COLUMN - De zaterdagkranten. Juist als je de tijd hebt rustig alles te lezen, maken de redacties zich er vanaf met een jantje van leiden. Er staat nooit iets in waarvan je dacht dat je het echt had willen lezen. Hoewel… afgelopen zaterdag had Het Parool zomaar een ingezonden stuk over de islam dat niet alleen de moeite van het lezen waard was, maar ook de moeite van het reageren. Bij dezen.
‘Praten met Joden nu niet het belangrijkst’ luidde de kop. Daarmee verzekerde de auteur, Khalil Aitblal ( ‘internationaal adviseur interreligieuze relaties’) zich meteen van mijn aandacht, want als er de afgelopen weken nu één ding duidelijk is geworden, dan is het dat de relaties tussen de islam en het jodendom op het zieke af gespannen zijn.
De strekking van Aitblals betoog is dat, hoe sympathiek het ook is dat moslims en joden met elkaar in dialoog willen, de moslims eerst hun eigen huis eens op orde moeten brengen. ‘De grootste dreiging suddert en loert van binnenuit’, schrijft Aitblal, en hij varieert op dat thema in alle toonaarden.
We zijn niet voorbereid op het opvangen van jongeren die slachtoffer worden van hersenspinsels die een bedreiging zijn voor islam en moslims en de rest van de mensheid. Om het maar niet te hebben over de preventie.
Even verderop:
Als wij het nu niet oppakken, doet niemand het. Wat ik mis en wat nu het hardst nodig is … is een islamitische beweging van binnenuit.
Aitblal vervolgt met een schets van zo’n beweging, die tien jaar vooruit durft te kijken, helpt een religieuze infrastructuur te bouwen, zodat toekomstige generaties kunnen opgroeien en een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. De schrijver wordt poëtisch als hij oppert dat zo’n beweging
eervol en eerlijk naar zijn tekortkomingen kijkt, hoopvol en geïnspireerd naar verdiensten en kansen reikt.
Het moet echter vooral een beweging zijn waarin plaats is voor alle moslims. En daar zit het probleem.
Ik vrees dat zo’n beweging kansloos is. De reden heeft niets te maken met de islam, maar alles met religie op zichzelf: bewegingen die voor alle gelovigen openstaan, raken strijk en zet in de problemen, waarna de gematigden weglopen.
De verklaring is heel simpel. Religie is in eerste instantie iets wat je oploopt. Je bent al gedoopt of besneden voordat je weet wat er aan de hand is, je bent naar deze of gene school gestuurd. Voor de meeste mensen blijft het daarbij: ze nemen het zoals het is en denken er verder weinig over na. De ‘lauwen’, de ‘ietsisten’. Kortom, het overgrote deel van de gelovigen.
Er zijn er echter ook die hun religie wel belangrijk vinden en er werk van maken. Die groep zal, zelfs als Aitblal erin slaagt alle moslims te verenigen, oververtegenwoordigd raken in het bestuur en een wat meer religieuze koers zoeken dan waarin de andere leden zich herkennen.
De christelijke volkskerken, die het politieke en maatschappelijke leven tot ver in de jaren zestig domineerden, zijn door dit mechanisme het redelijke midden kwijtgeraakt. De Rooms-Katholieke kerk kwam in handen van bisschoppen Gijsen en kardinalen Simonis, waarna de gelovigen wegliepen. De Nederlands-Hervormde kerk kalfde sneller af dan de Gereformeerde, die weer sneller terrein verloor dan de evangelische groepen.
Zo zal het ook gaan met Aitblals organisatie. En dat is verdraaid jammer, want hij heeft ontzettend gelijk dat de grootste bedreiging voor de islam, voor de moslims en voor de rest van de mensheid wordt gevormd door wat hij eufemistisch ‘hersenspinsels’ noemt.