QUOTE - Wat? Nog een inspectie? Nog meer overheid en controle en bureaucratie? Nou ja, misschien wel ja. Kijk, we hebben het hier al vaker gehad over de schaduwkanten van het academisch bedrijf, zoals de publicatiedruk (publish or perish), de perverse effecten van het belang dat citatiescores en dergelijke hebben gekregen. De wetenschapsjournalist Stan van Pelt heeft er een heel boek over geschreven. In een interview met VOX geeft hij veel interessante inzichten, waaronder een aanzet voor een oplossing: een Inspectie voor de wetenschap:
‘Ja, ik pleit voor een beter controlesysteem. Allerlei beroepsgroepen die we belangrijk vinden, hebben inspecties. Denk aan de Voedsel- en warenautoriteit of de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Waarom heeft de wetenschap niet zoiets? Dat er af en toe eens iemand langskomt om te vragen hoe je data eruitzien en welke analyses je precies hebt gedaan. Als je in de analogie van de sport wilt blijven: waarom gebruiken wielrenners doping? Omdat ze de beste willen zijn, en vanwege die heftige competitie gaan ze hun boekje te buiten. Wetenschappers willen ook scoren en zoeken de grenzen op. Binnen het wielrennen zijn daarom dopingcontroles ingevoerd: elke dag kan er iemand voor je deur staan om je urine te controleren. Zo extreem hoeft het niet te worden binnen de wetenschap, maar het zou goed zijn als onderzoekers vaker denken “hé, ik moet wel zorgen dat ik de zaken netjes op orde heb”.’
Reacties (3)
Wetenschappers controleren elkaar. Al eeuwenlang. Gaat dat niet goed?
Goed punt. In de wetenschap zijn vakgenoten elkaars inspectie. Dat zit ingebakken in de wetenschappelijke methode. Vakgenoten zijn ook de enige die in staat zijn om de kwaliteit van elkaars werk te beoordelen. Meer overheidsbemoeienis via een of andere inspectie lijkt me het laatste dat de wetenschap nodig heeft. Omdat zo’n inspectie onmogelijk genoeg kennis kan hebben om wetenschap inhoudelijk te beoordelen, kun je raden waar ze zich op zullen concentreren: rendement, efficiëntie, dat soort dingen. De doodssteek voor alle wetenschap die verder kijkt dan de korte termijn.
De andere kant is: het eerlijke antwoord op Jos zijn vraag “gaat dat niet goed?” is dat het inderdaad niet altijd goed gaat. Voorbeelden te over, in dat artikel in Vox, in het boek van die wetenschapsjournalist en hier door ondergetekende (https://sargasso.nl/impact-schmimpact-citaties-tellen-en-impact-factor/ ). We hebben ‘wetenschappelijke’ neptijdschriften (predatory journals), er zijn citatiekartels, en bijvoorbeeld onschuldiger (maar niet onschuldig) wetenschappers die zich richten op onderwerpen waarvan ze weten dat er veel citaties te halen zijn (want goed voor de carrière) ten koste van ‘waar zit de meeste maatschappelijke winst’. En zo is er nog veel meer te noemen.
Dus ik ben niet per se tegen. Zo lang zo’n inspectie niet zelf wetenschapper gaat zitten spelen maar zich richt op gerichte checks bij verdachte situaties, of een rol pakt bij de bestrijding van predatory journals, zie ik best mogelijkheden.
Ik heb hier ooit een negendelige serie geschreven over de kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs, mijn conclusie daar is toch wel dat het niet uit maakt hoe zo’n systeem er precies uit ziet, maar puur het feit dat er een systeem is zorgt dat mensen zich beter gedragen en geen loopje nemen met allerlei verplichtingen (zie https://sargasso.nl/kwaliteit-van-hoger-onderwijs-9-opleidingen-controleren/ ).