Institutions like the World Bank and IMF view subsistence farming as an abnormality, they can’t understand it because if you’re not creating for the market you’d don’t exist in their world. Haiti is a very good example of that because agriculture was destroyed in the 1990s, when lots of heavily subsidised US rice was dumped in Haiti and many farmers had to leave the countryside and come into the cities and look for work in sweatshops. That’s a model that has been replicated from Mexico, post-NAFTA, to Tanzania. Haiti was informative because it was so emblematic of the system, but the same process happens all over the world. Haiti is what I call in the book a modern day slave state, and that is by design.
Matt Kennard was een journalist bij de Financial Times, en sprak in die hoedanigheid met nogal wat spelers in de voornaamste instituties die wereldwijd het beleid uitmaken, zoals de Wereldbank en het IMF.
Hij ontdekte dat dergelijke instituties instrumenten zijn in de handen van de overheid van de VS, en volledig beheerst worden door een kapitalistische ideologie, die ze opleggen aan zwakke overheden.
A lot of these people within these institutions – they’re not going to countries because they’re charities. They’re going to these countries to enforce a strict, fundamentalist form of capitalism – which is called variously neoliberalism or the Washington Consensus – and what it says is that you need to deregulate, you need to get rid of any obstructions to foreign investment, you need to throw out any subsidies for fuel and the like, and often it says you need to lower any tariffs to products coming in to the country, and you need to move into what they call an “export-orientated economy” which means that you create exports for the market.
Dat werkt natuurlijk niet enkel zo in Derde Wereldlanden, al worden die het hardst getroffen, maar ook in voormalig Joegoslavië, Oekraïne en Griekenland. Verzet daartegen moet gebroken worden, en als het niet met ‘zachte’ dwang kan, is er altijd nog de stok van het Amerikaanse leger of de NAVO om een land open te breken.
VICE hield onlangs een interview met Kennard over zijn recente boek, waarin hij laat zien hoe landen in de mal van het kapitalisme worden geperst: The Racket.
Reacties (6)
Het dumpen van Amerikaanse rijst kan alleen d.m.v. zware subsidies voor de Amerikaanse landbouw. Wat hebben dit soort praktijken met kapitalisme te maken? Zou je het niet eerder corporatisme, of zelfs fascisme kunnen noemen?
The Shock Doctrine van Naomi Klein is alweer 8 jaar oud, maar zij zei het dus al.
@1 Ik ben zelf altijd voor de term “staatskapitalisme”. Dat dekt de lading aardig.
De staat, zeker de VS, wordt bestuurd door de banken, en zoals dat gaat, die bepalen dat de grote boerenlobby gesteund moet worden. Om dat fascisme te noemen? Erg kinderachtig.
@4: Volgens Mussolini, ervaringsdeskundige, had fascisme eigenlijk corporatisme moeten heten.
@5 Wat jij nu doet is redeneren aan de hand van etiketten.
Volgens corporatistische idealen zouden vertegenwoordigers vanuit diverse sectoren van de maatschappij in overlegorganen een betere en meer organische afspiegeling vormen van de samenleving.
Het Nederlandse poldermodel (of Rijnlands Model) waarbij vakbonden en werkgeversorganisaties samen in overlegorganen afspraken maken, en invloed uitoefenen op het regeringsbeleid valt net zo goed corporatistisch te noemen. Maar is het daarmee ook fascistisch?
In het fascistische model van Mussolini is de partij leidend. Partijfunctionarissen hebben in dit model van corporatisme (“verticaal corporatisme”) een flinke vinger in de pap (zo niet een dwingende rol) in de diverse overlegorganen. Zogenaamd om het beleid te coördineren.
Het systeem in de VS werkt precies andersom: allerlei lobby’s (banken, industrie, agro-business, vakbonden) spekken de campagnekassen van kandidaten wiens programma en sociaal-economische perspectief hen aanstaat, in de verwachting daar een return-on-investment op terug te krijgen. Ook stellen ze die politici lucratieve baantjes in het vooruitzicht, of nemen ze familieleden van die politici in dienst in de hoop op toegang.
Daarnaast benoemt het Witte Huis allerlei leden uit de banken en zakenelite op hoge posten in commissies, adviesraden en overheidsposten. Zo wordt het departement van Financiën steeds geleid door hoge pieten van Wall Street (jawel, van dezelfde banken die ons in 2008 in de crisis hebben gestort).
De rechtvaardiging daarvoor is dat dit soort lieden verstand van zaken hebben, weten hoe de hazen lopen en reeds een netwerk hebben in de wereld waar ze als overheidsfunctionaris mee moeten overleggen, maar meestal worden dit soort types na hun overheidsbaantje weer adviseur of commissaris bij de bedrijven waar ze nu wetgeving en beleid over moeten maken.
Op die manier wordt de Amerikaanse overheid dus een instrument dat de belangen van de conglomeraten met de diepste zakken dient. En dat zijn in de VS de industrie en de bankensector.