OPINIE - Medezeggenschap van werknemers was ooit een strijdpunt in de sociale beweging.
De werking van de parlementaire democratie, het ‘democratisch tekort’ van de Europese Unie, participatie in de lokale besluitvorming, inspraak van ouders op scholen , van ouderen in verzorgingshuizen of van patiënten in de zorg: als het over democratie gaat komen al deze onderwerpen regelmatig in beeld. Democratie in het bedrijfsleven, waar de meeste mensen toch een groot deel van hun leven doorbrengen, is een onderwerp waarvoor we tegenwoordig aanzienlijk minder warm lopen. Een onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken wijst op een terugloop van de naleving van de Wet op de Ondernemingsraden. Op de universiteit haken partijen af bij gebrek aan resultaat. ‘Het enige motief om in de medezeggenschap te gaan is om alles iets minder snel achteruit te laten gaan.’
Zonder veel ruchtbaarheid is de Tweede Kamer onlangs akkoord gegaan met een wijziging van de Wet op de Ondernemingsraden die bedrijven verplicht beloningsverschillen met de OR te bespreken. Minister van Sociale Zaken Koolmees (D66) had dit plan geërfd van zijn voorganger Asscher (PvdA). Het is bedoeld als een antwoord op ‘de groeiende maatschappelijke onvrede over de soms grote verschillen tussen topsalarissen en salarissen op de werkvloer.’ CDA, VVD en de ChristenUnie, coalitiegenoten van D66, vinden de nieuwe verplichting overigens niet nodig. Ook in OR-kringen is er nogal sceptisch gereageerd op de wetswijziging. ‘Op zijn best krijgen we in sommige gevallen heel veel verontwaardigd geschreeuw en maar bitter weinig wol,’ schrijft André van Deijk van GTIP Medezeggenschap.
Vorig jaar klonk al deze waarschuwing bij de herziening van de gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen (Code Tabaksblatt):
Ondernemingsraad, pas op je tellen (…) Een expliciet doel [van de gedragscode] was de positie van de medezeggenschap in het bedrijf te versterken. Wat overigens niet erg is gelukt. Dertien jaren zijn gepasseerd, en de tweede herziening van de code die dit jaar van kracht werd (‘code-Van Manen’) rept nauwelijks meer over medezeggenschap. De ondernemingsraad wordt vrijwel genegeerd! Het woord ‘medezeggenschap’ is amper in de code te vinden.
In de meeste (maar niet alle!) Europese landen is er voor grotere bedrijven wel een wettelijke plicht een ondernemingsraad of iets wat daarop lijkt in stand te houden. Soms geldt de wet alleen voor overheidsbedrijven. Dit overzicht dateert alweer van enkele jaren geleden. Het Verdrag van Lissabon (de ‘grondwet’ van de EU) noemt medezeggenschap in bedrijven als een onderwerp waarbij de EU de lidstaten ondersteunt (art. 153-1f). Hoe dat uitwerkt is niet duidelijk. Er zijn grote verschillen tussen de lidstaten op dit punt. Een minimum-standaard ontbreekt vooralsnog. Er is wel een Europese Wet op de Ondernemingsraden die geldt voor bedrijven met vestigingen in meerdere Europese landen.
Het ontbreken van een ondergrens voor het regelen van de medezeggenschap betekent dat bestaande wetgeving uitgehold dreigt te worden. Vergelijk het met de belasting voor bedrijven: de onderlinge concurrentie tussen lidstaten leidt tot steeds verdere verlaging van tarieven. In de sociale wetgeving betekent het verslechtering van de rechtspositie van werknemers tot er weinig meer overblijft. De EU dient de werkgevers nog steeds beter dan de werknemers. Een sociaal Europa is verder weg dan ooit. En de nationale bescherming van werknemersrechten brokkelt bij de globalisering van de economie steeds verder af.
Economische democratie, zeggenschap over het bedrijfsleven en gezamenlijk delen in de welvaart, is een begrip dat je nauwelijks meer tegenkomt. Een onderzoeksproject van de Universiteit van Glasgow resulteerde in een index voor economische democratie. De hoogste scores werden behaald door landen in Noord-West Europa. Verder concludeerden de onderzoekers dat er een sterke samenhang is tussen sterke economische democratie en een geringe inkomensongelijkheid. Duitse onderzoekers die bedrijven met ondernemingsraden een aantal jaren volgden vonden na verloop van tijd een positief effect op de productiviteit. Gevoegd bij het gegeven dat zeggenschap over het werk een belangrijke factor is bij arbeidstevredenheid, kun je je afvragen waarom medezeggenschap zo weinig in het nieuws is.
Waarom maken leraren, verplegenden, ambtenaren en anderen overuren om met ouders, mantelzorgers en burgers te spreken over zaken waar ze gegeven de politieke prioriteiten en de verdeling van de macht vaak zelf weinig aan kunnen doen, terwijl ze voor zeggenschap over hun eigen werk nauwelijks aandacht hebben? Zonder iets af te willen doen aan goedbedoelde initiatieven voor participatie en inspraak vraag ik me af of we bij het begrip democratie de economie onbewust buiten de lijntjes hebben geplaatst. Alsof we daar toch niets meer te zeggen hebben. En alsof je, als je de economie volledig vrijlaat, op andere gebieden nog genoeg zeggenschap overhoudt.
Wordt medezeggenschap als achterhaald relict van de sociaal-democratie bij het oud vuil gezet? Zijn werknemers gefrustreerd door stroperige onderhandelingen, bureaucratische procedures en het uitblijven van resultaten van hun OR? Hangt het gebrek aan populariteit van democratie in bedrijven samen met de verzwakking van de positie van de vakbonden? Zijn werknemers tegenwoordig allemaal in de ban van de ZZP-cultuur? Ik kan diverse verklaringen verzinnen. Het eind van het liedje is dat ook op dit gebied het kale kapitaal het alleen voor het zeggen krijgt.
Reacties (9)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vermogensaanwasdeling
Zelfs in de jaren ’70 is het er niet van gekomen. Maar dan moten werkgevers ook niet klagen dat hun personeel niet zo gemotiveerd is als zijzelf.
Goed en actueel stuk. Wat willekeurige gedachten op het gebied van onderwijs:
Het is inderdaad zo dat in Amsterdam aan de UvA er recent een medezeggenschapspartij de brui aan heeft gegeven. Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Juist in Amsterdam kwam bij de bezettingen van Maagden- en Bungehuis aan de oppervlakte dat bij een substantieel deel van het personeel en de studenten een democratisch gebrek werd ervaren. Daar hebben mensen heel veel tijd en energie in gestoken, om daar wat aan te doen (terwijl er hier op Sargasso nota bene wat schamper over werd gedaan: https://sargasso.nl/kras-arbeiderszelfbestuur/ – overigens wel een interessante discussie daar, over democratie binnen organisaties).
Rond diezelfde tijd werd ook de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs aangepast. Eén van de weinige keren dat er daadwerkelijk weer wat dingen veranderden ten goede (overigens alleen omdat de Kamer het afdwong – PvdA minister Bussemaker weigerde de medezeggenschap te versterken, en vond het allemaal wel goed zoals het was). Zo werden opleidingscommissies erkent als medezeggenschap (in plaats van het niet verder gedefinieerde en vrijwel rechteloze ‘inspraak’), en kregen ze instemmingsrechten op onderdelen van de besluitvorming.
Voor de liefhebbers, zie ook:
https://sargasso.nl/het-bungehuis-en-inspraak-in-het-hoger-onderwijs-een-open-brief-aan-de-vaste-kamercommissie-onderwijs/
https://sargasso.nl/jubileum-twintig-jaar-stilstand-hoger-onderwijs/
https://sargasso.nl/goh-geen-democratisering-hoger-onderwijs/
Maar recent was er in de Kamer een debat over medezeggenschap in het mbo, en dat was weer helemaal niets. GroenLinks vroeg aan de minister Van Engelshoven (D66) waarom er in het mbo geen medezeggenschap was op verschillende niveaus, zoals in het hoger onderwijs (dus: niet alleen op het centrale niveau, maar ook op het niveau van het instituut en de opleiding). Van Engelshoven begreep of de vraag niet, of vond het allemaal maar onzin, maar het werd afgewimpeld: het was goed zoals het was.
Dat is echt iets heel bizars: zodra iemand minister is, is medezeggenschap geen issue meer. Ook niet voor een sociaal-democraat, of iemand van een democratische vernieuwingspartij. Voormalig PvdA partijleider Spekman gaf Bussemaker en plein publiek een veeg uit de pan omdat ze VVD-beleid aan het maken en uitvoeren was: http://www.dub.uu.nl/nl/nieuws/minister-bussemaker-niet-links-genoeg-vindt-pvda-voorzitter-spekman
Je gaat je toch afvragen hoe bewindslieden op OCW geadviseerd worden door hun ambtenaren, als het gaat om medezeggenschap. Mijn ervaring (van inmiddels 10 jaar geleden, toen ik daar regelmatig over de vloer kwam): ze willen het niet, en ze snappen het niet. En dan schiet het natuurlijk niet op.
Dan is het ook niet gek dat we voor verbeteringen volledig op de Kamer zijn aangewezen.
@2: Wat bij Bussemaker en de bezetting van het makelaarshuisMaagdenhuis ook nog kan spelen is dat het haar oude baan als voorzitter van het CvB betrof. Toegeven aan het protest zou tevens inhouden dat ze toch minstens mede aan de wieg had gestaan van wat er allemaal mis was/is.
@3 kan er mee te maken hebben. Ze was rector van de HvA, maar die hadden toen een gedeeld bestuur met de UvA. Maar ook op andere onderwerpen was ze gewoon een rechtsliberaal. Kwaliteitscontroles? Overlaten aan de sector! Studiefinanciering? Afschaffen, ‘investeren in jezelf’! (en bij dat laatste: wat inmiddels vaak vergeten wordt is dat, voor het huidige leenstelsel werd aangenomen door de Kamer, er een ander voorstel lag van Bussemaker dat nog veel draconischer was).
Maar goed, ik wil het onderwerp verder niet te veel kapen met het subonderwerp ‘medezeggenschap onderwijs’. Want ook (juist) in het bedrijfsleven valt er veel te zeggen voor een sterkere rol van de medezeggenschap, juist in relatie tot de actualiteit (ING, iemand?).
Wie in een stuk over medezeggenschap de krakers van UvA aan het woord laat, kan net zo goed niet iets opschrijven. Alsof die ooit zullen zeggen dat het wel Ok is, nu.
En waarom men ooit medezeggenschap in het bedrijfsleven wilde, is mij ook een raadsel. Bedrijven zijn geen sociale instellingen – die kun je verlaten. Een reliek uit de tijd dat PSV nog ‘Phillips’ in de naam had.
@5 Omdat (zoals Jos aangeeft) dat het positief is voor de productiviteit? Om ziekelijke vormen van zelfverrijking tegen te gaan? Omdat het heel logisch is, om het zo te organiseren?
Ps dikke *zucht* voor dat uitgekauwde frame over ‘de krakers aan de UvA’.
@6: Dit is dus wat ik bedoel als ik zeg dat linkse mensen (meestal) geen goede oplossingen voor linkse problematiek hebben. Het probleem is niet inkomen, het probleem is kapitaal – zie Piketti. Maar ja, dat leidt vrijwel automatisch tot de dierbare huizen van de babyboomers. En die zijn heilig in het linkse pantheon (en dat van de VVD overigens, laat ik compleet wezen).
Dit soort gelul is een afleidingsmanoeuvre: boos worden over het inkomen van een ING baas. Altijd als er zoiets gebeurt, denk ik: wie heeft deze bikeshedding-discussie nu nodig om de aandacht van zijn nefaste akkefietjes af te leiden?
Ja, en die ‘krakers van de UvA’, als UvA en ASVA alumnus, daar blijf ik bij. Het zal eens een keer goed zijn voor die gasten. Bah.
@7 Je mag overal bij blijven, maar dat staat los van het feit dat het een onzin frame is. Bij die bezettingen zijn duizenden mensen in en uit gelopen. Een hoop medewerkers waren betrokken, een hoop gewone studenten. En ja, ook wat krakers. Het alleen daarop gooien is bewust de boel misleiden.
Voor de rest: hahaha. Dus omdat het probleem een scheve verdeling van kapitaal is, mag een absurd verschil aan inkomen nooit aan de kaak worden gesteld? Wat een onzin.
En weer een ronduit leugenachtig frame: dat “links niet aan kapitaal zou willen komen vanwege de huizen van babyboomers”. Gezwam. Juist links pleit voor grotere belastingen op vermogen en erfenissen.
En het is toch echt de VVD geweest die kampioen hypotheekrenteaftrek was. Gesteund door CDA, PVV. Het waren de linkse partijen die er tegen hebben gepleit. Maar links heeft de macht niet… De PvdA in de regering heeft een begin gemaakt met de afbouw (hoe lafjes ook, alleen voor nieuwe kopers en met een afbouwperiode van tientallen jaren).
Er zitten maar 24 uur in een dag, en er passen maar zoveel letters in de krant. Jesse Klaver gooit vandaag weer de knuppel in het hoenderhok over het inkomen van die ING-man. En laat zich daarmee braaf maar onwetend voor het karretje van de 1% spannen.
Precies tot het puntje bij het paaltje komt, ja.