van de 10 gevallen meer kwaad dan goed en het advies is bijna altijd hetzelfde nml kinderen bij de moeder, vader exit..
Ik denk dat het slechter gaat met kinderen omdat al dat geld ook door diezelfde gezinnen moet worden opgebracht in de vorm van belastingen. (als jeugdzorg een gezin begeleid kost dat soms meer dan 50.000 euro per jaar, geef een 10e deel als bonus direct aan het probleemgezin of familie om de problemen op te lossen is effectiever en voordeliger)
Ook het extra ministerie voor de jeugd en gezin onder bezielende leiding van Rouvoet. In plaatst dat het dan beter gaat met de jeugd gaat het juist slechter want er gaat nog meer geld naar een systeem vol van bureaucratie dat kennelijk niet goed werkt. Ik pleit voor extra aandacht via de school, als het goed is gaat elk kind daarheen (daarvoor gaan kinderen regelmatig naar de consultatiebureau’s ) Als er echte problemen zijn is de politie (afdeling jeugd samen met school wellicht een goede oplossing)
Waarom er zoveel instanties zoals bureau Jeugdzorg , AMK, Raad vd kinderbescherming en centrum voor jeugd en gezin en ook nog een apart ministerie er zijn die zich met een onderwerp bezig houden is mij totaal onduidelijk, echt niet dat hierdoor minder ongelukken gebeuren, sterker het snoept geld en aandacht weg van een goede centrale totaalregeling voor kinderen. Dus geeft scholen een extra taak en eventueel een decaan extra en betaal die vanuit de afschaffing van alle overige instanties. Dit levert zoveel besparing op aan subsidieverslindende geitenwollen sokken die worden betaald van geld wat eigenlijk voor kinderen is bedoeld. Als de school het niet meer aankan er er zijn problemen dan is het een taak voor de politie , afdeling jeugd (die was dat namelijk ook toen het nog wel goed ging ooit….. De rest ( AMK, bureau jeugdzorg, raad voor de kinderbescherming en het centrum voor jeugd en gezin is overbodige en vertroebelende bureaucratie. Want wie is er dan verantwoordelijk als het weer mis gaat, en bedenk voor elk kind waar het echt mis gaat zijn er meerdere waarbij het een beetje misgaat. Het telkens doorsturen zorgt voor vetraging. Dit Ministerie, Bureau Jeugdzorg , AMK, Raad voor de kinderbescherming en consorten kunnen dus het beste worden opgeheven. Dat is ook de mening van vele kamerleden. Deze instellingen doet namelijk niks zelf alleen doorverwijzen aan andere instanties wat enkel tijdverlies geeft en de andere instanties het “excuus” dat “jeugdzorg er mee bezig is” Maak enkel de politie verantwoordelijk (afdeling jeugd en zeden) en hef de raad voor de kinderbescherming en bureau jeugdzorg en Rouvoets excuusministerie op. Dat spaart veel bureaucratie en levert op termijn veel geld op voor de echte aanpak. Nu is het een onoverzichtelijke bureaucratie en scoort nederland ondanks het geld wat er voor wordt uitgetrokken het laagst van europa wat betreft jeugdzorg..
De kinderen van Oidipous. Wat kan daar nu van terecht komen?
Doet me denken aan de zomergaster aflevering met Trudy Deheu of de verandering in de definitie van depressie.
Verder goed stuk maar wel 1 correctie, voor een “rugzakje” heb je namelijk wel een (meervoudige) indicatie stelling nodig.
En de zin:
“Ook als ouders moeite hebben met de opvoeding wordt dat sneller gezien als een situatie waar professionele hulp gewenst is.”
zet aan tot denken. Als ouders moeite hebben met opvoeden is professionele hulp toch juist gewenst?
@6 Dat is het hele punt volgens mij, als ouders “moeite” hebben met opvoeden (welke ouders hebben dat niet ooit eens) betekend dat niet dat de hele opvoeding de fout in gaat. Mensen kunnen leren.
@Gastredacteur
Hoewel het niets met opvoeden te maken heeft maar meer met onderwijs, hierbij toch de suggestie om het artikel goed te benoemen en om “Het Opvoeden verleerT” alsnog te wijzigen in “Het opvoeden verleerD” zoals het artikel van Hermanns ook heet.
Krampachtig probeert men scheiden als goed te praten alsof ontvadering normaal is. Scheiden is PAS én kindmishandeling, ook ontvadering is een ongeschreven halsmisdaad. Abortus is moord en ook adoptie is meestal ongezond zelfzuchtig, pathetisch genoeg ‘denken’ overheid deskundig zakkenvullende experts-informanten en alleenstaande ontvaderende moeders er samen ‘beter’ van te worden. Kinderen worden levensslang getraumatiseerd misvormd en mismaakt, raken totaal idioot in de knoop door alle onevenwichtige verhoudingen en kranxinnige kwaxalvende zwaxinnige pedologica fantastica, gek genoeg gaat het “goed” met gescheiden kinderen ‘zegge’ kinderredders die het zelf zo nodig hebben. Overheidsgeweld&moedermaffai, een vuile oorlog tegen vaders&kinderen duurzame-hetero-relaties en complete gezinnen! Gezinslevens worden eenzijdig gemold en voor vaders&kinderen onmogelijk gemaakt, SCHANDE!