RECENSIE - Hans Verbraeken was er als eerste bij: hij meldde eind januari 2012 in het Financieele Dagblad dat Vestia dreigde te bezwijken onder de last van een enorme derivatenportefeuille. Hij beet zich in het dossier vast en liet niet meer los. Na tientallen artikelen en berichten over de affaire ligt er nu een reconstructie van zijn hand in de boekwinkels: De vrije val van Vestia. Ondanks de technische details — zie de lange verklarende woordenlijst aan het einde van het boek — is het een onverbiddelijke pageturner geworden, vergelijkbaar met andere reconstructies van bedrijfsongevallen als De prooi, De vastgoedfraude en De ondergang van SNS.
Verbraeken valt na een korte inleiding met de deur in huis: de inval van justitie bij de hoofdrolspeler in het miljardendrama, Erik Staal. Hij neemt ons mee naar het begin van zijn carrière bij de gemeente Den Haag en geeft een korte biografie. Hij schetst het beeld van een Macher, een vreemde, ondernemende eend in de bijt van de gemeentepolitiek. Staal wist lastige klussen snel en efficiënt op te lossen. Hij kreeg de vrije hand om het Gemeentelijk Woningbedrijf door reorganisaties en een reeks fusies om te vormen tot Vestia: de grootste corporatie en vooral een van de grootste projectontwikkelaars van Nederland. Voor rekening en risico van de huurder, en tegen een vorstelijk salaris, dat wel.
Staals ‘tomeloze geldingsdrang’ leidde tot steeds grotere en wildere projecten en ideeën, zo blijkt uit het vervolg. Die projecten moesten gefinancierd worden. Daarvoor zorgde de financiële rechterhand van Erik Staal: Marcel de Vries. Verbraeken beschrijft in detail hoe hij de rentelasten op de leningen van Vestia wist te drukken met financiële producten, vervolgens lage rentes voor toekomstige leningen regelde door opties op opties te stapelen, en geld verdiende door zelf opties te schrijven. Hij speculeerde een derivatenportefeuille van 23 miljard bij elkaar, vele malen groter dan de leningenportefeuille en dan Vestia zelf, met medeweten, goedkeuring en aanmoediging van Staal.
Dit enorme financiële waterhoofd kon geheel buiten het zicht van de toezichthouders tot volle wasdom komen. Verbraeken kraakt in zijn boek achtereenvolgens het toezicht door de Raad van Commissarissen en de controlerende accountant, die buitenspel gezet en gehouden werden door Staal en het toezicht voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Het CFV keek alleen naar vermogen, niet naar derivaten en liquiditeit, en had geen macht. Het WSW keek wel naar derivaten en had wel macht, maar liet Vestia overal mee wegkomen. Het ministerie van VROM, later Binnenlandse Zaken, lette helemaal nergens op.
En toen ging het mis. De rente begon te dalen, waardoor de marktwaarde van de derivatenportefeuille snel afnam. De banken eisten steeds hogere kasstortingen, en zogen Vestia zo steeds sneller leeg. Met kunst- en vliegwerk probeerden Marcel de Vries en Erik Staal het schip drijvend te houden: eerst door drempels te verhogen en opties te laten doorzakken naar leningen met een hogere rente, toen door nieuwe opties af te sluiten, later met geld van het WSW, dat steeds minder wilde geven naarmate de banken meer vroegen. Uiteindelijk moest de overheid eraan te pas komen. Minister Donner, die naar de Raad van State vertrok, liet zijn opvolger Liesbeth Spies begin 2012 met een tikkende tijdbom achter.
De bom ontplofte niet. Het boek beschrijft hoe de crisis escaleerde, maar uiteindelijk toch met een sisser afliep. Spies kon Staal niet zo maar wegsturen, omdat de banken in dat geval Vestia konden laten vallen, en via Vestia de gemeenten Den Haag en Rotterdam, de corporatiesector en ‘s Rijks schatkist zouden aanspreken voor miljarden. Vestia was too big to fail en Staal had het Rijk kaltgestellt door optiecontracten met break clauses te tekenen. De banken gingen ook niet vrijuit. Ze hadden kickbacks betaald aan tussenpersonen en aan De Vries om hun derivaten te slijten. Toen eenmaal bleek dat er daarbij fraude in het spel was, zette de staat de banken via een ongekend staaltje powerplay buitenspel, en dwong ze een deal te accepteren waaraan alle betrokkenen meebetaalden.
In een korte epiloog maakt Verbraeken de balans op van Vestiagate. De schade bedraagt meer dan drie miljard euro. Verbraeken wijt het vooral aan de geldingsdrang van de hoofdverantwoordelijke: Erik Staal. Daarnaast krijgen De Vries, de commissarissen en de winstbeluste bankiers er van langs. Maar ze hadden allemaal vrij spel dankzij een totaal gebrek aan toezicht, waarvoor Verbraeken de politiek verantwoordelijk houdt. Diezelfde politiek pakt nu het toezicht aan en herziet het corporatiestelsel, omdat Vestiagate geen incident was, maar een exponent van een structureel probleem. Het oordeel van de enquêtecommissie woningcorporaties zal niet mals zijn.
Het verhaal van Vestia is al vaker verteld, maar niet eerder in een gedegen reconstructie als De vrije val van Vestia. Het boek leest als een sneltrein. Hier en daar zitten wat onjuistheden in het verhaal, bijvoorbeeld rond de overnames van andere corporaties als SGBB en WSG door Vestia. Het boek zou dan ook aan kracht winnen als de resultaten van de parlementaire enquête verwerkt worden in een volgende druk. Maar ik verwacht dat de slotsom van Verbraeken ook de conclusie van die enquêtecommissie zal zijn: het Nederlandse corporatiestelsel is failliet en moet snel afgebouwd worden. Ik hoop ook dat de politiek verantwoordelijken hun eigen rol daarin — of het gebrek daaraan — nog wat kritischer bekijken dan Verbraeken al doet.
Jasper Klapwijk werkte zelf lang bij een corporatie en raadt alle politieke junkies vriendelijk doch dringend aan dit boek te kopen en in de herfstvakantie te lezen voor een beter begrip van de resultaten van de parlementaire enquêtecommissie.
Hans Vebraeken, De vrije val van Vestia. Miljardendrama door hoogmoed en wanbeleid / ISBN 9789047007449 / / 272 pagina’s / paperback € 19,99 / e-book € 14,99.
Reacties (2)
@0: “krijgen De Vries, de commissarissen en de winstbeluste bankiers er van langs”
Helaas blijven de commisarissen, de accountant, bankiers in mist gehuld, wat ze wel of niet deden en waarom komen we niet te weten.
Alleen al daarom is de vergelijking met De Prooi onjuist, daar zijn de onderlinge verhoudingen meeslepend beschreven.
@0: “een deal waaraan alle betrokkenen meebetaalden”
Het failliet van Vestia wordt vooral op de eigen huurders en de andere corporaties verhaald. Om met gebrekkig toezicht het corporatiestelsel als failliet te duiden is vreemd.
@Roland Je hebt helemaal gelijk dat in dit boek de commissarissen, de accountant en de bankiers minder op de voorgrond treden dan in De Prooi. Smits meesterwerk was dan ook een bedrijfsgeschiedenis; dit is een reconstructie van een een financieel drama. In die zin is het boek ook vergelijkbaar met De Vastgoedfraude. Al is de scope van dit boek anders, toch vind ik dat dit boek wel in het rijtje thuis hoort.
Je hebt ook gelijk dat niet iedereen meebetaalde aan de deal die uiteindelijk het slot vormde van Vestiagate: het Rijk en de gemeenten hoefden niet te betalen. Het probleem van Vestia was, tot slot, niet alleen gebrekkig toezicht. De banken hebben hun zorgplicht verzaakt, de politiek heeft geen duidelijke regels gesteld bij de brutering van 1995 en de sector kampt met een groot cultuurprobleem. In die zin is de volkshuisvesting in Nederland failliet.