COLUMN - In drie eerdere stukjes (1, 2, 3) beschreef ik hoe de weg van Teheran naar Mashhad van strategisch belang was voor de vroege islam, waarom de eerste kaliefen hier investeerden en hoe de bewoners van het gebied het nieuwe geloof op eigen voorwaarden aannamen, zodat hier grote religieuze variatie heerste. Ik noemde soennieten en sjiieten, een cross-over daartussen en de mysticus Abu Yazid. Verder leefden hier joden, boeddhisten, zoroastriërs in diverse soorten en maten, manicheeërs en nestoriaanse christenen.
Het was een gevarieerde wereld, maar alleen de tegenstelling tussen soennieten en sjiieten vertaalde zich soms in geweld. Alleen zij konden immers legers op de been brengen. Al-Mamun, de Abbasidische kalief in Bagdad, meende dat de tegenstellingen op te lossen waren als de leider van de afstammelingen van Mohammed, Reza (“de achtste imam”), ook kalief zou zijn. Dus bood hij in 809 aan dat Reza de macht zou overnemen. Het was een vreemd aanbod: koningen bieden niet zo vaak hun troon aan een ander aan. Reza lijkt een valstrik te hebben vermoed en wees het aanbod af, maar formuleerde zijn afwijzing zo dat Al-Mamun haar niet kon uitleggen als erkenning:
Als het kalifaat u rechtmatig toebehoort, is het u niet toegestaan er afstand van te doen. Als het u echter onrechtmatig toebehoort, kunt u het niet overdragen omdat u niet kunt afstaan wat u niet bezit.
Al-Mamun liet echter merken dat hij de sjiieten en hun leider serieus tegemoet wilde komen, benoemde Reza in een bestuursfunctie in Perzië, huwde zijn dochter aan hem uit en betrok steeds meer Perzen bij het rijksbestuur. Op munten stonden de namen van beide mannen vermeld en uiteindelijk stemde Reza ermee in Al-Mamun op te volgen.
Nu begonnen de aanhangers van Al-Mamun, die vreesden voor hun invloed als Reza eenmaal kalief zou zijn, zich te roeren. Tegelijkertijd bleken de sjiieten wel érg enthousiast voor de aanstaande heerser. Een crisis dreigde, toen Reza in 818 overleed. De meeste Iraniërs zullen zeggen dat Al-Mamun bang was voor de enorme populariteit van zijn beoogde opvolger en hem daarom liet vergiftigen. Zijn graf is in Mashhad. Twee broers liggen begraven in Shiraz, een zus in Qom en een zoon in Qazvin.
Hoeveel van het bovenstaande waar is, kan ik niet uitmaken. De twee protagonisten zijn te lelieblank en ik geloof niet dat er mensen zijn die hun macht willen verliezen. Ik wil daarentegen weer wel geloven in volgelingen die het hun leiders onmogelijk maken redelijke compromissen te sluiten. Of de gifmoord echt is uitgevoerd, weet ik dan weer niet zo zeker, aangezien de sjiieten van zo’n beetje al hun imams beweren dat ze zijn vergiftigd. Over de authenticiteit van al die graven – tja, dit zijn de Middeleeuwen.
Tegenwoordig is Mashhad een van de grootste islamitische pelgrimsoorden. De stichting die het beheert, is een van Irans rijkste organisaties. Volgend keer daarover meer.
Voor het moment nog dit. De dood van Reza was het einde van de sjia als politieke stroming. In de jaren erna werden de oostelijke delen het kalifaat onafhankelijk, waardoor een traditionele machtsbasis van de familie van Mohammed wegviel. De imams depolitiseerden. Na de dood van Reza’s achterkleinzoon in 874 was er geen twaalfde imam meer: het kind zou zijn verdwenen. Veel sjiieten geloven weliswaar dat hij aan het einde der tijden zal terugkeren, maar vanaf de late negende eeuw was er geen persoon meer die aan anti-soennitisch verzet leiding zou kunnen geven.
Zo is het ruim duizend jaar gebleven: de sjiieten wachtten op de twaalfde imam, die als enige het Vrijdaggebed correct kon leiden en de juiste uitleg kon geven van de islamitische leer. Doorgaans hield deze afwachtende houding in dat sjiieten er niet zoveel moeite mee hadden andersdenkend wereldlijk gezag te aanvaarden. In 1979 veranderde dat onverwacht toch: in de Iraanse Revolutie verwierf de geestelijkheid de macht. Dat vormt een dermate ingrijpende breuk in de sjiitische traditie dat de vraag wel eens is gesteld hoe sjiitisch Khomeini eigenlijk is geweest.
[Wordt vervolgd]
Reacties (1)
Jona, heb je suggesties voor een basale edoch degelijk inleiding voor de (begin-)geschiedenis van de Islam?